Blad 2
Verslag van de raadsvergadering van 11 september 2000
Te behandelen:
Punt omschrijving bijlage blz.
1 Vragenhalfuurtje voor burgers. 2
2 Vragenhalfuurtje voor raadsleden. 2
3 Vaststellen van het verslag van de
raadsvergadering van 15 mei 2000. 8
4 Mededelingen. 8
5 Het nemen van een voorbereidingsbesluit
ex. art. 21 van de Wet op de RO voor het
gebied aan de Oostergoweg/het Agoraplein
ten behoeve van de nieuwbouw van een
kantoorgebouw van ACERA accountants en
raadgevers. 126 9
6 Vaststelling van de richtlijnen voor het
milieu-effectrapport Leeuwarden-Zuid 127 9
7 Overdracht van taken en bevoegdheden op
grond van de Wet bodembescherming van de
provincie Fryslan naar de gemeente Leeu
warden. 125 9
8 Verwerving en vervreemding van diverse
onroerende zaken. 124 9
9 Voorwaarden Stadsconvenant Leeuwarden -
Benchmark lokaal ondernemersklimaat -
Jeugdcriminaliteit. 129 9
10 Wijzigen van de concernbegroting voor
het dienstjaar 2000. 128 9
De Voorzitter: Ik open de vergadering.
Er is bericht van verhindering binnengekomen van mevrouw
Uiterwijk Winkel, de heer Zwart en de heer De Jong.
Punt 1
Er wordt geen gebruik gemaakt van het Vragenhalfuurtje voor
burgers
Punt 2
De Voorzitter: Aan de orde is het Vragenhalfuurtje voor
raadsleden
Mevrouw Van Ulzen: Zoals u weet is er vanaf het Schavernek
als je rechtsaf wil een bord dat aangeeft dat het verboden
is in te rijden op de Nieuwestad. Je mag daar alleen - dan
heb ik het over mensen met een invalidenparkeerkaart -
komen tussen 9.00 en 12.00 uur. Voor de rest moet je je
Blad 3
Verslag van de raadsvergadering van 11 september 2000
plaats weten en thuis blijven. Daar wordt toch de bewe
gingsvrijheid, voor met name mensen die afhankelijk zijn
van hun auto, erg ingeperkt. Je moet heel goed de dag van
te voren bedenken of je eventueel 's morgens iets moet
doen, anders kan het niet meer. Ik zou u willen verzoeken
om in ieder geval te heroverwegen dat mensen met een inva
lidenparkeerkaart iets meer bewegingsvrijheid krijgen.
De heer Den Oudsten (weth.): Dat is een punt wat via een
andere weg ook al bij mij gekomen is. Ik hoor klachten uit
de hoek van mensen die invalide zijn, die een eigen auto
hebben en zo'n parkeerkaartEr is overigens wel een aantal
extra parkeerplaatsen voor deze categorie bezoekers in het
centrum gekomen. Blijkbaar zijn die plaatsen heel lastig te
vinden. Bijvoorbeeld op het parkeerdek bij het Zaailand
zijn een aantal van die plaatsen. Om nu gelijk te zeggen
dat we willen overwegen om extra plaatsen aan te leggen
bijvoorbeeld of om meer parkeermogelijkheden te realiseren,
gaat mij wel wat ver. Ik zie ook tegelijkertijd het pro
bleem. Als we zo afspreken dat wij in overweging nemen om
een oplossing te zoeken voor de blijkbaar door mevrouw Van
Ulzen gesignaleerde beperkte bewegingsvrijheid. (Mevrouw
Van Ulzen: Maar ik vraag niet om meer parkeerplaatsen
wethouderIk vraag alleen voor de mensen die daar moeten
zijn, dat ze daar mogen komen en stoppen en uitstappen
Want het probleem voor mensen met een invalidenparkeer
kaart, dat is u misschien ontgaan, is het feit dat ze niet
kunnen lopen, al zijn er 86 plaatsen op het parkeerdek.) Ik
praat over de categorie mensen met een autootje en een
invalidenparkeerplaats. Mevrouw Van Ulzen praat over een
categorie mensen die niet kan lopen en die gehaald en ge
bracht moeten worden. (Mevrouw Van Ulzen: Die ergens moeten
zijn 's middags in de stad. Dat antwoord van de ambtenaar
stond ook in het Friesch Dagblad. Ik spreek geen Grieks, ik
spreek geen Spaans, het is toch heel duidelijk waar het om
gaat?) Als ik dan de tweede ben die het niet goed begrijpt,
dan moet mevrouw Van Ulzen toch mogelijk kunnen bedenken
dat zij haar vraag misschien niet helder formuleertLaten
we eens kijken wat we er aan kunnen doen. Mevrouw Van Ulzen
komt met een verhaal voor de commissie en dan kan er alsnog
op worden gereageerd.
De heer Van Mourik: In het kader van de discussie over de
5e nota Ruimtelijke Ordening is het begrip netwerkstad ge
ïntroduceerd. Het gaat om steden die nauw op elkaar zijn
aangewezen en daarbij de vorm aannemen van een netwerk. De
kern hierbij is dat niet ieder deel van het netwerk een
compleet aanbod van functies en voorzieningen hoeft te
hebben, maar dat er een samenhangende ontwikkeling voor het
gehele gebied wordt nagestreefd.