Blad 10 Verslag van de raadsvergadering van 12 februari 2001 man zei: dat is toch mijn eigen risico. Waarop de agent zei: dat kan wel zijn, maar ik moet de troep weer opruimen. Ik zal mij sterk verzetten tegen de aanwezigheid van een cannabiszaak in mijn straat of buurt. Als ik spreek met binnenstadbewoners, dan spreken zij vrijwel allemaal van angst. Angst voor de bezoekers, voor het type mensen dat er gebruik van maakt. Angst voor de exploitant om hem of haar aan te spreken op dingen die gebeuren rond deze gedoogde verkooppunten van cannabisproducten. Let wel, ik zeg niet dat die angst gerechtvaardigd is. Ik kan dat ook niet beoordelen, ik woon daar niet. Ik constateer uit gesprek ken, die wij gevoerd hebben onder andere op de wijkavonden, dat die angst er is. Ook brieven krijgen we daarover. Als je kijkt naar ons uitgangspunt, 'wat ge niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet', dan zou je moeten zeggen: dat soort zaken zouden niet moeten bestaan. Als ze dan toch moeten bestaan, dan ergens op een achteraf gelegen terrein, waar omwonenden er geen last van hebben. Cannabisproducten kunnen heel nuttig zijn in de geneeskun de. Dat gebruik staat vanavond niet ter discussie. Tot zover de principes. Nu de praktijk. Coffeeshops zijn de afgelopen jaren als paddestoelen uit de grond gekomen. Is het dan reëel om te zeggen en nu allemaal dicht? Nee, dat lijkt ons niet reëel. Dan zeggen we voor zitter, uw voorstel is een forse stap in de goede richting, die we van harte toejuichen en ondersteunen. Maar er ontbreekt nog iets, dat is de langere termijnvisie. Wij vinden dat na de sanering van de komende jaren er verder gegaan zou moeten worden met het beperken van het aantal plaatsen waar cannabisproducten worden aangeboden. Ook voor de overige zaken zou een uitsterfconstructie moeten gelden tot het aantal is bereikt dat bij een regiostad als Leeu warden hoort. Er is naar ons oordeel geen goede reden om in Leeuwarden twee keer zo veel zaken toe te staan dan het Bureau voor Steun en Informatie Drugs en Veiligheid aan geeft. Want ook de andere gemeenten, die onderzocht zijn, hebben een regionale markt. We zullen u straks daartoe een motie voorleggen. De sluitingstijden. Voorzitter, we waren het met u eens, echter u bent nu van mening veranderd. Dat betekent dat we het nu oneens zijn. Het is volgens ons niet aannemelijk dat iemand die om 1.00 uur niet in de binnenstad behoeft te zijn voor het uit gaansleven in disco's of cafés naar de binnenstad gaat om een stickie te halen. Die heeft dat van tevoren gekocht of laat dat door een koerier bezorgen. Als je dan toch schei ding der markten wilt, maak dan één verkooppunt voor 's nachts buiten de binnenstad, zodat omwonenden daar geen last van hebben. Bijvoorbeeld de Holstmeerweg lijkt ons een goede locatie. Blad 11 Verslag van de raadsvergadering van 12 februari 2001 Uw voorstel is een forse stap in de goede richting, wij ontkennen dat niet. Wij doen een beroep op u, het verhaal rond de sluitingstijden en de levering 's nachts, ook gelet op de nachtrust van omwonenden, nog eens te bezien. We stellen de raad voor u te adviseren om op den duur via een uitsterfconstructie verder te gaan op de weg van beperking van het aantal verstrekpunten van cannabisproducten. Wij doen dat met de volgende motie. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 februari 2001, behandelende het coffeeshopbeleid; overwegende - uit informatie van het Steun- Informatiepunt Drugs en Veiligheid, dat een samenwerkingsverband vormt met de VNG, blijkt dat de meeste gemeenten een norm hanteren van 1 coffeeshop per 15.000 tot 40.000 in woners - dat Leeuwarden volgens deze norm aan een aantal van minimaal 2 en maximaal 6 coffeeshops voldoende heeft - dat uit het rapport "Coffeeshops geteld" blijkt dat Leeuwarden ten opzichte van andere grotere gemeenten hoog scoort qua aantal coffeeshops; besluit de burgemeester te adviseren om naast geplande be drijfsbeëindiging van 3 coffeeshops in het deconcen- tratiegebied binnen 3 jaar, voor de overige zaken een uitsterfconstructie toe te passen tot een aantal is bereikt gelijk aan de norm die het Steun- Informa tiepunt Drugs en Veiligheid hanteert; en gaat over tot de orde van de dag". De heer Krol: De CDA-fractie kan zich voor een groot deel vinden in het besluit dat vanavond aan ons wordt voorge legd. Zonder voorgaande discussies te willen overdoen, daarvoor verwijs ik naar de drugsnotitie van de CDA-fractie en de verslagen van de commissies, wil ik hier vanavond kort ingaan op het punt waar we het niet mee eens zijn. De CDA-fractie heeft telkenmale aangedrongen op het vermin deren van het aantal coffeeshops. Het college stelt op dit moment een maximum stelsel van twaalf coffeeshops voor. Hiervoor wordt volgens de fractie geen acceptabele min of meer objectieve onderbouwing gegeven. Er wordt alleen gesteld in de raadsbrief dat er twaalf coffeeshops dienen te worden gedoogd, gelet op de omvang van de stad en het vervullen van de regiofunctie. Daar staat tegenover dat er in andere vergelijkbare steden anders wordt omgegaan met het aantal te gedogen coffeeshops. Ik noem als voorbeelden Apeldoorn en Den Haag en zo zijn er nog wel een aantal te

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 6