Blad 5
Verslag van de raadsvergadering van 16 oktober 2000
De heer Hoogeveen: De afgelopen weken is de discussie over
de voorbereiding van de 5e nota Ruimtelijke Ordening aardig
op gang gekomen. Ook wethouder Den Oudsten heeft zich flink
gemengd in die discussie en dat leidde bij een van de com
mentatoren van de Leeuwarder Courant tot de conclusie dat
Leeuwarden bezig zou zijn met een tactische terugtocht.
Ik heb dat niet zelf uit de woorden van Den Oudsten gele
zen. Ik hoop ook dat dit een verkeerde conclusie is geweest
van de commentator. Ik zou daar toch graag een reactie van
het college op willen hebben. Ik zou willen weten of het
inderdaad een interpretatie is die niet juist is. Ik ben
namelijk van mening dat wij helemaal geen reden hebben voor
een tactische terugtocht op dit moment. Er is reden genoeg
om de argumenten van Leeuwarden nog eens extra voor het
voetlicht te gaan brengen en ik denk dat de gemeente Leeu
warden daarvoor de regie stevig in handen moet gaan nemen.
Ik zou u willen vragen of het mogelijk is om de regie van
de lobby die we gaan opzetten wat meer in handen te geven
van ook de raad. Waarbij een regiegroep onder uw leiding,
mevrouw de voorzitter, met de fractievoorzitters daarin,
volgens mij een goede zaak zou kunnen zijn.
De heer Den Oudsten (weth.)We hebben afgesproken dat ik
het antwoord doe, omdat mijn naam daar ook mee gemoeid is.
Ik moet u zeggen dat ik heel blij ben dat deze vraag wordt
gesteld, omdat het ook de gelegenheid geeft, mocht de in
druk zijn dat het college bezig is met een tactische terug
tocht, die indruk bij deze naar mijn idee weg te nemen.
We hebben ons de afgelopen weken het vuur uit de sloffen
gelopen om ons standpunt neer te leggen bij diegenen die
invloed kunnen uitoefenen op het voortraject van de 5e no
ta. De raad is daar ook afgelopen woensdagavond over geïn
formeerd. Er is niets wat ons op dit moment doet besluiten
om alvast een terugtocht voor te bereiden. Het enige wat er
gebeurd is, is dat in het forum, waar ik aan deelnam en
waar ook staatssecretaris Ybema aan deelnam en daar ook nog
een vlammend betoog hield over de positie van Leeuwarden,
ik vrij scherp heb geanalyseerd hoe de positie van Leeuwar
den in het noorden op dit moment is en hoe wij vinden dat
die moet zijn, dat is geheel in lijn met de standpunten die
wij tot nu toe hebben ingenomen.
Ik heb alleen daarbij gezegd, en daar is waarschijnlijk ook
het mogelijke misverstand (en of dat zo is, dat weet ik nog
niet eens) ontstaan, dat Leeuwarden natuurlijk geen zielig
heidsyndroom moet krijgen, want Leeuwarden is een krachtige
gemeente, dat blijkt ook wel uit allerlei ontwikkelingen
die er op dit moment plaatsvinden in deze stad. Dat is
waarschijnlijk op een manier uitgelegd wat, mogelijk, de
commentator aanleiding heeft gegeven tot een bepaald be
richt