Blad 26 HO
Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001
Ier en zeggen in groten getale, op straat of elders: die
trouwambtenaar zou moeten blijven. Wie wordt er eigenlijk
beter van deze discussie? Niet de gemeente Leeuwarden. Op
zo'n manier in het nieuws komen, kan nooit de bedoeling
zijn. Ik denk ook niet dat de homobeweging hier op dit mo
ment beter van wordt. Omdat de stap vooruit, want zo heb ik
dat ervaren, de gelijkstelling van het huwelijk bij velen
gevolgd wordt op dit moment door onbegrip door het niet
weer opnieuw benoemen van de ambtenaar. Het is op zich jam
mer dat die stap vooruit wordt gevolgd, bij velen, door een
stap achteruit. De betrokken ambtenaar wordt hier ook niet
beter van. Want die wordt na vijftien jaar trouwe dienst en
uitstekend functioneren bedankt voor haar diensten. Kortom
voorzitter, het lijkt alsof het alleen maar verliezers op
levert en dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn ge
weest
Ik hoop dat ik duidelijk heb kunnen maken waar de CDA-
fractie voor staat en op kan en wil worden aangesproken. Ik
dank u wel.
De heer Jacobse: Voorzitter, u weet, ik maak over het alge
meen van mijn hart geen moordkuil, ik vraag u vriendelijk
om aan de mensen in de zaal, in ieder geval dat wij hier in
deze raadszaal, het respect voor eikaars mening kunnen op
brengen en dat ik niet constant vanuit de zaal meningen
hoor waarin duidelijk tot uitdrukking komt dat zij geen
respect hebben voor datgene wat de spreker zegt.
De Voorzitter: Ik denk, meneer Roekiman, dat dit onder an
dere voor u bedoeld was. Wij doen dat in de raad altijd,
met ieder punt, respect voor elkaar. In deze raad wordt al
tijd gemopperd en meningen gegeven en af en toe veel inter
rupties, zoals u zelf ook doet. Wat dat betreft, het res
pect staat bovenaan, daar wil ik graag eenieder op wijzen,
laat onverlet dat af en toe gemurmel mag. Maar meneer Roe
kiman, wilt u zich wel wat rustig gedragen. Dat was de
boodschap
De heer Van Mourik: Voor ons als VVD-fractie begon de open
bare discussie omtrent het huwelijk van mensen van gelijk
geslacht op 8 november 1999. Toen hebt u in de raad ant
woord gegeven op vragen van de heer Stoker ten aanzien van
dit onderwerp en u hebt toen gezegd en dat citeer ik: "Als
het nu gaat om de nieuwe wetgeving en het aannemen van
nieuwe mensen, dan gaan wij ervan uit, en dat geldt in
principe voor alle ambtenaren en alle wetgeving, dat de
wetgeving wordt uitgevoerd door de ambtenaren. Dat is ons
beleid". Ik vind dat u dat toen al, op dat moment, voor
treffelijk verwoord hebt. Er was toen ook al bekend, dat
Blad 2? Ifl
Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001
werd ook genoemd, dat er een probleem was met betrekking
tot één ambtenaar en dat element, het moment van inzetten
van de discussie en het feit dat toen al bekend was dat er
een probleem lag, weegt voor ons als VVD-fractie wel zwaar
mee
Vervolgens is in juli de discussie geweest in de Commissie
Bestuur en Middelen, waarbij de Christenunie een ander ge
luid liet horen, waarbij alle partijen unaniem hebben inge
stemd met het collegebeleid en ook een soort van overgangs
regeling hebben vastgesteld. Dat hield in, zittende ambte
naren mogen hun contract uitdienen. Als mensen gewetensbe
zwaren hebben wordt het contract niet verlengd. Eigenlijk
zou je kunnen zeggen dat de eigen beleidsruimte die de wet
nu biedt, dat die toen al op dat moment, is ingevuld. Dat
is de beleidsruimte die wij als gemeente hebben, daar is
toen een helder standpunt over ingenomen. Als op dit moment
de CDA-fractie, door middel van de motie van de Christen-
Unie, nu pleit voor een recht om gewetensbezwaarde ambtena
ren van de burgerlijke stand toch te kunnen laten blijver,
functioneren, dan neemt zij daarmee wel afstand van haar
standpunt, zoals dat in juli 2000 in de Commissie Bestuur
en Middelen is verwoord. In de nieuwe situatie, nogmaals,
is iedereen unaniem, met uitzondering van de Christenunie.
Het probleem zit hem in het overgangsrecht en daar heeft de
heer Hoogeveen ook al het nodige over gezegd.
De VVD-fractie vindt dat het college deze casus de laatste
weken goed heeft aangepakt. Wij ondersteunen dat beleid ook
voluit. Dat geldt niet geheel en al voor de periode daar
voor. Het is moeilijk te accepteren dat na de discussie in
november 1999 vervolgens anderhalf jaar een soort van juri
disch vacuüm is gecreëerd, waarbij niet duidelijk was wat
de rechtspositie was van de betrokken ambtenaar, waarbij
ook niet duidelijk was wat de rechtsgeldigheid was van de
huwelijken die zij heeft gesloten, en waarbij wij ons ook
wel eens hebben afgevraagd, had zij zelf ook niet eens aan
de bel kunnen trekken. Maar feit blijft dat wij als gemeen
te op het verstrijken van het contract niet alert hebben
gereageerd - en dan trek ik het een beetje breder - feit is
eigenlijk ook dat wij zowel gister met het OZB-debat, als
vandaag, de politieke discussie voor een gedeelte bepaald
wordt door problemen in de bedrijfsvoering. Dat wil ik toch
wel eventjes kwijt.
Ik heb een concrete vraag aan de portefeuillehouder. Ik heb
in de Leeuwarder Courant begrepen een uitspraak van u, dat
toen u gevraagd werd om uw mening kenbaar te maken, dat u
zei, waarschijnlijk is er geen beleid vastgesteld. Dat ge
beurde dus op een moment, nadat we die situatie van novem
ber 1999 hadden gehad, waarbij we de situatie van juli 2000
hadden gehad en waarbij we de situatie van september 2000
hadden gehad. Ik zou graag van u willen weten hoe u tot die
uitlating bent gekomen.