Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001
ten dat de CDA-fractie altijd al een slag om de arm heeft
gehouden, waar het gaat om de in Leeuwarden gekozen lijn.
Van die slag om de arm hebben wij nooit iets vernomen op
plaatsen en momenten waar dergelijke nuanceringen uitge
sproken hadden moeten worden. Ook de CDA-fractie onder
steunde in juli 2000 volmondig de gemeentelijke lijn en
zeer onlangs, op 13 juni, sprak de heer Krol hier nog over
en dat citaat is ook al door mevrouw Uiterwijk Winkel ge
bruikt. Als puntje bij paaltje komt maakt de CDA-fractie
een ommezwaai en daarbij is ook nog een verwijt gemaakt aan
het adres van de CDA-wethouderomdat die uitvoering gaf
aan een raadsbesluit dat kon rekenen op onder meer de steun
van dat CDA-fractie. Voorzitter, een dergelijke handelswij
ze is niet te volgen en voor ons moeilijk te accepteren.
U begrijpt dat wij de moties van het NLP-fractie en CDA-
fractie en de fractie van de Christenunie afwijzen.
Mevrouw Dolstra: Onze fractie is van mening dat een Buiten
gewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand moet kunnen blijven
functioneren in deze. Ook al heeft zij dus principiële be
zwaren met het in de echt verbinden van twee mensen van
hetzelfde geslacht. In deze hedendaagse complexe samenle
ving met complexe regels en wetten moet men daar, waar het
mogelijk is, de zaken zo eenvoudig mogelijk houden. Daar
houd ik het liefst van. De nieuwe Nederlandse wet, omtrent
homohuwelijk geeft gemeenten de mogelijkheid om deze wet
flexibel toe te passen. Wij zien dus ook niet in waarom in
Leeuwarden deze nieuwe wet meteen maar een wet moet worden
van meden en perzen. Er zijn immers genoeg ambtenaren in
Leeuwarden die wel homohuwelijken willen sluiten. Wij kun
nen niet achter een besluit staan dat om de een te bevoor
delen, een ander moet benadelen en helemaal als blijkt dat
er verder niets aan te merken is op het functioneren van de
betreffende Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand. In
feite zou het kiezen van een trouwambtenaar weer afgeschaft
moeten worden en het binnenkamers moeten worden geregeld,
dat zou weer een probleem minder wezen.
Wij zullen de motie van Christenunie dus ook ondersteunen
omdat uit het verhaal wel blijkt waarom.
De heer Bilker (weth.): Mevrouw de Voorzitter, de zaak
rondom de eventuele nieuwe benoeming van de Buitengewoon
Ambtenaar van de Burgerlijke Stand trekt veel aandacht. In
de afgelopen dagen heeft het college opmerkelijk veel reac
ties uit het hele land ontvangen, vooral uit reformatori
sche kringen. Aan mij persoonlijk worden ook vele brieven
en mails gestuurd, ik krijg telefoontjes, er zijn twee ker
ken in Leeuwarden die lijsten met handtekeningen hebben
overhandigd, de pers, nationaal en regionaal, besteedt er
Blad 51?S"
Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001
aandacht aan en er zijn vragen in de 2e Kamer door de SGP
gesteld, die inmiddels zijn beantwoord.
Deze zaak houdt veel gemoederen bezig, daarom is het goed
dat het debat wordt gehouden waar het hoort: in de raad van
Leeuwarden
Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag op een aantal aspecten
ingaan. De zaak heeft namelijk verschillende invalshoeken.
Naar buiten toe krijgt vooral de principiële kant de volle
aandacht. Ik bedoel dan: mag een Buitengewoon Ambtenaar van
de Burgerlijke Stand principiële bezwaren hebben tegen een
uwelijk tussen personen van het gelijke geslacht. Nog meer
toegespitst: geeft de gemeente ruimte aan gewetensbezwaar
den? De reacties daarop zijn meestal niet mis, die vinden
overwegend dat Leeuwarden die ruimte moet geven.
Ik sta stil bij de volgende aspecten:
1. Het beleid.
2. De ambtelijke status, dus zeg maar de formele kant van
de zaak
3. Stand van zaken, en hoe nu verder.
Het beleid.
Leeuwarden heeft momenteel 7 trouwambtenaren. Eén er van
heeft laten blijken principiële bezwaren te hebben tegen
het huwelijk tussen personen van het gelijke geslacht. Deze
trouwambtenaar heeft ook bezwaren tegen het geregistreerd
partnerschap, of dat nu twee mensen van het gelijke ge
slacht zijn, of personen van het ongelijke geslacht, daar
wordt geen onderscheid in gemaakt.
De beleidslijn van Leeuwarden is helder: dit was en is, dat
ambtenaren van de Burgerlijke Stand alle handelingen dienen
te verrichten, die de wet van hen vraagt.
Op 8 november 1999, verschillenden van u hebben dat ook ge
noemd, wordt daarover in de raadsvergadering voor het eerst
gesproken door de burgemeester, naar aanleiding van een
vraag van de heer Stoker. Dat ging toen over het geregi
streerd partnerschap. De burgemeester verwoordt dan klip en
klaar hoe het beleid is, namelijk zittende buitengewone
ambtenaren zullen worden vervangen als ze bezwaren hebben
en dan volgen wij gedurende die tijd de overgangssituatie,
aldus de burgemeester, eigenlijk ruimte voor gewetensbezwa
ren. Zij voegt er dan aan toe dat het om één trouwambtenaar
gaat. Vervolgens wordt gesteld door het college, dat bij de
nieuwe wetgeving, die op dat moment volop in voorbereiding
is, er vanuit gegaan wordt, dat datgene wat in de wet
staat, geldt voor alle trouwambtenaren en ook als zodanig
moet worden uitgevoerd. Er wordt dan ook over een over
gangsperiode gesproken.