Blad 42 Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001 het nu bedrijven zijn of woningen, maar dat wij aan dat verschijnsel niet zo heel veel kunnen doen. Dan kun je zeggen, als we het allemaal hadden geweten, had den we in december een ander standpunt ingenomen. Daar neem ik kennis van. Het kan natuurlijk best zijn dat de discus sie dan anders gelopen was. Maar ik denk dat u van het col lege moet verwachten, dat wij de besluiten, zoals die in de raad genomen zijn, uitvoeren en van daaruit ook onze rede natie hebben opgebouwd. (De heer Van MourikDe wethouder schetst de materie breed hoe je op verschillende manieren tegen de problematiek aan kunt kijken. Als u nu tegen de positie van de stad Leeuwar den aankijktin vergelijking met omliggende steden in Noord-Nederland, waar wij ons mee willen meten, hoe komt Leeuwarden er dan uit volgens u.) Daarom geef ik een beetje uitgebreid het verhaal van de vergelijking. Laat ik twee dingen zeggen. In de eerste plaats, als je naar de gemeentelijke heffingen kijkt, is dat maar één onderdeel voor het bedrijfsleven, dat hier al of niet wil komen, wil blijven, enz. Er zijn een heel aantal andere factoren, die daar ook een rol bij spelen. Noem het aanwezig zijn van arbeidspotentieel, om maar iets te noemen;, maar ook de huur van bedrijfspanden; de uitstraling van de stad; de bereikbaarheid. Noem al die factoren maar op. Gemeentelijke heffingen in zijn totali teit, is daar maar één van. Een tweede is, als je de vergelijking wil maken met wat doet een Achmea-toren nu hier en wat zou hij in Den Haag doen of in Groningen, dan is mijn verhaal dat je dan alle elementen mee moet nemen. Alle elementen, dus èn de waarde stijging èn de opbrengst èn al of niet riool en de tarief differentiatie, al die elementen. Zo volledig was uw voor beeld indertijd in de krant ook niet. Als je dat niet doet, dan loopt iedere vergelijking mank en ga je manipuleren met cij fers Waar ik wel de vergelijking van heb is hoe Leeuwarden staat in de rest van het land. Dat is door de Erasmusuniversiteit gedaan, dat staat in dit boekje, ik neem aan dat u het kent. Waar staat Leeuwarden ten opzichte van de andere ste den? Dan staan we keurig beneden het gemiddelde, dus dan doen we het helemaal niet slecht. Dat is de vergelijking die ik heb, en op het individuele niveau is het heel moei lijk. Dan de reactie richting CDA-fractie, die met de motie komt om de f 1,5 miljoen, ik noem het maar even, meevaller Ge meentefonds, omdat het zo voortdurend genoemd is, in te zetten. Daar wil ik het volgende over zeggen. De meevaller uit het Gemeentefonds is een meevaller voor ons in die zin dat wij er niet mee gerekend hadden. Wij hadden in alle discussies rond de actuele financiële posi tie, waar we natuurlijk als college bezig zijn met Perspec Blad 43 Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001 tief, daar zaten we druk in, die f 1,5 miljoen niet meege rekend. Met andere woorden, we hadden hem niet geraamd, in die zin was die vrijWij hebben dat gemeld, omdat we ook vinden dat je dat niet onvermeld moet laten, en we hebben hem gemeld omdat wij met een financieel probleem zaten en zeiden dat dat mogelijk een oplossing was voor de dekking. Want we hebben een tekort van f 5,2 miljoen. Wij willen ook binnen de afspraken van de raad blijven, dan willen we onze structurele begroting sluitend krijgen, maar dan willen we ook de algemene reserve op f 15 miljoen houden. Met andere woorden, dat is wellicht een oplossing om in te zetten. Bij ons is nooit aan de orde geweest om hem in te zetten als algemeen dekkingsmiddel, als deel van het volume van je be lastingen. Ik pleit daar ook niet voor en dat heeft te ma ken met het financiële kader van onze gemeente. Wij hebben de afgelopen maanden als college financieel de zaak weer helemaal geactualiseerd, we weten waar we staan. We hebben in het kader van Perspectief geprobeerd een sluitende be groting aan te bieden, de algemene reserve op f 15 miljoen. Ik kan u zeggen dat er heel wat sessies geweest zijn om dat voor elkaar te krijgen. Daarbij hebben alle wethouders, kan ik wel rustig zeggen, veren moeten laten als het ging, niet zo zeer om politieke wensen, maar om zaken waarvan ze ei genlijk vonden dat het noodzakelijk was, hebben we allemaal moeten slikken en we hebben bovendien een stevig rondje moeten maken om bezuinigingen op het kleed te krijgen, waarbij we in ieder geval de meest noodzakelijke dingen konden redden. Wij hebben ons aan de afspraken gehouden van geen lastenverhoging, dat doen we, dus we hebben het rond gekregen, maar met heel veel pijn en moeite. En f 1,5 mil joen nu inzetten als lastenverlaging, want dat zou het toch zijn, vinden wij op dit moment vanuit dat financiële per spectief, niet verstandig, maar ook eigenlijk niet verant woord. Dat is de reden waarom wij als college vinden dat we die motie niet zouden moeten steunen. Dan de motie van de SP- en D66-fractie. Dat gaat over de teruggave van die f 0,64. Daar is het volgende van het col lege op te zeggen. Wij hebben, en dat staat ook in de raadsbrief, gezegd dat het onze keus niet is. Ons belangrijkste argument daarbij is wij herstellen dit jaar niet, wij herstellen volgend jaar, zowel voor niet-woningen als voor woningen. Wij nemen niet anders dan een maatregel om dat in gang te zetten. Dat is de helderheid, noch naar de ene, noch naar de andere kant. Maar er zit een ander probleem aan waarom we hem ook nog eens extra afwijzen. Daar heb ik in de commissie ook over gesproken. Dat heeft te maken met de technische moge lijkheden van onze afdeling om het aan te kunnen. Het bete kent, als je het dit jaar zou doen, want ik begrijp natuur lijk uw onderliggende politieke gevoel heel goed waarom u dat wil, dan betekent dat dat je niet f 0,01 verlaagt, maar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 22