Blad Sk6 190
Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001
dat vind ik ook tegenstrijdig, dat hij ineens extra ruimte
wil creëren, dat is dan de motie, waar hij in juli 2000 ab
soluut op tegen was, want zo lees ik dat heel strak. Want
hij zegt dan, het mag geen vrijbrief zijn voor het overtre
den van de wet. Nu heb ik zonet betoogd dat de discussie
over de periode moest gaan als ware het 1 januari 2000. Dan
kom ik bij de heer Hoogeveen, die dat ook zegt. Maar het is
wel zo, dat het college daarvan af kan wijken en dat is ook
gebeurd, nu. Maar we zitten eigenlijk in een heel andere
periode, terwijl dat op 1 januari 2000 niet gebeurd zou
zijn.
Dan heeft de heer Stoker nog een vraag over het georgani
seerd overleg, de ondernemingsraad. Dat is hier niet aan de
orde, want het gaat hier over een benoeming van Buitenge
woon Ambtenaar. Je gaat ook niet spreken over bestuursleden
die je vroeger - dat is geloof niet meer zo - in het Prin-
cessehof benoemde.
(De heer Stoker: Meneer de wethouder, u weet toch ook dat
dit toch wel een precedent schept, in die zin dat er in het
verleden anders is omgegaan met gewetensbezwaarde ambtena
ren. Ik kan mij zo voorstellen dat ook ambtenaren met een
andere status voor een dergelijk probleem komen te staan.)
Dat heb ik u geschetst in mijn eerste termijn.
(De heer Stoker: Mijn vraag is dus hoe gaat u dan om met
dergelijke gewetensbezwaarden richting richting OR en mede
zeggenschapsraad.
Ook dat heb ik u geschetst, daar is een hele procedure
voor, die zouden we dan volgen, en dan heb je dat voor te
leggen aan de instanties die daar een oordeel over hebben
en een advies over moeten geven.
De Voorzitter: Dank u wel, ik stel u voor om de moties in
stemming te brengen.
Aan de orde is de stemming over Motie 1 van de heer Jacobse
namens de NLP-fractie, ondersteund door D66-fractie.
De motie van de heer Jacobse namens de NLP-fractie, mede-
ondertekend door de heer Hoogeveen namens de D66-fractie
wordt verworpen met 5 tegen 26 stemmen. Voor stemden de le
den van de NLP-fractie en de D66-fractie.
Aan de orde is de stemming over Motie 2, ingediend door de
heer Stoker namens de Christenunie.
De motie van de heer Stoker namens de Christenunie, medeon-
dertekend door de heer Krol namens de CDA-fractie, wordt
verworpen met 6 tegen 25 stemmen. Voor stemden de leden van
Blad 19'
Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001
de Christenunie, de CDA-fractie minus de wethouder en me
vrouw Dolstra.
De Voorzitter: Dit agendapunt is afgehandeld en ik nodig u
uit voor een kopje koffie.
De Voorzitter schorst om 21.45 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 22.15 uur de vergadering.
Punt 6 (bijlage nr. 94).
De Voorzitter: Aan de orde is Wijziging Algemene plaatse
lijke verordening in relatie tot de aanpak van overlast
door dak- en thuislozen in het publieke domein.
De heer Kalsbeek: Mijn fractie heeft toch wat moeite met
dit voorstel. Het gaat er vooral om dat mensen, bij punt b,
overlast veroorzakers de weg wijzen naar de hulpverlening,
dat vind ik prachtig. Maar er is een andere overweging en
die telt waarschijnlijk zwaarder, dat de procedures aange
past moeten worden en versneld moeten worden tussen politie
en openbaar ministerie. Dat is geen hulpverlening, dat is
straffen. Waar ik het meeste moeite mee heb is dat het al
verdacht kan zijn als je met een zonnebril op over straat
loopt, want vermommingen mogen niet meer. Er staat hier wel
dat als je een vermomming hebt met het doel om de openbare
orde te verstoren, maar dat weet je nooit van tevoren. Dus
dat vind ik een heel heikel punt.
De Voorzitter: Ik heb hier in de commissie uitvoerig bij
stil gestaan. We hebben helaas behoefte aan uitbreiding van
deze APV, in ieder geval strengere handvatten. Omdat wij
anders niet kunnen optreden bij overlast, die helaas plaats
vindt. Dat wij die vermomming hebben opgenomen is om te
voorkomen dat over een half jaar blijkt dat we deze toch
hadden moeten opnemen, omdat het nu eenmaal plaatsvindt,
hoe raar het ook klinkt in het noorden van het land en dat
we daar dan misschien spijt van hebben. Ik ga ervan uit dat
we dit nauwelijks nodig hebben, maar beter nu op te nemen
dan over een half jaar weer bij u terug te moeten komen
voor een aanvulling.
De heer Kalsbeek: Ik kom daar liever over een half jaar er
op terug.