Blad 76 Verslag van de raadsvergadering van 13 november 2000 lege niet gezegd dat het allemaal goed gaat met verschil lende mensen uit de Leeuwarder samenleving. Laten wij trou wens vaststellen dat het met het overgrote deel wel rede lijk tot zeer goed gaat. Of nu voor dat deel, waar het wat minder mee gaat, het instellen van een wethouder voor ge zinszaken het middel is, dat zal leiden tot groot succes, dat waag ik te betwijfelen. Ik heb in eerste termijn de formulering gekozen waar het college voor kiest en waarvan wij denken dat het tegemoet komt aan de problemen die hij ook signaleert. (De heer Stoker: Als dat instellen van een wethouder met gezinszaken in de portefeuille goed gebeurt dan zou dat wel effect hebben. Dat is waarom ik het ge vraagd heb en daar is men gewoon niet toe bereid, omdat men de problematiek bagatelliseert in mijn ogen. Daar zal ik de komende tijd meerdere keren op gaan wijzen, wanneer dat weer aan de orde is. Misschien dat wij dan met elkaar tot andere inzichten komen.) De problemen worden niet door het college gebagatelliseerd. Het gaat erom als wij met elkaar een probleem constateren, dat het college in eerste instan tie gesteund door de raad dat instrument inzet dat het meest effectief blijkt te zijn in de praktijk. Het college waagt te betwijfelen dat het instellen van een wethouder voor gezinszaken het meest effectieve instrument zou zijn. De heer Boorsma heeft nog het een en ander gezegd naar aan leiding van het meerjareninvesteringsprogrammaWat ik zo juist heb proberen te zeggen is om nu al te veronderstellen dat de verhuizing van de twee voorzieningen, die hij noemt, een gegeven is, is te prematuur. Er zijn wel gelden gere serveerd, ondermeer in het SIOF, om bij een eventuele ver huizing of aankoop van gronden of verplaatsingen gelden vanuit de gemeente ook naast gelden van anderen te zetten om dat te bewerkstelligen. Dat is gewoon zorgen dat je je zaken op orde hebt, als de discussie gelopen is, je dan ook kunt handelen. Maar nogmaals of dat concreet datgene bete kent, zoals hij dat in eerste termijn heeft geformuleerd, dat is te prematuur. Dat staat trouwens ook niet in de tekst. (De heer Boorsma: Voor een deel kan ik dat volgen, maar het is natuurlijk wel zo dat indien het haalbaarheids onderzoek dit mogelijk acht, de wethouder er op termijn wel naar streeft om die voorzieningen daar weg te krijgen.) La ten wij nu eerst dat haalbaarheidsonderzoek afwachten en zou het zo zijn dat het haalbaarheidsonderzoek zegt dat juist op die locatie iets nieuws gerealiseerd moet worden, dan is nog de vraag of de gelden van de gemeente, die nu gereserveerd zijn, feitelijk ingezet moeten gaan worden om die verhuizing te laten plaatsvinden. Wij moeten eerst af wachten. Als wij zeker hadden geweten dat wij mee moeten betalen aan de verhuizing van zowel de kinderboerderij als de manege, hadden wij dat ook in het MIP kunnen benoemen. (De heer Boorsma: Het financiële verhaal is allemaal hel der, maar het gaat mij erom of het college de intentie Blad 77 Verslag van de raadsvergadering van 13 november 2000 heeft om op termijn indien mogelijk de voorzieningen daar weg te halen.) Vooralsnog zegt het college dat er op dit moment helemaal geen reden is om te zeggen dat wij die din gen daar weg willen hebben. Misschien komen wij daar op te rug, maar dan voeren wij met de raad die discussie. De Voorzitter: Wij zijn aan het einde gekomen van de be raadslagingen Mevrouw Waanders: Voor wij tot stemming overgaan zou ik graag nog een opmerking willen maken over ons stemgedrag over de motie van de SP-fractie. Ik heb in tweede instantie gezegd dat ik ervan uit ben gegaan, op basis van de reactie van de wethouder in eerste termijn, dat de gegevens waar de SP-fractie om vraagt ook gepresenteerd worden. Uit de dis cussie, die zich in tweede termijn afspeelde, hebben wij de indruk dat die gegevens niet meegenomen zullen worden. Wij zijn het wel met de SP-fractie eens dat bij de behandeling van het kaderplan heel duidelijk ook is uitgegaan van leeg stand als een van de pijlers. Als zich op dat terrein ande re ontwikkelingen voordoen, is het dan niet verstandig om die laatste ontwikkelingen ook mee te nemen? De heer Bilker (weth.): In eerste instantie heb ik namens het college daar een uitspraak over gedaan, ook nog toege zegd dat er een notitie in de commissie komt en ik heb in de commissie nog gezegd dat er zelfs een notitie woningbouw in de commissie komt. Mevrouw Uiterwijk Winkel: Het college heeft aangegeven bij haar beantwoording in tweede termijn dat wat onze motie be treft het effect fiscaal hetzelfde is als de motie van de PvdA-fractie, derhalve trekken wij de motie in. Wij zullen de motie van de PvdA-fractie niet steunen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de moties. Motie nr. 1 van de PvdA-fractie betreffende de eindejaars uitkering aan Wiw-ers. De motie van mevrouw Waanders namens de PvdA-fractie, mede- ondertekend door de heer Stoker namens de GPV/RPF/SGP- fractie, de heer Krol namens de CDA-fractie, de heer Hooge- veen namens de D66-fractie, de heer Jacobse namens de NLP- fractie en de heer Boorsma namens de SP-fractie wordt aan genomen met 24 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de leden van de VVD-fractie en de PAL/GroenLinks-fractie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 39