Blad 28
Verslag van de raadsvergadering van 19 maart 2001
hoeft te worden voorzien. Gaat het bijvoorbeeld om de kos
ten voor een rolstoeltaxi, dan heb je het dus wel weer over
een specifieke voorziening voor mensen met een handicap.
Zit iemand dan boven die inkomensgrens, als het gaat om die
specifieke rolstoeltaxi, dan is bijvoorbeeld een tegemoet
koming in de kosten wel weer mogelijk, omdat je het dan
specifiek hebt over een voorziening voor gehandicapten. Een
rolstoeltaxi is per definitie nooit algemeen gebruikelijk.
Dat is het fundamentele uitgangspunt waar het bij de Wvg om
gaat. Dat is ook de reden om te zeggen dat wij deze motie
niet steunen. (De heer Van Olffen: De raad heeft toch bij
de totstandkoming van de Wvg uitdrukkelijk die keuzemoge
lijkheid aangegeven. Wij hebben als raad gezegd dat de me
disch geindiceerden een keuzemogelijkheid moeten hebben, of
voor het collectief vervoer of voor een financiële vergoe
ding. Dat is de wens van de raad. Dus de argumentatie die
de wethouder hier geeft, staat haaks op wat de raad toen
tertijd heeft uitgesprokenOf wij zeggen, wij kiezen voor
een inkomenstoets of wij schaffen de inkomenstoets af, maar
dan gaat het voor de hele doelgroep.) Ik ben het niet hele
maal met de heer Van Olffen eens, hij zal dat ongetwijfeld
niet zo bedoelen, maar het lijkt nu alsof ik gezegd heb dat
een financiële vergoeding afgeschaft wordt. Dat is dus niet
het geval. Wat in 1996 door de raad is vastgesteld, naast
het kiezen voor het collectief vervoersysteem, waar mensen
een pasje krijgen, ook de mogelijkheid houden voor een fi
nanciële vergoeding. Beide mogelijkheden blijven in stand.
Ik schaf het niet af, wat er gebeurt, is als mensen zeggen
niet voor het collectief vervoersysteem te kiezen, er dan
een inkomenstoets wordt toegepast. Overigens wil ik er wel
op wijzen dat het gaat om ruim 2500 mensen waarvan ruim
1500 kiezen voor het collectief vervoersysteem, dat is veel
meer in trek dan dan de financiële vergoeding, maar dat
even ter zijde. Als mensen anderhalf keer boven bijstands
niveau zitten, wordt die inkomenstoets toegepast. Daar ligt
de grens. Maar voor de mensen die er onder zitten wordt die
niet afgeschaft. Dus ik ben het niet met de heer Van Olffen
eens als hij zegt dat die er uit gaat, dat is dus niet zo.
Ik wil er toch wel even op wijzen dat als er een verschui
ving plaatsvindt van het collectief vervoer naar een finan
ciële tegemoetkoming, dat dit zou kunnen betekenen dat als
mensen meer gaan kiezen voor het geld er een extra instroom
zou kunnen komen van zo'n honderd tot driehonderd gebrui
kers. Ik wil er wel op wijzen, dat is ook berekend, dat de
kosten op kunnen lopen van f 160.000,- tot f 480.000,-
structureel per jaar. Ik wil er ook op wijzen dat daar geen
enkele dekking voor wordt aangegeven. (De heer Van Olffen:
De raadsbrief gaat uit van een toename van vijfhonderd ex
tra aanvragen voor het collectief vervoer. Daar is dekking
voor. Als dat er nu acht a negenhonderd worden waar bestaat
de dekking dan uit?) De berekening die gemaakt is van vijf
honderd is natuurlijk ook gebaseerd op cijfers, die wij
Blad 29
Verslag van de raadsvergadering van 19 maart 2001
hebben van het bureau van Wvg, die zijn natuurlijk niet uit
de lucht gegrepen. Wij hebben natuurlijk wel zicht op het
aantal gehandicapten. Als het er achthonderd worden, zal ik
terug moeten naar de raad. Ik ga nu uit, dat is de inschat
ting zoals die nu gemaakt is, van vijfhonderd.
De SP-fractie geeft aan dat de evaluatie in de Tweede Kamer
er aan komt, dat de SP-fractie een klachteninventarisatie
heeft gemaakt en dat met name het vervoer daar naar voren
is gekomen. Ik heb in de raad van enkele maanden geleden
ook toegezegd dat ik daar in de commissie op terug zou ko
men, want wij zijn zelf ook heel erg benieuwd welke klach
ten er zijn. Ik heb de heer Kalsbeek zojuist ook al even
gevraagd welke klachten hij over de gemeente Leeuwarden
heeft gehoord. Wat dat betreft houd ik mij aanbevolen voor
de klachten die specifiek voor Leeuwarden binnenkomen, dat
ik die van hem mag ontvangen. Het lijkt mij alleen maar
goed dat wij daar eens goed naar kunnen kijken.
De heer Kalsbeek stelt de vraag over de termijn van zeven
jaar, dat staat ook in de motie die hij indient. Het is in
derdaad zo dat in de oude regeling, mensen na zeven jaar
zonder enige noodzaak een vergoeding konden krijgen als zij
gingen verhuizen. Wij hebben gezegd dat vanuit het oogpunt
van verantwoorde uitvoering van de wet en het omgaan met de
beschikbare middelen, die termijn van zeven jaar wordt af
geschaft. Hij noemt een aantal punten in zijn motie waarin
hij zegt dat mensen met een handicap per definitie voor ho
gere kosten zouden komen te staan, als zij moeten verhui
zen. Ik betwijfel of dat zo is. Ik denk dat voor iedereen
geldt dat als je gaat verhuizen, je voor hoge kosten komt
te staan. Wij hebben dat ook nagevraagd bij bureau Wvg en
uit de dagelijkse praktijk blijkt dat niet het geval te
zijn. Dat is de informatie zoals wij die van bureau Wvg
hebben gekregen. Als hij zegt dat de mensen niet meer zou
den kunnen verhuizen vanwege de extra aanpassingskosten,
die zij zouden moeten maken, het zelfs financieel onmoge
lijk zou worden, vind ik dat hij daarmee de zaak wat onder
belicht. Natuurlijk wordt er altijd gekeken naar wat de re
den is waarom iemand gaat verhuizen. De achterliggende ge
dachte hierbij is natuurlijk dat er investeringen worden
gedaan in een huis, voor de mensen die gaan verhuizen wor
den aanpassingen gedaan. Dan wordt gekeken wat de gehandi
capte nodig heeft en daarin wordt zo optimaal mogelijk
voorzien. Besluit iemand na twee jaar te gaan verhuizen,
dan heb je toch te maken met een zekere mate van kapitaal
vernietiging. (De heer Kalsbeek: Ik ben het niet helemaal
met de wethouder eens dat er sprake zou zijn van kapitaals
vernietiging Als je een aangepaste woning hebt, kan die
toch weer ingezet worden voor mensen die een aangepaste wo
ning zoeken. Dus er is per definitie niet sprake van kapi
taalsvernietiging.) Niet per definitie, maar het is ook