Blad 26 Verslag van de raadsvergadering van 18 december 2000 pas beoordelen als de aanbesteding en gunning achter de rug is. De trits sternet, servicenet en aanvullend net, zien wij inderdaad als een kwaliteitsverbetering. Zeker als je het beziet in samenhang met elkaar. Het sternet snel en direct. Het servicenet langzamer en indirect. Als vangnet het collectief vervoer, de Wvg en geïndiceerden De CDA-fractie vindt het positief dat meer mensen behorende tot de Wvg-groep nu van het reguliere vervoer in de vorm van servicenet gebruik kunnen maken. Dat bevordert de integratie. Dat er hierdoor ook een verschuiving kan plaatsvinden qua geldstroom is mooi meegenomen. Het mes snijdt in dit opzicht aan twee kanten. Er zijn nog wel een paar kritische kanttekeningen te maken. Uitgangspunt voor het opstellen van het plan van eisen is geweest om optimaal gebruik te maken van de creativiteit van de inschrijvers. Het program van eisen bevat een minimumpakket, alleen door marktwerking - dat is de vurige wens van het college - moet er uiteindelijk een betere kwaliteit uitkomen. Dat was ook de essentie van de kritiek van de CDA-fractie in de commissie. Geef liever klip en klaar aan welke diensten en tegen welke kwaliteit je van de vervoerder verwacht. In het algemeen geldt bij aanbeste dingsprocedures zoveel te helderder het program van eisen, zoveel te beter kan het bestek worden opgemaakt en deste beter kunnen de vervoerders kun kosten calculeren en de markt kan via de concurrentie haar werk doen. Nu kunnen ze nog 4% verdienen door extra. Uitgangspunt is nog altijd dat het program van eisen bestuurlijk wordt vastgesteld. De raad geeft dus zelf aan wat hij wil. Het moet niet zo zijn dat de gemeente afhankelijk wordt van hetgeen de aanbieders als alternatieven aanbieden. Misschien zijn de uitkomsten van de opties ons niet welgevallig. Aan de andere kant moet worden gezegd, een goed bestek moet prikkelen tot concurre rende aanbiedingen. Wij geven in dit opzicht het voordeel van de twijfel, mede omdat duidelijk is dat het vervoer ook betaald moet worden. Wel vraagt de CDA-fractie om voordat tot definitieve gunning wordt overgegaan, de uitkomsten aan de Commissie Stadsontwikkeling worden voorgelegd. Ik mag bijna aannemen dat dat vanzelfsprekend is. In Bilgaard, maar ook andere gebieden, hebben veel bewoners zich zorgen gemaakt over het serviceniveau. Ook in de Reactienota heeft het college toegeven dat er voor De Kei sprake is van een kwaliteitsverslechtering ten opzichte van de huidige situatie. Ook bij de CDA-fractie lag dit zwaar. Wij zijn voorlopig content dat dit college zich alsnog bereid heeft verklaard dat er in het program van eisen wordt opgenomen dat De Kei zowel overdag als 's avonds wordt bediend door het sternet en niet door het servicenet. Hoewel dit ten koste zal gaan van de snelheid, moeten we dit maar voor lief nemen. Bereikbaarheid gaat in dit geval boven snelheid. Temeer is deze wijziging acceptabel, omdat Blad 27 Verslag van de raadsvergadering van 18 december 2000 ook voor de bewoners van het Havankpark hierdoor een verbetering ontstaat. Het is echter nog als een optie opgenomen. Als straks bij de gunning gekozen moet worden, heeft dit voor ons een hoge prioriteit, omdat in Bilgaard veel ouderen en allochtonen wonen, die grotendeels op het openbaar vervoer zijn aangewezen. Bovendien is Bilgaard prioritair gebied in het proces van de stedelijke vernieu wing. Juist in een achterstandswijk moet je zuinig zijn op het voorzieningenniveau en ook op het openbaar vervoer. Een andere optie, wat we nu hebben kunnen terugvinden, is de bediening van de bedrijventerreinen Hemrik en Leeuwar den-west. Wij vinden dit prima maar we twijfelen of er een andere situatie is dan een paar jaar geleden. Toen is al eens een proef gehouden in het bedrijventerrein De Hemrik. We zijn benieuwd hoe de potentiële concessiehouders hier tegen aan kijken. Deze optie heeft voor ons een lagere prioriteit dan bijvoorbeeld de aangebrachte wijziging in het plan van eisen voor Bilgaard, omdat juist voor werkne mers op industrieterreinen geldt dat deze moeilijk uit de auto te branden zijn, omdat er genoeg parkeervoorzieningen zijn. Bovendien zijn er andere instrumenten om het vervoer per auto te verminderen, bijvoorbeeld via vervoersmanage ment en carpooling. Een ander punt van zorg blijft voor de fractie dat er mogelijk straks verschillende concessiehouders kunnen komen voor het stadsnet en het aanvullend net. Aangegeven is dat in het program van eisen en bestek de vervoersmaatschappij en hier goede afspraken over moeten worden gemaakt. Het structureren van de communicatie via het stellen van regels in het program van eisen mag een goede zaak zijn, maar het betekent nog niet dat het in de praktijk altijd goed verloopt. Zie ook de flop op dit gebied tussen de Nederlandse Spoorwegen en Loover in Noord-Holland. De passagiers zijn altijd de dupe, als men samen niet door één deur kan. De rol van de gemeente is dan vaak die van toeschouwer, want met kwade honden is het nu eenmaal slecht hazen vangen. Stel dat het niet goed gaat en de klachten van de passagiers als een lawine over ons allen wordt uitgestort, welke sancties heeft het college dan? Zit er een boeteclausule op of blijven we gedurende de concessie periode opgescheept met de problemen? Of is het beter om nu te zeggen dat we niet met twee vervoermaatschappijen naast elkaar willen werken, gezien de directe relatie, die er bestaat tussen het collectief vervoer en het servicenet. Twee maatschappijen, werkzaam met vermoedelijke geheel verschillende bedrijfsculturen en bovendien in de dagelijk se praktijk eikaars concurrenten, zien we niet zo zitten. Daarom de vraag: wat zijn nu de beweegredenen geweest van het college om eventueel op die percelen afzonderlijk te laten inschrijven en mogelijk ook te gunnen? Ik kan de rnrnmm Hi "UWI RSHI SP8 HE! mi

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 14