Blad 18
Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001
niet dan nadat de raad een besluit heeft genomen en ik heb zojuist
gezegd het moet niet kunnen want wij stellen grote waarde aan het
consultatief referendum maar in tijden van nu lijkt het ons toch
noodzakelijk om het correctief referendum toe te passen en nog
maals als testcase is voor ons de Bullepolder heel geschikt Dank u
wel
De heer Zwart: Tijdens de commissiebehandeling heb ik een compli
ment aan de NLP-fractie uitgebracht voor dit initiatiefvoorstel en
eigelijk ook voor het initiatiefvoorstel onder punt 8, dus dat doe
ik nu gelijk maar in één keer want dat moeten we ook niet over
drijven. Wij hebben waardering voor de initiatiefvoorstellen, om
dat het aangeeft dat de NLP heeft nagedacht over de wijze waarop
wij onze bevolking nog nader kunnen betrekken nog intensiever kun
nen betrekken bij onze besluitvorming. Natuurlijk is het zo dat
wij bezig zijn met de modernisering van onze inspraakverordening,
wij zijn bezig met interactief besturen, interactieve planvorming
en wij proberen op allerlei wijze onze burgers te betrekken bij de
besluitvorming. Maar goed, daar moeten wij niet bij blijven stil
staan dus in die zin hebben wij waardering voor dit initiatief van
de NLP. De PvdA-fractie is in principe voorstander van de moge
lijkheid om de burgers van onze gemeente op initiatief van die
burgers zelf het initiatiefrecht te geven voor het houden van een
referendum voorafgaand aan de besluitvorming. In principe dus.
Want dit is een zaak die een zeer zorgvuldige voorbereiding vergt,
voordat een en ander tot uitvoering kan worden gebracht. Een zorg
vuldige aanpak niet met de intentie zozeer om zaken die ons moge
lijkerwijs niet welgevallig zijn, van dit initiatiefrecht uit te
zonderen, zoals wel eens gesuggereerd zou kunnen worden, maar
juist om recht te doen aan de waarde van dit instrument het refe
rendum. Wij willen serieus bezien hoe ook de mensen hier in Leeu
warden direct bij de gemeentelijke politiek betrokken kunnen wor
den. Wat dat is nodig, daar zijn wij het allemaal mee eens wij
zijn allemaal bezig met de voorbereiding van het voorstel rondom
de dualisering, en ook in dat kader vinden wij dat over een derge
lijk initiatiefrecht nagedacht moet worden. Het moet wel ergens
over gaan, vraagstukken dus die een substantieel deel van de be-
volking bezighouden. Geen zaken waaromtrent wij als raad geen en
kele of weinig zeggenschap over hebben. En geen trivialiteiten. Er
moet sprake zijn van een gebleken draagvlak. Wij willen hier
scherp op zijn omdat anders het risico van een devaluatie van dit
instrument bij voorbaat al erg groot wordt. Wij zijn als PvdA geen
voorstander van de mogelijkheid tot initiatiefrecht voor een
volksraadpleging, om deze plechtige term maar eens te gebruiken,
achteraf, dus nadat de raad al een besluit genomen heeft. Dit is
ons inziens alleen maar een negatieve werkwijze en we hebben dan
al een hele voorbereiding van de besluitvorming achter de rug,
interactief of niet en daarna zou dan nog heel wat tijd en geld
opgaan aan allerlei campagnes voor en tegen. Wij hebben niet de
indruk dat dit tot een vruchtbare discussie zou leiden. Wij zijn
zoals gezegd voor een referendum vooraf. Dat kan een goede bijdra
ge leveren aan de beraadslaging en de besluitvorming in deze raad.
Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001
De argumenten hiervoor heb ik genoemd. Het past goed in ons stre
ven om de bevolking meer bij de gemeentelijke besluitvorming te
betrekken. Zoals u misschien nog weet heeft de PvdA fractie bij
het perspectief van 2001 bij motie gepleit voor de aanpassing van
de inspraakverordening van onze gemeente. De aanpassing die o.a.
moet leiden tot het verder vormgeven aan het interactief bestuur
en aan het interactief planvorming. Ik zou in dit verband dan ook
naar voren willen brengen dat een integrale behandeling van deze
nieuwe vormen van inspraak mijns inziens noodzakelijk is. Er is
sprake van een aantal ontwikkelingen. Het initiatiefrecht voor
referenda, het burgerinitiatief, de modernisering van de inspraak
verordening en de ontwikkelingen op het interactief bestuur en het
interactief planvorming. Wij zouden ervoor willen pleiten om deze
items die alle betrekking hebben op de relatie hebben burger en
raad, die allemaal betrekking hebben op de vernieuwing van de lo
kale democratie in onderling verband op te pakken en de deskundig
heidbegeleiding de referaat ook zelf sturing aan te geven. Ik wil
dat laatste benadrukken want wij vinden dit een thema waar de raad
ten zeerste mee verbonden is en ook moet zijn. Wij kunnen ons dan
ook voorstellen dat raadsleden in een actieve werkvorm bijdragen
aan de totstandkoming van de nieuwe concept verordening. Het gaat
tenslotte om een verdere uitwerking van de relatie tussen de raad
en de burger. Om te voorkomen dat een brede aanpak tot een ver
traagde aanpak willen wij er ook naar streven om een dergelijke
integrale verordening (dat gaat over al de thema's die ik net ge
noemd heb) in maart komend jaar voor besluitvorming gereed hebben.
Ik dank u wel.
De Voorzitter: Ja beste raadsleden, het moeilijke van een referen
da is, punt 1, kun je niet een cumulatie toestaan, straks van ver
schillende verordeningen die allemaal gaan over verschillende re
ferenda. Dat betekent dat je een verordening aanpast of je past
het niet aan. Als ik de discussie hoor en de een noemt het een
karikatuur van de democratie, dan is het voor de ander een wezen
lijk onderdeel van die democratie, dat maakt het zo moeilijk om
samen te vatten wat u hier naar voren heeft gebracht. Eén ding is
duidelijk, dat correctief referendum geeft nogal wat discussie en
misschien is het goed, meneer Jacobse, dat al voor ik u zeg dat
het college niet staat te trappelen voor een correctief referen
dum, dus nadat het besluit is genomen, om daar dan een zekere par
ticipatie via een referendum aan de burgers te geven, dat u wel
licht nog reageert en dat we dan kijken hoe de stemming uitvalt.
Gaat u uw gang.
De heer Jacobse: Voorzitter, om met het laatste te beginnen het is
natuurlijk niet de bedoeling dat we twee keer hetzelfde doen. Dat
wij eerst de voorkant van de besluitvorming in het referendum hou
den, wat vervolgens aan de achterkant, waanneer het besluit geno
men is, weer referendabel is in het kader van de TRW. Dat moeten
we uiteraard niet doen, want dan blijven we aan het werk. Je ziet