Blad 12 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 Aanbeveling voorzitter en wethouders: de heer L. Plaisier te benoemen in de Commissie Stadsontwikkeling Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen. De heer Drewel en Roekiman vormden met de voorzitter de leden van het stembureau. Punt 6 (bijlage nr. 127). De Voorzitter: Aan de orde is Fusie Dienst Sociale Werkvoorzie ning De heer Bilker (weth.): U hebt correspondentie ontvangen over het advies van de Ondernemingsraad van de gemeente Leeuwarden. Wij hebben daarover een negatief advies ontvangen met name over het procedurele punt dat het tijdvak waarin men kon adviseren te kort was. Daarnaast rezen er nog enkele vragen over de aspecten die met betrekking tot die advisering aan de orde waren. Dat heeft er in geresulteerd dat de WOR-bestuurder en de portefeuillehouder vrij dagochtend een goed gesprek hebben gehad met vertegenwoordigers van de Ondernemingsraad. Daar is nog een aantal vragen beantwoord. Dat heeft er vandaag in een bijeenkomst van de OR in geresulteerd dat zij niet tot een ander advies zijn gekomen dan dat er lag, dus een negatief advies. Daar is bij gezegd dat het hen niet mogelijk was, omdat de nieuwe antwoorden toch weer nieuwe vragen opriepen, om dat in kort tijdsbestek voor elkaar te krijgen. Wij hebben ge meend om aan de raad te moeten voorstellen dit agendapunt naar de volgende raadsvergadering uit te stellen. Dat kan ook, die tijd heeft de gemeente Leeuwarden wel, maar er zit één punt aan vast, dat is namelijk dat wij voor 1 november a.s. de formele aanvraag voor de gemeenschappelijke regeling moeten regelen, want anders moet je een jaar wachten en dat zou ons heel veel nadeel op leve ren. Dus zou ik willen voorstellen om dat in handen te geven van B&W, onder voorbehoud van goedkeuring in de raad van november 2001 U zult begrijpen hoezeer het mij zelf persoonlijk ook spijt dat ik dit vanavond niet kan behandelen, want ik vind dit toch wel een kroon op dat werk, maar wij kunnen op dit moment niet anders. De Voorzitter: Ik concludeer dat het voorstel, bijlage nr. 127 wordt ingetrokken en behandeld zal worden in de raadsvergadering van november 2001. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. om de formele aanvraag voor de gemeenschap pelijke regeling, onder voorbehoud van goedkeuring in de raad van november 2001, in handen te stellen van b. en w. Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 Punt 7 (bijlage nr. 128) De Voorzitter: Aan de orde is Voorstel tot wijziging van de refe rendumverordening Leeuwarden, een initiatiefvoorstel van de Nieuwe Leeuwarder Partij De heer Jacobse: Wij zijn dankbaar dat het college nog tijd heeft gevonden om een en ander ook even op schrift te zetten, want in de commissievergadering bleek dat de grote wirwar van termen al gauw voor verwarring zorgtDat is ook de reden waarom wij er niet voor gekozen hebben om zelf met een verordeningsvoorstel te komen, om dat dat heel ingewikkeld is. Ik geef alleen maar even een voor beeld uit onze eigen referendumverordening, waar in artikel 2 wordt gesproken over het houden van een raadgevend referendum, terwijl het hele gebeuren daarnaast uitgaat van een raadplegend referendum. U begrijpt dat wij niet wilden verzanden in discussies van kan dit wel of kan dit niet. Vandaar dat wij u vandaag voor stellen om de grote lijnen aan te geven, met een uitspraak dat de referendumverordening moet worden gewijzigd en wel zodanig dat natuurlijk daar in opgenomen worden de wijzigingen die al op grond van de Tijdelijk Referendum Wet moeten worden aangebracht, maar ook daar een verruiming in kan plaatsvinden, met dien verstande dat daar waar mogelijk ook burgers zelf voorstellen kunnen doen die onderwerp van een referendum worden. Ook uit uw eigen schrij ven blijkt dat dat goed mogelijk is, immers op bladzijde 5 schrijft u: indien gewerkt wordt met drempels en handtekeninglijs- ten, maar het bestuur zelf een zekere beoordelingsvrijheid heeft bij de toelating van een referendum, zoals in de bestaande refe rendumverordening meestal het geval is (dat is bij ons ook het geval) zal in het algemeen niettemin van een raadgevend referendum kunnen worden gesproken. Het begrip raadgevend in artikel 165 en 166 moet ruim worden opgevat, te weten als een niet bindend op initiatief van de kiezers gehouden referendum. De mogelijkheden zijn er dus. Wij vragen het college, uitgaande van die richting, die de raad hier vanavond aangeeft, met een voorstel te komen. Het is één van de voorstellen die tot doel hebben ook dat stukje in het Bestuursprogramma, dat wij met elkaar hebben afgesproken over bestuurlijke vernieuwing, want ik herinner mij nog goed dat wij na de laatste verkiezingen hier ons allemaal hebben uitgesproken over het feit dat er toch wat zou moeten gebeuren naar aanleiding van het feit dat een laag percentage was opgekomen bij de verkiezin gen, dat wij toch met elkaar mogelijkheden zouden moeten zoeken om die burger wat meer bij de politiek te betrekken en hier en daar wat meer zeggenschap te geven. Dat stukje is eigenlijk in het Be stuursprogramma nog niet ingevuld. Ik hoop dat wij dat, indien u voor maart een voorstel aan ons voorlegt, dat alsnog kunnen doen, zodat de nieuwe raad daarmee kan gaan werken. De heer Hoogeveen: Toen de gemeenteraad van Leeuwarden in 1993 op initiatief van de D66-fractie een referendumverordening instelde,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 7