Blad 42 Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000 Punt 13 en 15 (bijlage nrs92 en 95) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 6 (bijlage nr. 101). De Voorzitter: Aan de orde is Wijkplan Achter de Hoven/ Vegelin (mei 2000)Vervolg De heer Bilker (weth.): Tijdens de schorsing heb ik even de gelegenheid gehad om mijn antwoord in de eerste termijn enigszins voor te bereiden. In ieder geval de antwoorden zo weer te geven dat het in een wat andere setting staat dan anders. Veel antwoorden op vragen heb ik zo in de tekst verweven De conceptnota over wonen in de 21e eeuw van Staatssecreta ris Remkes van Volkshuisvesting sluit naadloos aan op de eerdere beleidsbepalingen rondom de ISV: Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Het gaat bij ISV en bij de nota Wonen om concentratie van woningen in en rondom de steden en Leeuwarden is één van de rechtstreekse ISV-steden. Dat is niet alleen gunstig vanwege de rechtstreekse ISV-gelden, maar dat schept verplichtingen. Daarnaast heeft Leeuwarden een grote opgave binnen provin ciaal verband, denk alleen maar aan de OKL-afspraken met de provincie en de omringende gemeenten. Dat betekent dat we een ambitieus bouwprogramma hebben dat er voor de komende jaren niet om liegt. De raad heeft daarmee ingestemd. Daarnaast is er nog de zorg omtrent de Leeuwarder woning markt zelf: er is wel aanbod, maar het aanbod past niet op de vraag. Dus spreken we over trendbreuken in onze eigen woningmarkt. Dat betekent dat er ruim aanbod moet zijn van woningen in verschillende prijsklassen en kwaliteiten, zo wel binnenstedelijk als binnen de nieuwe uitleggebieden Dat is een keihard gegeven. Als er niet of nauwelijks nieuwbouw in het binnenstedelijk wordt gepleegd, dan zijn we verkeerd bezig, want dan weten we dat op termijn de verpaupering toeslaat in dié wijken die nu al vraagtekens hebben. Er is genoeg aanbod in de stad zelf, maar niet voor alle inkomensgroepen. Daar moet dus wijziging in aangebracht worden Er is genoeg huur, woningen in de goedkope sector zijn er voldoende. Leegstand mag dan wel niet meer zo actueel zijn, dat betekent niet dat er niets hoeft te gebeuren. De koop prijzen zijn hoog. Wie had twee jaar geleden gedacht dat ze nog eens fors zouden stijgen. Hoe dit verder gaat, weet niemand te voorspellen. Maar teveel bepaalde woningtypes in Blad 43 Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000 een bepaalde huur- of prijsklasse is niet goed voor het geheel aan evenwichtigheid qua samenlevingsopbouw in de stad. Let wel, ik heb het over de woningmarkt van de hele stad. Je moet dus diversiteit over de gehele stad nastreven. Na de tweede wereldoorlog was er grote woningnood. Er moest toen veel en snel gebouwd worden, hele nieuwe wijken rezen uit de grond en juist dié woningen, portiekwoningen en flats, raken nu uit de gratie en voldoen niet aan de woon wensen van nu, laat staan van de nabije toekomst. Meestal is dat corporatiebezit, dus corporaties staan twee dingen te doen: of alleen maar verkopen, maar daar wordt de woningmarkt als geheel niet beter van, in die zin dat er daardoor een evenwichtiger woningmarkt ontstaat, öf slopen en nieuwbouw in een iets duurdere prijsklasse, in elk geval met meer luxe en comfort, conform de toekomstige wooneisen. Steden als Leeuwarden hebben dus een grote opgave, want de zaak laten zoals het is, is absoluut onverantwoord, leeg stand of geen leegstand. In die context vindt de operatie Stedelijke Vernieuwing plaats. We hebben het over de totale woningmarkt van Leeu warden in relatie met de doelstellingen die we met zijn allen hebben geformuleerd, namelijk: de woningmarkt meer in evenwicht qua bevolkingsgroepen, leeftijd, inkomen, achtergrond, samenstelling; kwaliteit van de woningen verbeteren, maar ook die van de leefomgeving; de huursector ten opzichte van de koopsector in voor alsnog de verhouding 40-60 brengen; fysieke, sociale en economische maatregelen treffen; er moet een relatie zijn met de uitleggebieden. Zo hebben we het met elkaar afgesproken, zo hebben we het met elkaar gewild, zie de conferentie van oktober 1997, waar enkelen van u naar verwezen. Inderdaad daar waren we het hartgrondig met elkaar eens, scenario 5+ moest het toen wezen, dat was een forse kwaliteitsslag. Zo hebben we de convenanten met de corporaties behandeld en ondertekend, september 1998. En zo hebben we misschien wel het belang rijkste, het Kaderplan Stedelijke Vernieuwing in december 1999 besproken en vastgesteld. En dus als opdracht ook van uit het Bestuursprogramma heeft het college daar hard aan gewerkt. Dat is niet eenvoudig, dat wist je van tevoren en niemand wist hoe je zoiets aan moest pakken. In heel Neder land begonnen dit soort processen voor het eerst, maar één ding was zeker: iets groots werd verricht. Waarom? Omdat er een beleid werd gestart dat ook samen met anderen moest worden ingevuld: met semi-marktpartijen, dus de woningcor poraties, maar als het kon ook met marktpartijen en ook met de bevolking.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 22