Blad 42
Verslag van de raadsvergadering van 13 november 2000
Zuid, de nieuwe uitleggebieden, Zuiderburen, ook kleinere
projecten in uitleggebieden, zijn complementair aan datgene
wat je binnenstedelijk doet. Dat moet natuurlijk een totale
woningmarkt zijn, dat is logisch. Als je allemaal hetzelfde
type woningen bouwt, is dat niet goed. Maar ik wil er wel
op wijzen dat Leeuwarden nog steeds teveel woningen aan de
onderkant van de woningmarkt heeft. Met andere woorden, als
je het over leegstand hebt, is dat niet het enige criterium
om daarop je Stedelijke Vernieuwing te oriënteren. Dat kan
niet, want dan zou in het westen van het land deze discus
sie niet hoeven te worden gevoerd. Dat is bij ons iets an
ders. Maar de achterliggende gedachte van uw allen is, dat
gevoelen heeft het college natuurlijk ook wel, dat er ver
anderingen optreden. Er is een spanning op die woningmarkt,
dat vind ik een betere uitdrukking dan te zeggen leegstand.
Is het college bereid om daar toch nog eens over van ge
dachten te wisselen binnen de commissie, daarover ligt er
een motie. Wij zijn van plan om binnen de Commissie Stads
ontwikkeling eind november met de nota Stand van Zaken te
komen. Dan vind ik het heel verstandig, als het gaat om de
veranderingen op de woningmarkt, met de plannen aan de
Noordrand op termijn in de commissie daarop terug te komen.
Dat betekent dat de nieuwe ontwikkelingen waar de SP-motie
over spreekt, om een discussie op gang te brengen, dat in
derdaad op dat moment te doen. (De heer Boorsma: Dat is na
tuurlijk mooi, maar wat ik mij wel afvraag is dat de wet
houder zegt dat er nog steeds teveel woningen aan de onder
kant van de markt zijn in Leeuwardenmaar tegelijkertijd
zegt hij dat leegstand niet het enige criterium is. Mijn
enige conclusie kan zijn dat dit betekent dat hij verder
wil gaan met slopen en daarna zijn er woningen beschikbaar
voor mensen aan de onderkant van de portemonneeZo inter
preteer ik dat. Als ik zijn woorden zo hoor, is dat alleen
maar een bevestiging van hetgeen wij al een hele tijd den
ken, namelijk dat er voor de mensen met een smalle porte
monnee, die veel te maken krijgen met Stedelijke Vernieu
wing, zometeen niks meer over is. Als ik dit zo hoor, denk
ik dat wij nu eindelijk helder op een rijtje hebben hoe de
wethouder erover denkt.) Ik begrijp de opstelling van de
heer Boorsma, alleen hij zegt het goed, zo interpreteert
hij het. Het gaat natuurlijk over de woningmarkt als to
taal. Wij hebben hier in juni, naar aanleiding van Achter
de Hoven/Vegelin, exact diezelfde discussie gevoerd. Toen
ging het er over dat iedereen, ook aan de onderkant van de
samenleving, recht heeft op een goede woning. Het kan niet
zo zijn dat je door middel van een renovatie-actie weer wo
ningen verbetert voor de komende tien jaar. Tegenwoordig
spreek je over tien jarentermijnenDaar, vind ik, moet de
discussie over gaan en niet het vraagstuk of mensen een wo
ning in herhuisvesting krijgen. Natuurlijk hebben wij daar
zorgen voor, daar moeten wij ook voor zorgen, duidelijk,
maar er liggen nog heel wat kwesties om op te lossen. Wij
Blad 43
Verslag van de raadsvergadering van 13 november 2000
hebben wat dat betreft binnen het ministerie een positie
gekregen dat wij een soort van pilot zijn van hoe gaat
Leeuwarden daarmee om, met hulp van de ministeries.
De heer Van Mourik maakt zich zorgen over de toekomst van
de buurten en wijken, daar ben ik op ingegaan. Hij heeft
een vraag gesteld over de follow-up van Achter de Ho
ven/Vegelin, want wij hadden zo'n mooie besluitvorming in
juni. Die follow-up was in juni zo geformuleerd dat we in
december met de planontwikkeling van Achter de Hoven/ Vege-
lin zouden komen. Dat zit nog precies op schema. Dus hij
kan niet zeggen dat hij nooit wat hoort.
De WOM (Wijkontwikkelingsmaatschappij.
De heer Van Mourik heeft al vaker de opmerking gemaakt dat
hij sterk de indruk heeft dat kosten worden doorgeschoven
en dat er vooral in het begin een enorme kostenpost is, er
is in feite nog niks gebeurd. Dat niks gebeurt, wil ik nu
niet over discussiëren, maar dat is natuurlijk te relative
ren, want er moet in het begin heel veel gebeuren wat plan
vorming betreft.
Nu de stand van zaken van de Wijkontwikkelingsmaatschappij.
Als het over Achter de Hoven/Vegelin gaat, hebben wij toen
inderdaad gezegd: nu moet die WOM er komen, dat is handig.
Maar hij komt er even niet, dat klopt. Waarom niet? Omdat
het voor de partners op dit moment niet aantrekkelijk is om
er in te stappen, dat wordt gezegd door de kandidaat part
ners, omdat er nog geen concrete plannen liggen, die ook
vertaald zijn naar bevoegdheden, verantwoordelijkheden en
financiën. Dat betekent dat er op dit moment geen directe
reden is om een Wijkontwikkelingsmaatschappij op te rich
ten, hoe jammer ik dat ook vind, laat dat duidelijk zijn,
want dan hadden wij heel veel zaken al kunnen beginnen.
Maar het hangt wel van partners af, die doen daar in mee.
Dat is nog steeds niet helemaal duidelijk. (De heer Van
Mourik: De wethouder heeft aangegeven dat er binnenkort
concrete plannen voor Achter de Hoven/Vegelin verwacht kun
nen worden, houdt dit in dat de gemeente dan zelf tot aan
koopactiviteiten overgaat, als die wijkontwikkelingsmaat
schappij er nog niet is?) Dat zou best kunnen.
De heer Jacobse spreekt over minimale taakstelling woning
bouw in verband met OKL, enz. en hij spreekt over slakken
die afremmen in de bocht. Ik moet zeggen dat dat dan wel
snelle slakken zijn, want wij zien met z'n allen, de heer
Van Mourik heeft dat ook duidelijk in zijn beginbetoog ge
zegd, wat er allemaal gebeurt in deze stad. Als de heer Ja
cobse dat vergelijkt met een slak, vind ik dat prima, ik
zal niet zeggen waar ik het allemaal mee kan vergelijken.
Maar hij heeft kennelijk andere beelden van snelheid.