Blad 28
Verslag van de raadsvergadering van 10 september 2001
me niet. Het lijkt me ook dat ik te lang meega in dit vak om
niet te horen wat er gezegd is. Een aantal zaken is letterlijk
zo tegen me gezegd. Ik heb geen enkele reden om aan te nemen
dat er van die kant een spelletje is gespeeld. Ik kan uiteraard
niets bewijzen, want dan zou ik die ambtenaren onder ede moeten
horen - dat kan geloof ik wel - en dat kunt de wethouder ook
niet. Maar er is in ieder geval blijkbaar wel ergens iets mis.
Want of ambtenaren liegen tegen mij of liegen tegen de wethou
der. Of wij liegen tegen elkaar. Dat laatste ga ik niet van
uit
Ik vind het verhaal dat ambtenaren tegen mij hebben gehouden,
gezien alles wat er gebeurd is en gezien de periodes en derge
lijke, ook heel aannemelijk. Als ik kijk naar die advertentie
die het besluit van 28 mei jl. moest publiceren en die uitein
delijk pas op 7 juli tot stand kwam, de heer Van Mourik heeft
het ook zo gezegd, dan vind ik dat eigenlijk wat raar, want an
dere beslissingen kunnen veel sneller, omdat het hier nadrukke
lijk ging om een zaak waarbij spoed geboden was, waarbij met
name steeds ook in het geding was dat het aan het begin van het
jaar genomen moest worden. Zo stond het in de wet: begin van
het jaar. Dan vind ik het ook logisch dat er spoed achter zo'n
advertentie gezet zal worden,. Als dat dan zolang uitblijft,
dan volstaat geen motivatie van dat is normaal en volstaat geen
motivatie van het paste niet in Huis aan Huis. Dat komt mij
niet logisch over. Dan komt mij veel logischer over datgene wat
mij door ambtenaren is verteld, namelijk dat het gewoon kwam
door de vakantie. Dan denk ik, nu begrijp ik dat en kan ik het
ook volgen. Ik vind het natuurlijk heel vervelend dat dat ge
beurd is, maar ik kan het wel volgen nu. Dat kan ik uw verhaal
niet. Want dan moet u toch echt met een betere verklaring ko
men, waarom het zeven weken heeft moeten duren. Dan kun je niet
volstaan met dit, want dan heeft u er of geen sturing aan gege
ven, dat heeft u wellicht niet. In ieder geval klopt een aantal
dingen in het verhaal gewoon niet. Of ik nu gelijk heb, dat
maakt niet uit, de uitkomst van dit debat maakt ook niks uit,
in de zin wij gaan akkoord met het voorstel, zoals voor ons
ligt en het college blijft zitten. Wat dat betreft maakt het
niks uit. Maar ik constateer wel dat blijkbaar in deze organi
satie of hier in de politiek mensen met twee monden spreken, of
dat ik wellicht met andere mensen gesproken heb als u, dat zou
kunnen, maar daar moeten we dan na afloop nog maar even over
spreken. Ik wil hier geen namen noemen, dat vind ik niet cor
rect. Maar in ieder geval constateer ik dat wij grote twijfels
hebben aan uw versie van het verhaal. Ik vind dat u in de afge
lopen periode, door de wijze waarop zich dat allemaal heeft af
gespeeld, ook die twijfel over zichzelf heeft afgeroepen. Daar
om ben ik ook naar het stadskantoor gegaan om daar zelf naar te
vragen, omdat ik vond dat er teveel verklaringen waren. Dit is
wat ik daar heb opgestoken. Ik heb geen reden om daaraan te
twijfelen. Ik begrijp wel dat wij met elkaar dan blijkbaar een
groot probleem hebben.
Blad 29
Verslag van de raadsvergadering van 10 september 2001
Voorzitter, voor nu maakt het niks uit, ik heb in eerste ter
mijn gezegd, ik zie het belang niet van Leeuwarden, voor de
burgers van Leeuwarden, om nu nog een wethouder of het college
naar huis te sturen. Uiteindelijk gaat het om het belang van
Leeuwarden, dat moeten we bij alles altijd voorop stellen, maar
dit laat uiteraard diepe wonden na.
De heer Krol: Als ik de heer Jacobse hier zo hoor praten, dan
is hij van een ding overtuigd, dat ambtenaren liegen ofwel te
gen hemzelf danwel tegen wethouder De Haan. Alles wat ik ambte
naren zou willen verwijten is niet dat ze liegen. Bovendien heb
ik daar aan de andere kant ook niet zoveel mee te maken. Poli
tiek verantwoordelijk is wethouder De Haan. Volledig verant
woordelijk het college en dan, als je het wat nauwer bekijkt,
wat enger, de wethouder van financiën. Het gaat er dus om of de
wethouder van financiën het college, de raad op een voldoende,
adequate, eerlijke en open manier inlicht, heb ik betoogd, want
dat is cruciaal geworden toen bekend werd hoe een en ander was
verlopen
(De heer Jacobse: Maar meneer Krol u heeft er toch wel degelijk
mee te maken. Bijvoorbeeld in de discussie van de commissie El-
zinga wordt de raad een grote controlerende taak toegedicht.
Dan moet het toch zo zijn dat wij een beroep kunnen doen op de
informatie in het ambtelijk apparaat. Dan moeten we er toch
vanuit kunnen gaan dat wij diezelfde informatie krijgen als dat
het college krijgt en dat men tegen ons als raadsleden exact
hetzelfde zegt als tegen het college. Dan kan het toch niet zo
zijn dat er twee versies zijn.)
Op het moment dat wethouder De Haan ons inlicht en vertelt om
trent de gang van zaken, zoals in eerste termijn en zoals dat
tot ons gekomen is, dan denk ik dat er niet vreselijk veel ver
schil tussen zit, meneer Jacobse. Het gaat er dan alleen even
om of de fax zoek is geweest en hoe lang. Het gaat er niet om
of men de fax heeft gekregen, heeft kunnen beoordelen wat er
mee te doen, al dan niet het college inlichten en vervolgens
naar de raad. Want daar draait het in principe om. Het gaat er
bij hem hooguit om, is hij weg geweest en hoe lang. Ik baseer
me op het antwoord van de wethouder. De wethouder zegt wat ze
gezegd heeft en ik denk dat dat belangrijk is in de verhouding
raad-college en in de verhouding van verantwoordelijk zijn voor
het ambtelijk apparaat en politiek verantwoordelijk zijn voor
wat hier gebeurt.
Kortom voorzitter, hoewel ik inderdaad even enige twijfel had
toen de heer Jacobse redelijk stellig in eerste termijn van
leer trok, komen wij nu als fractie tot de conclusie dat gelet
op wat er gebeurd is, gelet op hoe een en ander zich heeft af
gespeeld, we dat natuurlijk betreuren, dat we het jammer vinden
dat er een OZB-2 heeft kunnen plaatsvinden, dat we het waarde
ren aan de ene kant hoe open vervolgens wethouder De Haan daar
mee is omgegaan, dat we waarderen hoe de verbeteringen op touw
zijn gezet, maar dat het wel zo is dat we vreselijk nauwlettend