Blad 18
Verslag van de raadsvergadering van 19 maart 2001
ner pleintje. Hier gaat het er ook om dat je op bepaalde
plaatsen toch met vrij eenvoudige middelen de omgeving
vorstvrij kunt houden, waardoor je van het buitenterrein
van het pand gebruik kunt maken. Wij hebben een aantal si
tuaties gekend, waarbij wij dachten dat wij alles dichtge
timmerd hadden, maar de creativiteit van ondernemers is
buitengewoon groot. Wij zien trouwens in de totale detail
handel dat steeds meer van de buitenterreinen wordt benut.
Ik denk dat er niets op tegen is, ik geloof ook niet zozeer
dat die handhaving een probleem is, want als je dat duide
lijk maakt, dan weet iedereen dat in periode van 1 november
tot 1 april er een bepaald regiem geldt en volgens mij is
dat niet zo moeilijk te handhaven. Het is uiteindelijk een
kwestie van wil je dat nu regelen en daarmee voorkomen dat
je in de toekomst te maken krijgt met allerlei overgangs
rechten en dergelijke, mochten er zich bepaalde situaties
voordoen waarvan je zegt dat willen wij niet in de binnen
stad op die tijden hebben. Of dat je zegt, wij regelen dat
voorlopig eerst zo, want er is nog geen behoefte om 's
avonds open te gaan. Dan zeg ik, regel dat dan, want nu kun
je het regelen. Als je nu iedereen een vergunning geeft om
dat ook in de avonduren in de winter te doen en je wilt
daar later van terug komen, dan zit je met allerlei beper
kende rechten en dan zit je met overgangsfases van tien tot
vijftien naar. Ik denk dat wij daar niet aan moeten.
De heer Stoker: In de commissie hebben wij al aangegeven
geen voorstander te zijn van de verruiming van de periode
van 1 april tot 1 november. Ik acht het voorstel van de
heer Jacobse toch een acceptabele nuance van wat wij vin
den. Dus wij zullen dat van harte steunen. Als vanuit het
college het punt van de duidelijkheid naar voren wordt ge
bracht, dan schiet ik daar volgens mij niet veel mee op. De
regeling was duidelijk en de nuance, zoals die nu wordt
aangegeven door de NLP-fractie, is dacht ik door iedere on
dernemer te begrijpen. Dus daar hebben wij geen moeite mee.
De heer Kruithof: Ik neem aan dat bij die twaalf dagenrege
ling ook evenementen zoals Straatfestival, wielerkampioen
schap enz. horen.
De Voorzitter: Het antwoord op de vraag van de heer Kruit
hof is ja.
Ten aanzien van de heer Stoker, er was geen beleid in deze,
dat wil zeggen de een was tot half drie open, de ander tot
drie uur. Het gebruik was volstrekt willekeur geworden. Wij
bedoelen hiermee inderdaad dit te beheersen.
Blad 19
Verslag van de raadsvergadering van 19 maart 2001
De aantekening ten aanzien van dit stuk heeft hij in de
commissie ook gedaan, dus dat staat bij de besluitvorming.
Ten aanzien van de heer Jacobse zou ik toch absoluut willen
vasthouden aan dit voorstel, dit is duidelijk, dit is con
sequent en overzichtelijk en consequent aan het beleid zo
als wij dat hebben. De heer Kruithof heeft het al poldermo
del genoemd, dat is het inderdaad. Wij hebben dit bereikt
als compromis met de horeca, waar iedereen tevreden mee is.
Ik zou het moeilijk vinden om dan weer met de hele zaak te
rug te moeten en wellicht weer over nieuwe zaken te moeten
discussiëren. Ik wil de raad, met alle respect voor het
voorstel van de NLP-fractie, toch vragen dit niet te steu
nen. Ik neem het niet over.
Aan de orde is de stemming over de motie ingediend door de
NLP-fractie
De motie van de NLP-fractie wordt verworpen met 4 tegen 32
stemmen. Voor stemden de leden van de NLP-fractie en de
Christenunie
Aan de orde is de stemming over punt 9.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w., met inachtneming van de toezeg
ging van de voorzitter.
Punt 10 (bijlage nr. 13).
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling nieuwe Verorde
ning voorzieningen gehandicapten Leeuwarden.
De heer Van Olffen: Ik wil beginnen met te zeggen dat wij
dit een prima voorstel vinden. Wij hebben ons tijdens de
commissiebehandeling ook al lovend uitgelaten over de in
houd van het voorstel, omdat het een aantal prima verrui
mende maatregelen bevat. Wij hebben de laatste jaren nogal
wat Wvg-middelen naar de algemene middelen laten terug
vloeien, dus een verruiming van de Wvg-voorzieningen is in
die zin ook volledig terecht.
Wij blijven echter wat terughoudend met betrekking tot het
gebruik van Wvg-gelden voor collectieve woonvoorzieningen.
Daar hebben wij ook in de commissie een uitvoerige discus
sie over gehad, want het is toch wat een glibberige zaak.
Zoals ook al in de raadsbrief staat aangegeven, is het heel
moeilijk om criteria te ontwikkelen voor toekenning van
collectieve woonvoorzieningen. Het college stelt voor om
f 100.000,-, eventueel oplopend tot f 200.000,- beschikbaar