Blad 14 Verslag van de raadsvergadering van 16 oktober 2000 Kennelijk heeft het college met deze vraag ook geworsteld, maar feitelijk geen knopen doorgehakt. Hoopt het college op betere tijden, in de hoop dat de gulden bij de volgende Perspectiefnota een daalder waard is of heeft het moeite de spaarpot om te keren. Beide opties zijn op het eerste ge zicht verdedigbaar. Het vraagstuk laat zich langs twee wegen benaderen. Als je terugkijkt naar het verleden, dan is er te laat geïnvesteerd. Steeds uitstel van het achterstallig onder houd. Dat pleit ervoor de kosten direct ten laste te bren gen van het eigen vermogen, de algemene reserve. Dus een correctie op het eigen vermogen, dat immers te rooskleurig was voorgesteld. Ik verwijs nog maar even naar hetgeen de accountant hierover ook bij de jaarrekening heeft opge merkt Als je kijkt naar de toekomst, dat is de andere weg, dan strekt het nut van dergelijke investeringen zich uit over vele jaren. Uitgaande van het stelsel van baten en lasten - één van de pijlers waarop de begroting is gebaseerd - past daarbij de methodiek van financiering via afschrijvin gen. Toch valt de methode van afschrijvingen voor de CDA- fractie af. Evenals het college kiest de fractie voor een directe aanwending van de financiering via de Algemene Reserve Argumenten: in de eerste plaats: aanwending van de Algemene Reserve, zeker het surplus boven de f 15 miljoen, is juist voor dergelijke zaken bedoeld. Waarom houd je anders een Algemene Reserve in stand? Ten tweede: Het college komt op dit moment niet met een voorstel tot dekking van de structurele financiële lasten. Daardoor is een vergelijking van de beide alternatieven niet meer reëel. Het derde argument: Uitstel van de discussie over de wijze van financiering tot juni 2001 belast bovendien ook de discussie van de Perspectiefnota 2002-2005 onnodig. Zo rooskleurig is het perspectief nu ook weer niet. En er moet nog een aantal bezuinigingstaakstellingen worden ingevuld, de ruimte wordt dan nog krapper en daar zou dit dan nog overheen komen. Het zou een slechte zaak zijn nu te beslis sen over een investering en pas over negen maanden nog eens te bezien of de wijze van financiering ook anders kan. Opportunisme gaat dan boven consistent financieel beleid en dat is ons inziens niet juist. Kortom, wij stemmen in met de financiering van de Algemene Reserve, dat is onderdeel 2a van het besluit. Onderdeel 2b van het concept-besluit wijzen wij af. En daartoe willen wij het volgende amende ment indienen: "De raad van de gemeente Leeuwarden, bijeen in vergadering van maandag 16 oktober 2000;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 14