Blad 82
Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001
verantwoording ook niet kunnen als wij zeggen dat vanuit dat bud
get zo'jn bedrag is gegaan naar de algemene middelen. Dat is niet
aan de orde.
Dan even naar het concrete voorstel. De heer Jacobse zegt dat hij
graag helder wil houden wat Stedelijke Vernieuwing kost. Ik denk
dat dat een legitieme vraag is, dat je dat altijd zou kunnen terug
vinden. Het gaat hier over bewonersondersteuning, dat je dat terug
kunt vinden bij de Stedelijke Vernieuwing. Naar mijn idee kun je
dat nog wel regelen in de zin van dat je een overzicht geeft van
Stedelijke Vernieuwing en wat dat kost, alleen je komt in de pro
blemen op het moment dat je zegt: Stedelijke Vernieuwing is een
integraal proces waar van alles en nog wat bij hoort. Hoort dan
bij Stedelijke Vernieuwing ook bijvoorbeeld straks de multifuncti
onele centra. Dus Stedelijke Vernieuwing is wel een heel rekbaar
begrip. Wat ik begrepen heb is dat dit voorstel in ieder geval in
de commissie aan de orde is geweest en wellicht ook al in de raad,
maar dat er instemming mee was en het daarom nu ook begrotings
technisch zo geregeld wordt.
Ik wou vragen of u er mee akkoord gaat dat het op deze manier ge
dekt wordt, want dit is een kwestie van hoe je het in de begroting
neerzet, dat binnen dit budget dit in ieder geval verantwoord
wordt, dus ook naar het rijk toe.
Vervolgens vraag de heer Jacobse of zij bij Stedelijke Vernieuwing
alles op een rij kunnen krijgen. Daar moet ik nog even over naden
ken, want dat is dan een hele brede vraag, wat hoort daar dan al
lemaal bijWant ook uit de reguliere middelen wordt er van alles
in het kader van de Stedelijke Vernieuwing gedaan. Ik moet er eens
over nadenken hoe je dat dan zou moeten doen.
De heer Van Mourik: Is het niet zo dat in het verleden is gesteld
dat de middelen voor Stedelijke Vernieuwing moet eigenlijk de
hardware betalen (de steentjes) en GSB moet de software (de socia
le rugzakjes etc.) voor een deel bekostigen. Dus de inzet van deze
middelen is op zich niet onlogisch. Alleen vindt de heer Jacobse
het een beetje ondoorzichtig, begrijp ik.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
De Voorzitter: Ik stel u voor nu te pauzeren.
De Voorzitter schorst om 20.50 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 21.10 uur de vergadering.
Blad 83
Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001
Punt 25.
De Voorzitter: Aan de orde is Onderzoek geloofsbrief van de heer
Tamminga
Mevrouw Sijtsma: De Commissie voor de Geloofsbrieven heeft de ge
loofsbrieven onderzocht van het nieuw benoemde raadslid de heer
S. Tamminga. Gebleken is dat de benoemde aan alle in de Gemeente
wet gesteld eisen voldoet. Wij kunnen de vergadering derhalve rap
porteren dat wij de geloofsbrieven met bijbehorende stukken in
orde hebben bevonden. En omdat er verder geen omstandigheden be
kend zijn op grond waarvan de benoemde niet zou kunnen worden toe
gelaten, adviseren wij u de heer Tamminga toe te laten als lid van
de raad van de gemeente Leeuwarden.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het ad
vies van de Commissie voor de geloofsbrieven.
Punt 28.
De Voorzitter: De heer Jacobse heeft namens de NLP-fractie een
interpellatie aangevraagd.
De heer Jacobse: Zo'n teeëneenhalf jaar geleden hebben wij hier in
de raad en in de commissie daaraanvoorafgaande (januari 1999) ge
sproken over de verkoop van de aandelen in het waterleidingbe-
drij f
Ik wou even terug naar de notulen van die vergadering.
In het verslag van de commissievergadering staat: 'de gemaakte
afspraken met NUON zijn op de lange termijn ook niet hard c.q.
houdbaar. De aandeelhouders van NUON hebben zelf uitgesproken NUON
te willen verkopen en in dat geval wordt Leeuwarden een bijkantoor
van een bijkantoor. Waterleiding Friesland zal dan ook niet zomaar
meer ontvlochten kunnen worden en dat wordt dan een van de bedrij
ven van NUON, dat simpel kan worden doorverkocht aan derden. Kort
om de afspraken werken niet.' Die uitspraak was van mij, ik citeer
uit eigen werk.
In diezelfde vergadering zeg ik dat met andere woorden nog een
keer en beide keren is er door de toenmalige loco-burgemeester Den
Oudsten op gereageerd in die zin dat ons toen verzekerd is dat het
wel degelijk om harde afspraken ging en dat zowel bij fusie, ver
koop als ontvlechting het zo geregeld was dat de Friese commissa
rissen de mogelijk hadden om daar tegen op te treden. Die afspra
ken gingen dan met name om twee zaken: Leeuwarden zou hoofdvesti
ging zijn van een nieuw waterconcern en Leeuwarden zou, wat men
toen nog noemde, een kenniscentrum krijgen, dat werk zou bieden
aan 50 hoogwaardige arbeidsplaatsen en waar ook nog groei in zou
zitten in de komende jaren.
Alle partijen in deze raad hebben geweldig veel belang gehecht aan
beide afspraken, dat was eigenlijk de doorslag waarom de meerder-