Blad 4 Verslag van de raadsvergadering van 11 september 2000 Het valt te voorzien dat het predikaat netwerkstad een soortgelijke lading zal krijgen als het begrip stedelijk knooppunt uit de 4e nota Ruimtelijke Ordening. Waarbij in de praktijk is gebleken dat het verkrijgen van deze status voor Leeuwarden zeer belangrijk is geweest. Nu al worden in landelijke discussies geldstromen genoemd die gekoppeld zouden moeten worden aan de netwerksteden die in de 5e nota zullen worden aangewezen. Er kan gedacht worden aan midde len voor hoogwaardige vervoersoplossingen, grootschalig groen, de icusgelden, infrastructuur en de transformatie van binnenstedelijk gebied oftewel de herstructurering. Het is duidelijk dat het verkrijgen van de status netwerkstad van cruciaal belang is voor het gemeentelijk beleid in de komende jaren. Bij de eerste verkennende notitie van het ministerie werd gedacht aan een viertal netwerksteden. In latere instantie is hieraan ondermeer Groningen-Assen toegevoegd. Uit de laatste nieuwsbrief 5e nota blijkt dat hierover overleg is gevoerd met de verschillende landsdelen, zo ook met het landsdeel Noord en hierover overeenstemming is bereikt, als ik de brief mag geloven. Recent blijkt uit de vakbladen en de pers dat Leeuwarden misschien wel buiten de boot zal vallen op het moment dat de 5e nota meer definitief vorm zal worden gegeven. Deze ontwikkeling verontrust de VVD-fractie buitengewoon. Leeuwarden participeert volwaardig in de verschillende noordelijke overlegplatforms. In de afgelopen jaren heeft voornamelijk met Groningen een serieuze afstemming en uit ruil van verschillende voorzieningen en functies plaatsge vonden. Dit voornamelijk op instigatie van het Rijk. Er is de laatste jaren in feite al gewerkt vanuit het concept dat landelijk nog vorm moet krijgen. Ik rond af, de noordelijke samenwerking is gebaat bij een stedelijk netwerk bestaande uit Groningen, Leeuwarden en Assen. Kan het college globaal aangeven welke stappen zij de komende tijd wil ondernemen om de huidige bedreigende ontwikkelingen positief bij te buigen? Mevrouw WaandersIk kan kort zijn. Een aantal vragen die de heer Van Mourik heeft gesteld gelden ook voor de PvdA-fractieIk wil er nog één ding aan toevoegen. Het college heeft heel recent meerdere malen uitlatingen gedaan over de positie en de kansen van Leeuwarden als stedelijk netwerk. Zowel de heer Den Oudsten alsook de burgemeester hebben zich daarover uitgelaten. Het was niet altijd eenduidig. Daar zou ik graag een toelichting op willen hebben. De heer Van Mourik heeft verder een voorlopige invulling gegeven aan dat wat het betekent als je de status als ste delijk netwerk krijgt. Wij willen graag van het college weten wat de consequenties zouden zijn, voor de positie van Blad 5 Verslag van de raadsvergadering van 11 september 2000 Leeuwarden op nationale en noordelijke schaal, als Leeuwar den die status niet zou krijgen. De Voorzitter: De discussie over de 5e nota Ruimtelijke Ordening is een belangrijke discussie op kabinetsniveau vooralsnog, omdat het gaat in dit land om de ruimte, die per definitie schaars is, te verdelen. Het gaat om econo mie, natuur en recreatie. Wat dat betreft hebben wij kennis genomen van die discussie. In feite al anderhalf jaar lang volgen wij de discussie. Er is zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau overleg, regionaal als wel landelijk. Het laatste kwartaal is die discussie nogal in hevigheid voortgezet, ook met name wat meer in de openbaarheid. Dat betekent dat ook wij vanuit het dagelijks bestuur Leeuwar den daaraan mee doen. In die context hebben wij ook meerde re contacten gehad met Groningen. Inmiddels hebben we alle maal de krant gelezen en heeft u kunnen nagaan wat onze inzet vanuit dagelijks bestuur is geweest. Dat wil zeggen in het kader van dat stedelijk netwerk, zoals meneer Van Mourik het ook verwoordde, wat daar de voordelen van zijn en waarom Pronk zo weinig steden en samenhangende steden/ gebieden, stedelijk netwerk wil laten zijn. Dat heeft te maken met het geld dat daaraan vast hangt en het feit hoe minder stedelijke samenhang steden daarvoor in aanmerking komen, hoe meer geld daar te verdelen valt. Zo basaal is de discussie wel. Dat betekent gezien onze status van de hui dige 4e Ruimtelijke Ordeningsnota, dat wij dat knooppunt niet graag omgezet willen zien in niks. Dat heeft betekend dat wij zeggen, het is voor het gehele Noorden van belang dat de samenhang in stedelijk gebied er komt. Vandaar ook de discussie met Groningen. Groningen interpreteerde dat wat anders. Heeft sinds tien jaar, dat weet u, de samenwer king met Assen. Op zich een prima zaak, daar komen we niet aan, dat vinden we uitstekend. Maar als het gaat om de positionering van Leeuwarden, dat belang daar staan wij voor. Dat is helaas, zoals wij dat graag hadden gewild, niet in deze sfeer overgekomen. Er is wat dat betreft een padstelling ontstaan. Niet nadat we u wel vertellen dat wij met het overleg doorgaan, zoals dat al plaatsvond. Vervolgens gaan wij door met gesprekken op rijksniveau, dat wil zeggen met de Tweede Kamerfracties, met de bewindslie den en ook regionaal. Van belang is de positie van de pro vincie. Wat dat betreft kan ik u niet harder en duidelijker zeggen, dat de samenwerking met de provincie, niet alleen vandaag en niet alleen morgen maar al een hele tijd, zeer hecht is en we volstrekt gezamenlijk werken naar een posi tionering van Leeuwarden. De komende tijd, daar vraagt u ook naar, zal dit extra van belang zijn - ik noem het voor beeld van morgen het overleg van het dagelijks bestuur in S en N-verband - dat de provincie heel hard stelling zal nemen voor de positie van Leeuwarden. Wij zijn een stad, we

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 3