Blad 12 Verslag van de raadsvergadering van 13 november 2000 de Begroting 2001. Hierin is in een bijlage een waslijst aan tegenvallers opgenomen, die nu moeten worden verwerkt in de begrotingspositie. Het is tekenend dat het budget van f 1 miljoen voor tegen vallers in het komende begrotingsjaar nu al is uitgeput en dat de hogere bijdrage, die wij op grond van de september circulaire mogen verwachten, nu al is aangewend om de ra mingen, die aan de begroting 2001 ten grondslag liggen, een meer realistische karakter te geven. Als ik dan de verge lijking maak met de Tussenrapportage voor het lopende be grotingsjaar, dan zie je dat daar de stelpost van tegenval lers pas in oktober of november wordt aangewend en dat daarmee dus een buffer aanwezig is in het lopende begro tingsjaar. Die buffer ontberen wij in het komende begro tingsjaar en dat vinden wij geen positieve ontwikkeling. Het feit dat wij in een tijdsbestek van enkele weken met forse tegenvallers zijn geconfronteerd is zorgelijk. Naast vragen over de administratieve organisatie leidt dit tot de vraag of er niet te veel activiteiten op stapel staan, of ons apparaat een en ander nog wel kan behappen en of het niet noodzakelijk is om prioriteiten te stellen, ook en vooral naar aanleiding van de beperkte gemeentelijke midde len en de veelheid aan plannen. Uit het Meerjaren Investe ringsprogramma, dat bij de Begroting hoort, blijkt dat alle investeringen, hard en zacht, het gemeentelijk vermogen verre overstijgen. En natuurlijk zal er dan vaak sprake zijn van aanzienlijke bijdragen van derden, maar dan nog zijn de gemeentelijke middelen volgens de VVD-fractie niet toereikend om alle investeringen ook daadwerkelijk ter hand te kunnen nemen. Nu is de vraag of je dan op dit moment toch energie en capaciteit moet blijven steken in de voor bereiding van plannen, of dat je nu besluit om gericht in te zetten op een beperkter aantal projecten, waarvan de kwaliteit van voorbereiding en uitvoering dan ook voor 100% gewaarborgd kan worden. Graag de mening van het college over het aanscherpen van het aantal projecten dat in voor bereiding is. Dat is dus niet de discussie over de planning en controlcy- clus, zoals onder andere de PvdA-fractie die heeft aange kondigd, maar dat is een heldere beoordeling van de werk- hoeveelheid en de vraag of deze ook verminderd moet worden. De afgelopen tijd is door mij herhaaldelijk gevraagd naar een overzicht van lopende projecten, de formatie (intern en extern) die daarbij betrokken is, de budgetten waarmee ge werkt wordt en de doelen die gesteld zijn, zowel inhoude lijk als in de tijd gezet. Bij de behandeling van de Per spectiefnota is hier van de kant van het college ook een toezegging over gedaan. Achterliggende gedachte bij de vragen is het feit dat een aanzienlijk deel van het werk inmiddels projectmatig ge Blad 13 Verslag van de raadsvergadering van 13 november 2000 schiedt en dat de aansluiting van de projectadministraties op de gemeentebegroting niet optimaal is geregeld, waardoor het moeilijk is om een goed beeld te krijgen. Dit jaar is op verschillende manieren informatie aangeleverd, met name vanuit de diensten Stadsontwikkeling en Welzijn. Dit is een stap in de goede richting, zij het dat verdere verbetering gewenst is. Informatie vanuit de projecten moet een struc turele plaats krijgen binnen de financiële besluitvorming van onze raad. Er is nu nog te veel sprake van éénmalige exercities die onevenredig veel tijd en energie vragen, terwijl de grote investeringen, maar ook de risico's, vaak juist in die projecten verscholen zitten. Deelt het college de mening dat de informatie verder gestroomlijnd moet wor den en dat deze zowel bij Perspectief als bij de Begroting een vast onderdeel moet vormen van de financiële informa tie? Ik kom dan op het Grondbedrijf. Er is de laatste jaren hard gewerkt om ons Grondbedrijf meer transparant te laten worden, waarbij er reële inschat tingen kunnen worden gemaakt van risico's naar de toekomst toe en waarbij tevens erfenissen uit het verleden op een correcte manier worden afgedekt en verwerkt. Het werk, dat daaraan verbonden is, mag niet onderschat worden. Er is een forse slag gemaakt en er moet nog veel gebeuren. Het jaar lijks bekijken van alle complexen die onder handen zijn, aan de hand van de meest actuele cijfers op het gebied van rentestand en loon en prijspeil, is noodzakelijk om correct beleid te kunnen voeren. Bij die jaarlijkse toets moet ook bekeken worden of er aanleiding bestaat, aan de hand van een reële risico-inschatting, om een gedeelte winst te ne men óf om een verlies af te dekken uit de algemene midde len Met het meer transparant worden van het Grondbedrijf neemt echter ook de druk toe om dit deel van onze organisatie te gaan beschouwen als een kip met de gouden eieren, waarbij allerlei investeringen, bijvoorbeeld in de bestaande stad, op voorzieningengebied, welzijnsterreinen deels ten laste zouden moeten worden gebracht van het Grondbedrijf. Dit is een lijn en een tendens die wij afwijzen. Dit soort voorzieningen horen minder thuis in een normale exploita tieraming en moeten afzonderlijk financieel worden gedekt. Het proces van transparantie wordt niet bevorderd door het opvoeren van oneigenlijke kostenposten in lopende com plexen Het is wat anders als de raad besluit om een jaarlijkse onttrekking voor een bepaald doel te bestemmen. Dan staat de volle bandbreedte van de gemeentelijke bestedingsmoge lijkheden in principe open en dan zou ook een link met de bestaande stad kunnen worden gelegd, mijnheer Krol. En dan kan ook een afweging met betrekking tot de risico's plaats vinden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 7