Blad 12
Verslag van de raadsvergadering van 20 november 2000
de ambities van het nieuwe Centrum voor Beeldende Kunst.
Wij hebben alleen een opmerking bij het laatste regeltje
van de herbouw. Wij hebben nadrukkelijk geen bezwaar tegen
de afbraak van het badhuis, wat in vergelijking tot de rest
van de infirmerie een veel jonger gedeelte is. Ik vind het
idee heel aansprekend dat je op die manier een heel mooie
entree kan bieden aan de kant van de Noordersingel en op
die wijze de gesloten carré van de infirmerie wat open kan
breken, als symbool voor de openheid van de kunst in dit
nieuwe centrum in Leeuwarden.
Eén punt van aandacht nog. Op de plaats waar de glazen pui
op de tekening is gepland, staat een boom. Ik geloof dat er
al sprake van geweest is om die op de een of andere manier
in het ontwerp in te plannen. Daar vraag ik nu vast aan
dacht voor in de commissie.
Verder stemmen wij met het voorstel, zoals het er nu ligt,
van harte in.
De hear De Jong: Dit underwerp is al in pear kear oan'e
oarder west yn de kommisje en dêr is diskusje west oer de
finansjele kant fan it ferhaal en ek oer de bouplannen. Wat
de finansjele kant oanbelanget geane wy akkoard, mar der
wol by sein dat de gemeente no wol oan har limyt is as je
sjogge nei de stipe dy't CBK krigen hat. Ik referear dêrby
ek even oan de fraach fan de CDA-fraksje. Se moatte no op
eigen krêft fierder. De bouplannen sjogge der goed üt, al-
linnich moat noch ündersocht wurde of it badhüs ek in plak
je fine kin yn it nije gehiel.
Mar yn it kolleezjefoarstel by punt 5 stiet: 'wij moeten
ruimte bieden voor het offeren van de aanwezige esdoorn'
De fraach is net yn'e kommisje oan'e oarder west, de hear
Sluiter freget der ek nei. Ik nim oan dat wy no jün net de
beslissing nimme om dy beam der wei te heljen en dat der
gewoan neffens de normale prosedueres in kapfergunning oan-
frege wurde moat, wêr't minsken dan beswier op yntsjinje
kinne
De heer Brok (weth.): Mevrouw Mol heeft het één en ander
gezegd over het terugkooprecht van de gemeente en kiest
daarbij een beetje een sombere insteek, moet ik eerlijk
zeggen
De gemeente neemt bij verkoop altijd een bepaald risico,
ook als je weet dat er nog het één en ander gerealiseerd
moet worden, alvorens daar sprake zal zijn van het Centrum
voor Beeldende Kunst, maar je kunt nu eenmaal niet een ome
let bakken zonder eerst een ei te breken. Ik denk in die
zin dat we ook het vertrouwen uit moeten stralen als raad
zijnde als we het hebben over de ontwikkeling van het Cen
trum voor Beeldende Kunst en ook de verkoop voor één gulden
van dat gebouw aan de stichting. De stichting is opgericht
Blad 13
Verslag van de raadsvergadering van 20 november 2000
met als doel te komen in dat gebouw tot een Centrum voor
Beeldende Kunst en alles wijst erop dat men er ook in
slaagt, gezien de gelden die men ook genegeerd bij anderen.
Uw vraag is er vooral op gericht: stel nu dat het toch ver
keerd gaat. Ik heb in de commissie ook gezegd, dat moeten
we niet stellen. Daarvoor is een ontsnappingsclausule.
Daarin is opgenomen dat het voor een bepaald bedrag (art.
15) 1 gld. minus 10 procent teruggekocht zou kunnen gaan
worden. Als er aan die constructie niet meegewerkt gaat
worden, dan is er een boeteclausule van f. 250.000,-. Dat
is juridisch getoetst, dus ik ga er vanuit dat er voldoende
waarborgen gegeven zijn, om niet een kant op te gaan met
het gebouw, die als onwenselijk bestemd mag worden.
De heer Sluiter spreekt over het badhuis. In de commissie
is het standpunt van het college naar voren gebracht dat in
ieder geval het concept, zoals het daar gepresenteerd werd
door de stichting, met veel respect voor de wijze waarop
dat in een aparte bijeenkomst gepresenteerd is, niet de in
stemming heeft van het college als we het hebben over het
totaal wegbreken en het transparant laten zijn van het bad
huis en alles wat daarmee annex is. Het college heeft ge
zegd, daar moeten ook andere varianten denkbaar zijn en
heeft de formulering gekozen met betrekking tot het badhuis
dat we dat met respect moeten benaderen.
Tegelijkertijd heeft het college gezegd dat we transparant
heid willen en toen is de discussie geweest om dan met twee
varianten te komen. Daarvan hebben wij gezegd: dat doen we
niet. We gaan ervan uit dat we in het vervolgtraject tot
één model zullen komen en dat wordt teruggekoppeld met de
commissie
(De heer Jacobse: Even kreeg ik de indruk dat de wethou
der zei: op het moment dat het pand met winst verkocht
wordt en men wil zich niet houden aan die terugkooprege
ling die wij afgesproken hebben, dan betaalt men een
boete van f 250.000,--.)
Dat heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd wat er gaat gebeuren
op het moment dat men het pand van de eigenaar wil gaan
vervreemden, daar heb ik naar verwezen, naar de boeteclau
sule die daarover is opgenomen. (De heer JacobseStel het
concreet geval, de stichting zegt dat zij het voor f 10
miljoen kan verkopen. De gemeente krijgt f 250.000,- en de
andere f 750.000,- steken wij in onze eigen zak. Kan dat ja
of nee?) Nee, trouwens dit heeft de heer Jacobse kunnen le
zen in de stukken. Ik zeg precies wat er in de stukken
staat, de gemeente heeft het recht van eerste terug koop,
dus het verhaal dat hij schetst zal zich in de praktijk
niet voordoen. Als men zich er niet aan houdt, is daar een
boeteclausule in opgenomen, dat heb ik gezegd. Dit komt nog
terug in de commissie.