Blad 38
Verslag van de raadsvergadering van 19 maart 2001
Punt 12 (bijlage nr. 30)
De Voorzitter: Aan de orde is Krediet voor vervanging in
formatiesysteem Sociale Zaken.
De heer Kruithof: Ik werk in de automatisering en de over
heid is één van de grote klanten in deze sector. De ver
nieuwing van de systemen voor Sociale Zaken is één van de
grotere projecten waar regelmatig in de vakbladen over ge
schreven wordt. Vanuit deze achtergrond heb ik dus ook naar
dit voorstel gekeken, hoewel het niet in mijn commissie
zit, louter nieuwsgierigheid dus. Dan blijkt dat met het
budget, dat jaren geleden is vastgesteld en in de markt met
één aanbieder, dus een volstrekt monopolistische markt, zo
als ook in het voorstel staat, de sector Sociale Zaken er
in is geslaagd om een zodanige positie te vinden als voor
trekker binnen een groep van grote afnemers, dat binnen het
budget er genoeg ruimte is voor een uitgebreid traject rond
de invoering. Wij hebben als politiek wel eens kritiek op
het apparaat, maar hier heeft het uitstekende zaken gedaan,
een compliment voor de sector Sociale Zaken is hier op z'n
plaats
Mevrouw Hafkamp (weth.): Het is altijd fijn om een compli
ment te horen. Ik zal zorgen dat het compliment bij de aan
gewezen persoon komt. Ik kan u verzekeren dat er behoorlijk
wat over onderhandeld is. Ik vind het fijn dat de heer
Kruithof dit opmerkt. Ik zal de complimenten overbrengen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 13 (bijlage nr. 42)
De Voorzitter: Aan de orde is Kredietaanvraag vervolgtra
ject Stadhuisproject.
De heer Van MourikNadat dit punt in de commissie was be
handeld resteerden er bij mijn fractie toch diverse vragen.
Omdat wij vinden dat het hier om een cruciaal punt gaat en
omdat de planvorming naar ons idee haperingen vertoonde,
hebben wij een aantal vragen op papier gesteld en deze in
gediend. Dat is niet te doen gebruikelijk, maar bij de VVD-
fractie bestond en bestaat de indruk dat het bredere pro
bleem van de huisvesting van ons personeel tot verdere ver
Blad 39
Verslag van de raadsvergadering van 19 maart 2001
tragingen zou kunnen leiden bij de aanpak van het oude
Stadshuis, waarvan de noodzaak op zich onomstreden is. Dat
onze vragen niet binnen een week beantwoord kunnen worden,
vinden wij jammer, wellicht kan de wethouder mondeling een
aantal van de vragen beantwoorden. Ik zal vanavond de tech
nische aspecten van de discussie niet opnieuw aanvoeren,
maar wij vinden het wel noodzakelijk om op dit moment op
dit punt een helder signaal af te geven, dat nu alle ener
gie onverkort en ongedeeld gericht moet worden op het zo
snel mogelijk weer in gebruik kunnen nemen van het Stad
huis, waar wij als raad behoren te vergaderen. Het kan in
teressant zijn opties te onderzoeken en zaken in een breder
perspectief te trekken, maar op een gegeven moment moet je
weer terug naar de kern van de zaak en dat is de restaura
tie van het Stadhuis, zonder 'fjirdere omballingen' om maar
eens een friesisme te gebruiken. Dat signaal kan vertaald
worden in concrete data en heldere keuzes, zodat de pro
jectleider en architect aan de hand van een strak tijdpad
weten waar zij aan toe zijn en gericht kunnen werken aan
concrete producten. Ik dien hiervoor de volgende motie in:
"De gemeente raad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 19 maart 2001;
behandelende het agendapunt Kredietaanvraag
vervolgtraject Stadhuisproject (bijlage 42);
overwegende dat:
1. in het voorstel van b. en w. gekozen wordt voor het
uitwerken van het zogenaamde model 2 (herstel van het
bestaande oude Stadhuis);
2. in het haalbaarheidsonderzoek tevens gesproken wordt
van model 3, waarbij het gebouw, waarin thans de po
litiepost voor de binnenstad is gevestigd, bij de
verdere studies en planvoorbereiding zal worden be
trokken;
3. er verder opdracht is gegeven tot een meerjarige
huisvestingsprognose waarin de knelpunten van het
huisvesten van het ambtelijke apparaat dienen te wor
den opgelost aan de hand van een actuele formatiera
ming voor de komende jaren;
4.dat de haalbaarheid en wenselijkheid van model 3 af
hangt van de resultaten van het genoemde onderzoek
van de beschikbaarheid van de benodigde panden en fi
nanciën en van de bestuurlijke wil om voor dit model
te kiezen;
5dat het de uitdrukkelijke wens van de gemeenteraad is
dat er vaart wordt gemaakt met de concrete aanpak van
model 2 en dat een verdere vertraging van de planvor
ming, die in zou houden dat de start van de restaura
tiewerkzaamheden niet op of omstreeks 1 januari aan
staande plaats kan vinden, als onwenselijk wordt be
schouwd;
besluit dat: