Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001
een leidende rol heeft bij de integratie van beleid en (en
misschien vooral);
de coördinatie van beleid binnen het college en tussen raad et
college;
een coördinerende rol tussen college en het ambtelijk apparaat
(zie ook de profielschets).
De CDA-fractie heeft vastgesteld dat de burgemeester deze taken in
de afgelopen twee en een half jaar niet heeft kunnen waar maken.
Ondanks het feit dat ongeveer een jaar geleden ook al kritische
geluiden over het optreden van de burgemeester te horen waren. U
herinnert zich wellicht dat onder andere de CDA-fractie toen al
heeft aangegeven dat er kantekeningen waren te plaatsen bij haar
functioneren. De partijen verwachtten evenwel dat het indringend
gesprek tot verbetering zou leiden. Toen is al aangekondigd over een
jaar (en dat is het nu ongeveer) de balans op te maken. We moeten
vaststellen dat er geen verandering is opgetreden.
Voorzitter, ik wil een paar voorbeelden noemen waar het volgens de
CDA-fractie in elk geval mis is gegaan. Ik breng even in herinnering
de OZB-affaire.
De raad wordt gevraagd in te stemmen met een hersteloperatie. Er
moet - zo luidt het advies van deskundigen - snel een besluit
genomen worden door de raad. Wat schets onze verbazing, de
raadsvergadering wordt uitgesteld, alleen vanwege de vakantie van de
burgemeester. Wat ons betreft een niet te verteren punt. Zo hoort
een voorzitter niet met de raad en de belangen van de gemeente om te
gaan. Nog los van de vraag welke risico's de gemeente daarbij loopt.
Een ander voorbeeld is de kwestie van de ambtenaar van de
burgerlijke stand. Een onderwerp waar Leeuwarden, evenals de OZB-
kwestie, nogal in het nieuws is geweest en waar het standpunt van
het college in den lande sterk is bekritiseerd. De fractie stelt
vast dat de voorzitter van het college niet in staat is geweest
hierin een bemiddelende rol in te spelen binnen het college met het
gevolg dat de gemeente op dit punt negatief heeft gescoord.
Het derde onderwerp: Vertegenwoordiging namens de gemeente.
Mevrouw Van Maaren zit o.a. namens de gemeente in de Raad van
commissarissen NUON. We hebben recent in de raad hierover
gedebatteerd en met name over haar inbreng bij het besluit het
hoofdkantoor van de waterdivisie naar Apeldoorn te verplaatsen.
Natuurlijk hebben de commissarissen een eigen verantwoordelijkheid,
maar een terugkoppeling naar de raad was in dit geval zeker op zijn
plaats geweest.
Een ander punt, de onderhandelingen en het overleg in het kader van
de ruimtelijke ordening, meer specifiek de 5e nota. We hebben
aanwijzingen dat ze door de gesprekspartners niet serieus werd
genomen
Het vierde punt de burgemeester en de burgers.
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001
Gemeenteraadsleden krijgen signalen uit/van de bevolking van de
gemeente Leeuwarden, de samenleving van Leeuwarden. Deze duiden er
op dat mevrouw Van Maaren een aardige vrouw is, maar inhoudelijk
tekort schiet. Reacties, die we niet alleen krijgen van partijgeno
ten, maar ook van mensen die aanwezig zijn geweest bij werkbezoeken
of vanuit het bedrijfsleven. Het blijk geven geen kennis te hebben
van bedrijven in Leeuwarden spreekt niet in haar voordeel.
Leeuwarden is per slot van rekening de stad die in Friesland voor de
meeste werkgelegenheid zorgt. Contacten zijn daarbij van eminent
belang. Het draait om relatie en informatie.
Haar sociale instelling, meelevendheid en gezelligheid zijn zeker
belangrijk. Allemaal eigenschappen die wij positief willen benoemen,
maar niet doorslaggevend zijn bij het vaststellen van het feit of de
burgemeester wel of niet functioneert en haar gezag heeft verloren.
Wij waarderen haar wel om die kwaliteiten en velen met ons. Dit
aspect heeft wat ons betreft heel sterk meegespeeld bij het
instemmen met de voorgestelde procedure. Wij vonden het niet gepast
elkaar mogelijk te beschadigen door de redenen van het ontslag, die
altijd onvolledig zouden zijn, te motiveren.
Een andere kant is dat een burgemeesterskandidaat met dergelijke
kwaliteiten een goede kans zou maken als we een stelsel van gekozen
burgemeesters zouden hebben. Maar wat ons betreft wel met alle
gevolgen van dien.
Voorzitter, het was voor de CDA-fractie dan ook geen verrassing dat
het college een gesprek met de Commissaris van de Koningin
aankondigde naar aanleiding van het disfunctioneren van de
burgemeester. Er is sprake van een vertrouwensbreuk tussen
burgemeester en college.
Een ander punt waar ik nog graag bij wil stil staan is de procedure.
Vanaf begin aan is deze gericht geweest op het op een minnelijke
wijze afscheid van elkaar nemen. Eén van de kenmerken van een
dergelijk afscheid nemen is dat je elkaar geen schade wilt
toebrengen. Als je in zo'n geval toch probeert de scheiding te
motiveren, bestaat het risico (en waarschijnlijk nog meer dan dat),
dat de genoemde motieven worden uitvergroot en tot de belangrijkste
redenen worden verheven.
Juist dat zou in dit geval een vertekend beeld geven. Spraakmakende
missers zijn niet te benoemen.
Voorzitter, onze analyse is dat college/raad en de burgemeester uit
elkaar zijn gegroeid (sterker nog ze hebben elkaar nooit gevonden)
Dat is een proces geweest en geen optelsom van hele kenmerkende
gebeurtenissen. We ontkomen er in dit debat evenwel niet aan
voorbeelden te noemen, want alleen op grond van het niet goed
voorzitten van de raad stuur je geen burgemeester weg.
Partijen hebben overeenstemming bereikt over het scheiden der wegen.
Mevrouw Van Maaren heeft zelf haar ontslag ingediend. Om die reden
leek het openbare debat ook niet nodig. We hebben dat niet goed
ingeschat. We hebben te veel een net afscheid willen regelen en