Blad 52
Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000
college overleg voert met Atoglas en ook welk resultaat dat
overleg heeft, want iedereen zal ook, denk ik, goed kunnen
begrijpen dat als er al sprake is van een mogelijke ver
plaatsing van het bedrijf - wat overigens onder provinciale
vergunningenregime valt en wat derhalve ook volgens de nor
men die onder die vergunning liggen, op een acceptabele
manier werkt - dat het lastig is om nu al te bepalen wat en
waar vooral de toekomst van zo'n bedrijf is en dat het toch
binnen de gemeentelijke grenzen zal moeten plaatsvinden.
Derhalve is het ook logisch dat het college vraagt om in uw
verzoeken aan het college om op dit terrein actie te onder
nemen, toch enigszins terughoudend te zijn, waarbij het
college ten alle tijde bereid is om de raad in beslotenheid
te informeren over de acties die daadwerkelijk worden on
dernomen
Mevrouw De Jong: Afgelopen anderhalve week heb ik veelvul
dig vernomen dat men mijn houding bitcherig vond tijdens
deze behandeling en niet in het minst van mijn eigen frac
tie en dat klopt. Dat moet ik beamen. De heer Ter Hoeve zei
zelfs: "Ik ben blij dat ik niet met je getrouwd ben."
De heer Bilker zegt terecht - ik heb het heel sterk gericht
op wethouder Bilker -: "Daarmee zal mevrouw De Jong bedoeld
hebben het college." Natuurlijk heb ik daarmee ook bedoeld
het college en misschien wel in het bijzonder wethouder Den
Oudsten, als tweede wethouder Stedelijke Vernieuwing. Dus
ook in mijn tweede termijn zal ik het woord zodanig rich
ten, ik zal weer uw naam noemen wellicht, maar wetend dat
ik daarmee het college bedoel.
Qua inhoud wil ik zo meteen nog wel even ingaan op de reac
tie van de wethouder, want wij houden qua inhoud op zich de
dingen overeind, zij het dat wij in de commissie ons genu
anceerder hebben uitgelaten over de hele planvorming Achter
de Hoven-VegelinIk denk dat we die nuanceringen ook over
eind moeten houden, want die maken het verhaal inderdaad
ook wat beter. Dat ben ik ook met de wethouder eens.
Wat wij niet hebben gedaan de vorige keer, dan ga ik gelijk
maar even in op de reactie van de wethouder, is opnieuw het
hele kader aangeven. Wij hebben inderdaad vanaf oktober
1997 veelvuldig gesproken over stedelijke vernieuwing. We
hebben het in het kader van het kaderplan uitgebreid gehad
over uitgangspunten. Ik heb ook gezegd dat het altijd moei
lijk is om in een raadsvergadering toch niet een commissie
vergadering te hoeven overdoen. Dat heb ik nagelaten, omdat
ik vind en vond dat de woorden, zoals de heer Drewel die
uitgesproken heeft in algemene termen, wij kunnen onder
schrijven, ook al verbaast de wethouder dit, en dat doen we
nog steeds.
Als hij zegt dat er interactief gewerkt moet worden, dat er
een integraal beleid nagestreefd moet worden, dan ben ik
ontzettend blij dat hij daarmee ook aangeeft dat hij daar
Blad 53
Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000
geen ervaring mee heeft. Daarmee, en ik denk dat ik dat
gewoon wil benadrukken, dat het gewoon prettig moet zijn
voor ons, ook voor de bewoners om dat soort dingen ook te
horen. Het is goed om te weten dat we samen aan het worste
len zijn. Dat niet alleen zij degenen zijn die worstelen
over het wel of niet kwijtraken van hun woning, maar ook
wij hebben die worsteling door te maken. Ik ben blij dat
hij dat in ieder geval aangeeft.
Hij geeft ook aan hoe frustrerend een open planprocedure
voor een wethouder kan zijn. Ik ben blij dat hij een keer
die uitspraak doet. Ik denk dat we daar ook wat op zitten
te wachten.
Betrek de bevolking erbij. Het had anders gekund. Dat
klopt. Ik denk dat als van tevoren duidelijker was geweest
waar wel en waar geen inspraak over was geweest, we een
hoop leed hadden kunnen voorkomen. Als u van tevoren had
gezegd: als het gaat om sloopaantallen, als het gaat om te
slopen woningen, dan is het enkel en alleen de gemeenteraad
die hierover beslist, als bewoners van tevoren hadden gewe
ten van: u kunt wat voor plannen dan ook maken, maar daar
heeft u geen inspraak in, dan was dat duidelijk geweest.
Dat hebben we gewoon gemist in het begin. Laten we daar
heel duidelijk over zijn, want de communicatie oftewel het
samenwerkingsproces is in het begin ook gewoon niet goed
gelopen. Wellicht door gebrek aan ervaring hierin.
(De heer Jacobse: Nu heb ik bij de algemene beschouwingen
vorige keer begrepen van uw fractievoorzittermevrouw
Waandersdat die hele inspraakprocedure opnieuw op de hel
ling moet komen. Moet ik nu uit uw opmerkingen opmaken dat
u vindt dat er bepaalde besluiten zijn waar je de burgers
niet bij zou moeten betrekkenomdat dat niet voor inspraak
vatbaar is, omdat de gemeenteraad dat uiteindelijk bepaalt?
Dat lijkt me een hele slechte zaak.)
Ik denk dat je in de hele planprocedure van tevoren aan
moet geven, waar wel en waar geen inspraakmogelijkheden
over zijn. Ik denk dat je daar duidelijk in moet zijn. Als
je dat niet bent, dan houd je tot het eind toe verwachtin
gen, die je op een gegeven moment niet waar kunt maken, op
een aantal punten. Ik noem nu bijvoorbeeld sloopaantallen,
maar ik noem daarnaast een hele hoop dingen waarvan ik wel
denk dat het heel goed is dat bewoners daar inspraak in
hebben
(De heer Jacobse: Maar juist ook bij die belangrijke be
slissingen, waar wij hier tegenwoordig vele van nemen, is
het goed voor de democratie in zijn totaliteit en ook voor
de kracht van het binnenlands bestuur als wij al die gelui
den uit de samenleving tot ons nemen en dan tot een oordeel
komen; dus wel degelijk inspraakDat is iets anders dan
altijd die burgers gelijk geven.)
(Mevrouw Waanders: Ik heb het idee dat de heer Jacobse nu
begonnen is met een discussie die wij graag inderdaad met
de raad zouden willen voeren, waarvan vorige week en nu ook
weer blijkt dat het tijd is dat die gevoerd wordt, omdat