Blad 12 Verslag van de raadsvergadering van 10 juli 2000 ook met enorme kosten te maken. Ik ga er wel vanuit dat zij een beroep kunnen doen op de bijzondere bijstand. Alleen is dat over het algemeen een langer traject. De heer Van Olffen: Ik kan een heel eind met de redenering van het college meegaan, maar er zijn een aantal punten die onduidelijk blijven. Als de wethouder zegt: "Geef ons nu even de tijd om te kijken hoe het gaat." Dan zeg ik, dan kan zo'n klachtenpunt een instrument zijn om te kijken hoe het gaat. Vanuit het aantal klachten, als die er eventueel komen, krijg je een goed beeld van hoe het nu heeft gewerkt in de praktijk. Het volgende wil ik toch nog een keer bena drukken: wij gaan niet uit van wantrouwen, maar wij weten ook dat de ervaringen in het leven hebben geleerd dat de wereld overloopt van goede bedoelingen en dat mensen nog al eens verschillend tegen zaken kunnen aankijken. Juist omdat het hier een vrij kwetsbare groep betreft, vinden wij het gewoon nodig en wenselijk dat er ergens binnen het apparaat een mogelijkheid is dat mensen even hun verhaal kunnen la ten toetsen om te kijken of er juist gehandeld is, zoals er gehandeld is. Dat is gewoon een oerdemocratisch beginsel en ik begrijp dan ook niet waarom het college niet zegt, laten wij maar eens gaan beginnen met een klachtenregeling. Want het zal goed werken en als het goed werkt is die klachten regeling niet nodig, want dan zal hij eenvoudig niet ge bruikt worden. Mocht het zo zijn dat er toch ergens in die trajecten fricties ontstaan, dan heeft het individu ergens nog een mogelijkheid om zijn of haar verhaal te houden. Dat is het uitgangspunt van onze fractie en ik heb dan ook het genoegen om de raad een motie voor te leggen en die luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 10 juli 2000; behandelende het voorstel aanpassing subsidiebeleid ac tivering uitkeringsgerechtigden en wijzigen Verordening premies en vrijlating arbeidsinkomsten uitkeringsge rechtigden; overwegende dat: - het 'Stipejild' een belangrijk nieuw onderdeel van het persoonsgebonden budget ter ondersteuning van een trajectplan is; - het 'Stipejild' onderdeel is van de kosten van een traject en derhalve geen deel uitmaakt van het subsi diebeleid; - om die reden de regels van bezwaar en beroep op het 'Stipejild' niet van toepassing zijn; - het al of niet toekennen van 'Stipejild' willekeur in de hand kan werken; draagt het college op: Blad 13 Verslag van de raadsvergadering van 10 juli 2000 een mogelijkheid in te bouwen in beroep te gaan voor die gevallen waarin verschil van mening bestaat tussen de consulent en belanghebbende, over het al of niet toekennen van 'Stipejild', en gaat over tot de orde van de dag." De motie is ondertekend door mevrouw Sijtsma en door mij zelf. De heer Roekiman: Ik ben in ieder geval content met de be antwoording van het college met betrekking tot mijn vraag stelling in de eerste termijn. Rest mij in te gaan op de motie. Ik ben overigens blij dat de mogelijkheden in kader van de bijzondere bijstand nader bekeken worden op indivi dueel niveau. Dus wat dat betreft zijn wij zeer content met de beantwoording. De motie: In de commissie en ook nu weer heeft het college aangegeven dat per 1 september gestart zal worden met het 'Stipejild' en dat na een periode van drie maanden bekeken wordt wat de effecten daarvan zijn en op basis daarvan zou aan de commissie worden voorgelegd wat de resultaten ervan zijn. Wat mij betreft zitten daar al voldoende argumenten in om de motie niet te steunen. Bovendien geeft het trajectplan voldoende richtlijnen en voldoende mogelijkheden om vast te kunnen stellen of een vergoeding onnodig is afgewezen. Ik neem aan dat een tra jectplan op individueel niveau aangeeft wat de vraag en de behoefte is van de werkzoekende en er op basis van de ver trouwensrelatie die de consulent met de werkzoekende heeft, afspraken gemaakt worden. Dat is twee. Ten derde gaat het om een vergoeding en valt het niet onder de subsidieverordening. (De heer Van Olffen: Dat ontken ik ook niet. Ik stel alleen als veiligheidsmarge, mochten er interpretatieverschillen zijn, verschillen van inzicht, dat er een mogelijkheid is dat mensen daar op terug kunnen komen.) Akkoord. We hebben in ieder geval drie argumenten genoemd, waarvan we denken dat die voldoende basis geven om in de cember, na die drie maanden op terug te komen. Wij wachten eerst de procedure af. We wachten de effecten van de eerste drie maanden af, alvorens we tot nadere uitspraken willen komen. We zullen de motie nu dus niet steunen. De heer Feddema: Het is terecht. Wij hebben in de commissie heel uitgebreid stilgestaan bij dat 'Stipejild'Ook toen vond mijn fractie, en dat vindt ze eigenlijk nu nog, dat ook op het eerste moment de verantwoordelijkheid in het verlengde van het traject ligt, dat daar de verantwoorde lijkheid ook moet worden genomen. De wethouder heeft dit in de commissie zo verdedigd dat het ons voldoende heeft

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 7