Blad 74 Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001 met de discussie zit van de wijkcentra, want die zal komen zegt de wethouder. Wanneer kunnen we die verwachten? Wat ik wel bijzonder jammer heb gevonden, dat heb ik ook gezegd in de commissie, is dat het wijkpanel er toch in een vrij laat stadium bij betrokken is geraakt, althans die moeten nog, heb ik toen begrepen in de commissie. Ik wil graag vragen dat wanneer het naar andere wijken toegaat, de wijkpanels veel eerder gevraagd worden om mee te denken. Dat punt heb ik gemist in de kadernota. Het zijn voornemens om het te gaan doen, maar ik had veel eerder gezien dat bij het totstandkomen van de kadernota de wijkpanels er in be trokken werden. De regierol maak ik mij zorgen om, het gaat om een behoor lijk project. Het vraagt om intersectoraal werken en den ken. Kan de wethouder daar iets over zeggen? Mevrouw Inberg: Enerzijds vond ik het heel geruststellend hoe de wethouder denkt over de wijkaanpak, ik herken daar heel veel in. Ik vind ook, wanneer zij zegt dat wij goed moeten kijken in de wijken naar de aanwezige sociale rela ties, dat de manier waarop we als raad en als gemeente moe ten gaan werken. Maar het komt er wel op aan hoe dan die praktische uitwerking is. In de Perspectiefnota is f 11 miljoen gereserveerd voor de Vrijheidswijk en f 5 miljoen voor Bilgaard, als het me goed bij staat. Als het dan toch neerkomt op één groot multifunctioneel centrum, dan lijkt mij dat weer niet de uitwerking van de gedachte die de wet houder hier zelf neerlegt. Daarom heb ik ook gevraagd of er bijvoorbeeld nog eens gekeken kan worden naar de uitwerking die Enschede geeft. In Enschede is ook een groot aandeel allochtone bevolking. Men heeft geïnventariseerd wat de wensen zijn van die bevolking. Daar zit vaak onderne merschap in, die willen graag kleine bedrijfjes dicht bij huis, reparatiebedrijfjes. Als je die gelegenheid zou wil len bieden in bijvoorbeeld de Vrijheidswijk, dan moet je daar wel bij zijn. Want dan moet je daar met die stedelijke vernieuwingsopgave al in meedenken, van wil je bijvoorbeeld op de hoek van de straat weer een klein bedrijfje hebben of niet. Wij zouden heel graag willen dat naar die wijkecono- mie nog eens gekeken wordt, De problematiek van de buurtsupermarkt ligt ons heel erg zwaar op de maag. We komen, ook na langdurige discussies in onze steunfractieer niet recht uit. Enerzijds is het ver haal dat er te weinig markt voor de buurtsuper is, aan de andere kant is het het hart van dit wijkcentrum. De Leeu warder Courant heeft nog een grote pagina gewijd aan buurt- supers. Er is bijvoorbeeld een supermarktje die het doet op 1.000 inwoners. Het is een hele moeilijke materie en wij denken ook dat je daar goed de tijd voor moet nemen, want bedrijfseconomie in een wijk is wel het hart van een wijk. Als een groot deel van de allochtone bevolking daar onder- Blad 75 Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001 nemerschapmogelijkheden in ziet, zou je dat goed moeten na gaan en misschien daar een oplossing in zoeken. Ten aanzien van de wijkpanels wil ik toch nog een opmerking maken. Wij hebben ook geluiden gekregen, dat is zelfs aan wijkpanels voorgelegd, dat die toch nog niet echt een weer gave zijn van iedereen die in zo'n wijk woont. Ik vind dat in dit stadium ook wel terecht, want de wijkpanels zijn nog een beetje experimenteel, men is nog bezig om mensen daar bij te betrekken. Ik denk ook dat je het wat dat betreft nog aan meer mensen dan de wijkpanels moet voorleggen. De heer Jacobse: Ik denk dat je heel selectief moet zijn, zeker als het om een aantal voorzieningen gaat, om die echt goed met elkaar in contact te brengen, omdat dat ook nade len met zich meebrengt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de trits kinderopvang, peuterspeelzaal, basisschool. Want op het moment dat je die echt goed bij elkaar brengt, loop je ook het risico dat een kind, als die eenmaal gestempeld is, dat stempel ook al die jaren met zich meedraagt. Het kan ook heel goed zijn dat af en toe eens met een schone lei begonnen kan worden. Men denkt in onderwijskundig land toch heel divers over, in hoeverre dat bevorderlijk is. Wij hebben ook zwaar gekeken naar die acht a tien van dit soort voorzieningen. Over het aantal wil ik me ook niet echt uitlaten. Het is wel zo dat op het moment dat je als overheid niet de regierol op je neemt, dat dan in ieder ge val de buurt en wijken zullen verschralen, omdat dan de markt en dan omvat dat natuurlijk ook apothekers, huisart sen, tandartsen en al dat soort zaken, want dat zijn ook eigenlijk marktpartijen, dat zijn de commerciële bedrijven eigenlijk, hun eigen keuzes gaan maken. Dan krijg je hele maal een versnippering, waardoor mensen uit een buurt soms naar andere wijken moeten gaan reizen voor een bepaalde voorziening. Dus ik denk toch dat het heel goed is dat de gemeente juist die regierol op zich neemt. (De heer KalsbeekEr is niets gezegd over de regierol van de gemeenteover de hoeveelheid centra die er komen. Ik dank de heer Jacobse voor zijn bevestigingdat hij het met mij eens is dat mensen, zoals de voorstellen er nu bij lig gen, nogal eens naar een andere wijk toe zullen moeten.) Ik denk dat als de voorstellen worden, zoals ze worden voorgesteld, dat juist beperkt kan blijven. We hebben een tijd gehad dat de gedachte was als de vergrijzing doorzet komen die kleinschalige voorzieningen wel weer terug in die wijken. Daar is men helemaal van afgestapt. Men denkt dat in de commerciële sector er veel meer met bezorgdiensten e.d. zal worden gewerkt. De geluiden van de mensen, die het zouden kunnen weten, wijzen er toch op dat je naar dat soort concentraties toe moet en of we dat nu prettig vinden of niet, we moeten als politiek ook die keuzes durven te

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 38