Blad 18 Verslag van de raadsvergadering van 16 oktober 2000 Wat dat betreft ook een antwoord van de wethouder op de financiering, het wijzigingsvoorstel zoals de CDA-fractie heeft gedaan. De heer Bilker (weth.)Het gaat om een kredietaanvraag voor calamiteiten. Dan kun je, zoals de heer Ten Hoeve al doet, een relativerende opmerking maken over wat zijn pre cies calamiteiten in dit verband. Dat wil zeggen schade die ontstaat of ontstaan is bij monumenten, zoals hier bruggen, pijpen, walmuren en kelders. Er is sprake van achterstallig onderhoud. Het tweede is, dat komt samen, dat we hier een groot pro ject hebben voor aanpak binnenstad. Hier is tegelijk duide lijk sprake van een investering. Deze zaken komen in dit voorstel zo bij elkaar. De heer Drewel en anderen, eigenlijk allemaal in de commis sie, hebben een voorbehoud gemaakt omtrent de financiering. Dat is logisch, het is niet zomaar een stap. Het college heeft als volgt geredeneerd. De investeringen zijn hoog, dat klopt, gevoegd bij de opmerking die ik ge plaatst heb waarom dit gebeurt, gevoegd bij het feit dat wij eigenlijk zo snel mogelijk dit besluit moeten nemen, omdat het te maken heeft met de totale aanpak. Het is een totaalpakket geworden in het aanbieden naar Rijksmonumen- tendienst. Het hield wel in als voorwaarde dat wij ook dit jaar moeten starten. Het college heeft geworsteld, naar aanleiding van de discussie in de commissie, met de vraag hoe lossen we dat dan op. Wij hebben gemeend het zo aan te moeten te geven dat in ieder geval nu de dekking via de Algemene Reserve is, dat wil zeggen het rekeningsoverschot, die extra van 1999, die in de Algemene Reserve komt, dus het bedrag boven die f 15 miljoen blijft op zichzelf, dit is die van 1999. Maar wij zijn ook gevoelig geweest, dat is het argument, dat er op die manier niet de juiste afweging in zijn totaliteit heeft plaatsgevonden. Dat betekent dan weer dat wij voor de constructie hebben gekozen van 2b, dat we het opnieuw willen bekijken als we spreken over Perspec tief 2002. De CDA-fractie dient nu een motie in, die zegt: zou u dat nu wel doen? Ik merk op dat de heer Drewel heeft gezegd, je kunt nu niet evenwichtig afwegen. Het college heeft dit toch geprobeerd aan te geven met besluit 2b. De motie van de CDA-fractie spreekt nu over, we willen daar niet op terugkomen, het is consistent als we nu in één keer dat besluit nemen. Ik stel vast dat dat de opinie is van de CDA-fractie. Wat dat betreft kan de CDA-fractie over hun besluit als zodanig stemmen en zeggen te willen stemmen tegen punt 2b. De motie ligt er zoals die er ligt. Het college heeft duidelijk een inhoudelijke reden om het zo te doen. Bovendien vinden we dat we de discussie nog eens moeten voeren, maar nu even niet, van zetten we het op een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 18