Blad 38 Verslag van de raadsvergadering van 13 november 2000 wil als het gaat over de discussie bij de Perspectiefnota en de invulling van de taakstelling. Daar nemen wij op dit moment kennis van. De heer Jacobse heeft verschillende kwalificaties gegeven aan de Begroting, althans hij heeft zijn zorgen geuit, maar toch op een manier waarvan het college zegt, dat het vrij kritisch is. Het lijkt ook erg suggestief, wat de heer Ja cobse zegt. Neem bijvoorbeeld de autorisatie. Hij zegt dat er nu een machtiging wordt gevraagd, 'geef ons een zak geld en wij regelen het', daar lijkt het op. De NLP-fractie heeft het dan over de aantasting van het budgetrecht. Maar de voorbeelden, die de heer Jacobse noemt, vallen niet bin nen de categorie van de comptabiliteitsvoorschriftenHij vergelijkt totaal verschillende posten, die daar niet bin nen vallen. Hij moet wel een goed voorbeeld noemen. Het budgetrecht wordt natuurlijk absoluut niet aangetast. Dan wordt er door de NLP-fractie gesproken over extra per soneel hier en een onderzoekje daar en je kijkt maar naar het budget, hoe komt het allemaal? Daar hebben trouwens meer mensen over gesproken. Je kijkt natuurlijk naar het budget voor zo'n project. Je moet voortdurend kijken, heel separaat, welke personeelsformatie daarbij nodig is. Dan heb je het over de bestaande organisatie en je spreekt over een project. Het college is duidelijk van opvatting dat je het als geheel moet zien, het gaat over projecten, dus in clusief het personeel. Men moet dus niet spreken van forma tie X in relatie tot het project. Met andere woorden pro jecten is inclusief mensen. Natuurlijk moet het niet zo zijn dat er zaken worden toegerekend, want dat zit er ach ter, terwijl het eigenlijk binnen de staande organisatie of visa versa zou moeten. Die opmerking is natuurlijk wel te recht. Je moet ook zelf uiteraard de voorwaarden daarvoor opstellen Toen noemde de heer Jacobse als voorbeeld het digitale trapveld, maar hij gaf zelf het antwoord en zei: wij vinden het ook nodig dat het door moet gaan. Dat is een goed voor beeld, want zo vinden die afwegingen plaats. Dat is mis schien niet puur zakelijk geredeneerd, maar het gaat er wel om dat wij vinden dat iets moet, anders moet je zeggen dat iets niet moet. De differentiatie en de OZB-motie, waar de heer Jacobse ook over gesproken heeft, kom ik zo even op terug. De D66-fractie zegt dat de resultaten toch nog onvoldoende zijn, de voorbereidingen duren lang, zijn ondoorzichtig. Dat zijn algemene opmerkingen. Als wij het hebben over de projecten zelf, dan denk ik dat het goed is dat die projec ten in de betrokken commissies aan de orde zijn en dat wij precies de vinger moeten leggen waar de heer Hoogeveen in Blad 39 Verslag van de raadsvergadering van 13 november 2000 zijn algemeenheid over gesproken heeft, mocht dat waar zijn. Maar dan kan het ook worden getoetst. De heer Hoogeveen zegt over de Onroerend Zaakbelasting dat er stevige discussies zijn over het instrumentarium, de differentiatie nu weer. Hij zegt: 'hef die OZB maar op'. Het is eigenlijk geen goede basis om markt en waarde van onroerende zaken als een soort uitgangspunt van je gelden te hebben. Kortom, hij pleit voor een ander belastingstel sel binnen gemeentelijk verband. Hij komt met een motie sa men met de heer Stoker, de heer Jacobse en Boorsma over een nieuw systeem van belastingheffen, maar het besluit is om het college te verzoeken om binnen de VNG de toekomst van de OZB aan de orde te stellen. Overigens is het niet nieuw wat hij voorstelt, de gemeenteraad van Haren is hem voorge gaan, die heeft hetzelfde gedaan. Wij moeten hier natuur lijk ook niet de indruk wekken dat de Onroerend Zaakbelas ting een inferieur middel is om maar wat geld binnen te krijgen, het is natuurlijk wel een hele belangrijke belas ting. Ik wou er voor waarschuwen dat wij niet de sfeer moe ten creëren dat het wel wat meevalt, het gaat wel om f 60 miljoen inkomsten. Waar het natuurlijk om gaat in de motie is dat het college wordt verzocht binnen de VNG één en an der aan de orde te stellen. Dat kan, het college zegt dat zij dat best in een brief willen vragen aan de VNG, maar zonder die OZB bij voorbaat aan te tasten, maar de VNG te verzoeken om een aantal varianten op een rijtje te zetten. In die zin vinden wij de motie wat betreft het verzoek wel terecht, maar daarmee het middel om de OZB bij voorbaat af te schaffen niet, dat moet heel duidelijk zijn. De heer Boorsma heeft gesproken over de ombuigingsronde, moeten wij als raad niet vantevoren bepalen of dat wel no dig is. Hij noemt dan ook als voorbeeld grote projecten en ambities. De bedragen om de Begroting rond te krijgen ver eist natuurlijk wel dat als het een negatief verhaal wordt - en dat wordt het in 2002 - dat we een ombuiging toe moe ten passen, dat dwingt ons er wel toe. De vraag van gaan wij het doen of niet, u ziet dat aan de cijfers, is bij voorbaat niet aan de orde. Maar waar de heer Boorsma op wijst: kunnen wij meespreken over het geheel van hoe je dat voorbereidt, ik denk dat daar mevrouw Waanders een afdoend antwoord op gegeven heeft. Dan spreekt ook de heer Boorsma namens de SP-fractie over de ambities en de hoge doelstellingen. Daar heb ik het al over gehad, maar de heer Boorsma spreekt ook over het be staande beleid. Via de Perspectiefnota vindt de politieke discussie plaats, het juiste evenwicht van wat doe je met bestaand beleid, wat doe je met nieuw beleid en wat doe je met je projecten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 20