Blad 52
Verslag van de raadsvergadering van 12 februari 2001
Cement'Om gelijk te blijven lopen met de landelijke
Cultuurnota
Door krantenartikelen, door geruchten over subsidie voor
het Princessehofhad ik een vooroordeel tegen de landelij
ke Cultuurnota gekregen. Maar nu ik de Nota Cultuur als
confrontatie en ruimbaar voor culturele diversiteit als
vergelijking naast onze Cultuurnota heb gelegd, heb ik toch
wel waardering gekregen voor de staatssecretaris. U zult
aan het eind merken waarom. Er staan mooie enormiteiten in,
zoals wie nog geen subsidie heeft, die wil subsidie', dat
merken we dan en 'wie al wel subsidie heeft, wil meer'En
nog eentje: 'De Cultuurnota is geen instrument meer voor
verandering, maar een toegangskaartje voor het eeuwige
leven'De staatssecretaris constateert dat cultuurbeleid
tot cultuuraanbodbeleid is verworden, dat voor het aanbod
publiek moet worden gezocht. Dit noemen we dan participa
tie. Dus Leeuwarden heeft een participatiebeleid.
Hij geeft vier redenen waarom cultuurbeleid als aanbodbe-
leid tekort schiet, daar ga ik nu niet op in.
In onze Cultuurnota staat als beleid, versterking van het
productieklimaat, aanbod dus, met als noodzakelijke conse
quentie de bevordering van de participatie. De Cultuurnota
is een fijn, maar zorgvuldig afgewogen, subsidiestelsel. De
veilige haven van aanbodsubsidies belemmeren wel de dyna
miek. Er is vorig jaar een adviescommissie ingesteld van
professionals, welke adviseren zal voor de amateurkunst.
Zij krijgt subsidie wanneer ze vernieuwende projecten
aanbiedt met uitstraling voor de stad. Dat wil de staatsse
cretaris ook. Ik heb brieven van de staatssecretaris aan
onze wethouder gezien, waarin zij zeer genoeglijk over deze
items gesproken hebben.
In het cultuuraanbod ontbrak nog een portie popcultuur.
Leeuwarden zou een onderscoring hebben bij het landelijk
gemiddelde. Een overschrijding van dit getal lijkt mij
bijna onmogelijk. Als ik in de auto rijd, is het niet
mogelijk een zender te vinden zonder pop. Op een zaterdag
ochtend waren er wedstrijden tussen de dorpsscholen in
Fryslan, wat er voor ballast in die hoofdjes zat over de
vergankelijke pophelden, hou je niet voor mogelijk. Doe ik
de televisie aan, dan zie ik een zee van mensen deinend met
de armen omhoog als zeepoliepen, 's Morgens doe ik mijn
ogen open bij het geluid van de wekkerradio met Aaipop, I
do, I feel, I love en I wanna fuck you. In de commissiever
gadering heb ik aangegeven dat deze grote belangstelling
voor mij niet hoeft, dat ik een monocultuur vreesde.
Ook in de commissievergadering heeft de wethouder gepro
beerd in de zeer korte tijd, die hem daartoe was gegeven,
zoveel mogelijk vragen te beantwoorden. Hij krijgt nu
natuurlijk ook heel weinig tijd. Na de vergadering bleven
nog enige zaken onze fractie niet geheel duidelijk. In de
Blad 53
Verslag van de raadsvergadering van 12 februari 2001
afgelopen week is er dan ook schriftelijk en mondeling
contact met de wethouder geweest om over deze zaken duide
lijkheid te verkrijgen. Vooral op de eufemistisch ondiplo
matieke voortzetting van de toegezonden post over Theater
Romein door een belangengroep. Dat overleg met de wethouder
heeft ons voldoende vertrouwen gegeven dat met de voorstel
len van het college een onafhankelijk voortbestaan van
Theater Romein mogelijk is en daarbij naast pop ook andere
vormen van kleinschalig theater een plaats kunnen behouden.
Ik heb een zwak voor cultuureducatie. Bij een werkbezoek
aan de Vrijheidsschool hebben wij ook een klas bezocht met
naschoolse activiteiten. Het woord 'opvang' wil bij niet
over de lippen. Een tiental kinderen waren aan het kleien.
Ik was ontroerd door de werkstukken, wat een creativiteit.
Nadien ben ik een groot voorstander van naschoolse activi
teiten geworden. Daarmee annex trof mij de inspreker van
Parnas. Deze wilde alleen een breed pallet op de scholen
onderwijzen. Hij wou niet beëngd zijn tot popcultuur op de
school te onderwijzen. Hij wou een heel breed scala onder
wijzen. Daar ben ik het volkomen mee eens. Het onderwijs op
scholen wordt niet alleen gegeven om een beroep te leren en
voor kennisoverdracht, zeker ook voor cultuuroverdracht en
voor de persoonlijke vorming. In mijn notitie over jeugdbe
leid heb ik aangegeven dan één van de drijvende krachten
bij de persoonlijkheidsontwikkeling is de creativiteit. In
creativiteit zijn we mens. Omdat ik dit zo'n belangrijk
gegeven vind, heb ik ter stimulering van beleid op dit
gebied van cultuur en creativiteit voor jongeren een motie
opgesteld.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 12 februari 2001,
behandelende de Nota Kunst en Cultuur 2001-2004,
overwegende dat
- het voor de ontwikkeling van jongeren gewenst is
actief deel te nemen aan kunstbeoefening;
- verenigingen op het gebied van amateuristische
kunstbeoefening hiervoor zeer geëigend zijn;
- vereniging tot amateuristische kunstbeoefening baat
hebben bij een jonge aanwas van leden, mede gelet op
de continuïteit;
besluit
- een bedrag van f 50.000,- extra te bestemmen voor
activiteiten van verenigingen op het gebied van ama
teuristische kunst, die gericht zijn op het betrek
ken van jongeren bij hun vereniging en het verwerven
van jonge leden tot de leeftijd van 16 jaar;
- de uitwerking van deze regeling in handen te stellen
van burgemeester en wethouders;
- de uitgave te dekken door het schrappen van het
project Artists in Residence;