Blad 38
Verslag van de raadsvergadering van 2 juli 2001
De afgelopen week heeft het college wederom de pers gehaald
met de OZB, nu met de afrondingskwestie. In uw reactie vin
den we het nogal bagatelliserend.
Ten eerste gaat u er wel heel gemakkelijk vanuit dat de Ho
ge Raad het vonnis zal vernietigen. Ik wijs u erop dat het
de Meervoudige Kamer van het Hof was die het behandelde en
dat rechters daar niet op basis van een werkervaringsplaats
zitten
Ten tweede gaat u voorbij aan het feit dat er in Leeuwarden
in ieder geval geen sprake is van afronding die in het eco
nomisch verkeer gebruikelijk is. Maar bovenal gaat u voor
bij aan schade aan het vertrouwen dat de burger in de ge
meente heeft. Hadden zij en wij niet mogen verwachten dat
u, na het debacle rond de herberekeningoperatieminutieus
zou zijn nagegaan of nu aan alle wettelijke verplichtingen
werd voldaan. En vraagt u er in wezen niet om dat alle bur
gers maar pro forma bezwaar aan gaan tekenen, omdat er een
knappe kans is dat het niet deugt, en als men geen bezwaar
heeft aangetekend, men rechten heeft verspeeld.
Voorzitter, we hebben voorgesteld het project "Ken't skele"
af te bouwen. Graag zie ik een reactie van uw college daar
op.
In onze schriftelijke bijdrage ben ik uitgebreid ingegaan
op onze kijk op uw manier van plannen en dekken, onder de
titel "Een vlucht vooruit en oude bestuurspraktijken".
Daar zijn we ook ingegaan op het imago van het gemeentebe
stuur, waar ik net helaas weer over moest spreken.
Tot slot zijn we uitgebreid ingegaan op de door u gewenste
subsidie voor Respons. In dit kader wil ik thans toevoegen
de vraag aan u of het gesloten akkoord tussen rijk en VNG
over de problematiek nog iets gewijzigd heeft aan uw stand
punt ter zake.
In onze schriftelijke bijdrage hebben we de voorstellen van
u rond Perspectief in drie categorieën verdeeld. Daaraan
kunt u het belang aflezen dat we aan het voorstel hechten.
Op basis daarvan zullen wij de moties, die zijn of worden
ingediend, beoordelen.
De heer Boorsma: Voorzitter, raadsleden, vroeger, als klein
jongetje, had ik vaak ineens het gevoel dat ik sommige din
gen twee keer beleefde. De reactie van een leraar als ik
het huiswerk niet had gemaakt, waar ik van dacht 'hey! Nu
hij het zegt - ik wist dat hij dat zou gaan zeggen'en ik
kon het maar niet plaatsen hoe dat zat. U zult het onge
twijfeld wel eens hebben meegemaakt. De afgelopen week en
vooral het weekend was voor mij wederom één grote déja vu!
Het hele OZB verhaal kwam weer boven, om een voorbeeldje te
Blad 39
Verslag van de raadsvergadering van 2 juli 2001
noemen. Enerzijds natuurlijk ronduit onbegrijpelijk dat er
nu weer problemen zijn. Anderzijds bevestigt het ons het
Titanic-gevoel van destijds dat hetgeen achter ons ligt op
OZB gebied slechts het puntje van de ijsberg is geweest en
dat er qua sturing iets structureel mis is. We komen hier
ongetwijfeld nog op terug.
Ter voorbereiding op deze bijdrage heb ik de notulen van de
vorige beraadslagingen over de Perspectiefnota er nog eens
op nagelezen. In grote lijnen had ik hetzelfde verhaal kun
nen vertellen als voorgaande jaren, omdat er zowel lande
lijk als lokaal vrijwel niets is veranderd. En dat is niet
zo'n goed teken.
Alhoewel de rijkdom voor een flink aantal groepen in Neder
land is toegenomen, zijn de bestedingen voor de gemeen
schappelijke voorzieningen gedaald, in ieder geval als per
centage van het Bruto Binnenlands Product. Het percentage
kinderen dat opgroeit in armoede is gestegen. De uitgaven
aan de gezondheidszorg en onderwijs zijn procentueel gezien
gedaald, terwijl de vraag om zorg is toegenomen. Tekorten
in de zorg, politie en onderwijs, wachtlijsten, de afname
van meer dan 1 miljoen sociale huurwoningen de afgelopen
tien jaar, het stijgend aantal jongeren onder een evenzo
stijgende aantal daklozen. Overheidsbedrijven die worden
geprivatiseerd, het zijn allemaal tekenen van de publieke
zaak die in de uitverkoop is ter meerdere eer en glorie van
de markt.
Een abstract ideologisch verhaal? Geenszins, want afdalend
naar de Leeuwarder realiteit moeten we als SP-fractie vast
stellen dat ook hier een landelijke tendens is omarmd. Deze
collegeperiode, en trouwens ook al die daarvoor, heeft een
beleid in gang gezet dat zich kenmerkt door het afstoten en
op afstand zetten van gemeentelijke en dus publieke dien
sten. Aandelen van, en daarmee zeggenschap in, nutsvoorzie
ningen zijn verkocht, de opbrengst wordt vooral besteed aan
de sloop van goedkope huurwoningen, terwijl de vraag naar
deze woningen juist toeneemt. U zult begrijpen dat we ge
zien onze opmerkingen over de stedelijke vernieuwing in al
le commissies niet akkoord zullen gaan met de extra ont
trekking van f 10 miljoen uit het SIOF.
Belangrijke weidegebieden worden volgebouwd met huizen voor
de nieuwe elite, terwijl het de laatste tijd steeds moeiza
mer gaat deze woningen van de hand te doen.
Zelfs de DSW moet het ontgelden door ook daar bedrijfsmati
ge werkwijze te verheffen boven de sociale functie. Dit
zijn slechts een paar voorbeelden.
Daar tegenover staat een ander kenmerkend aspect van deze
collegeperiode: een ons inziens te eenzijdig blikveld ge
richt op aansprekende en dure projecten van divers pluima-