Blad 56 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 Dan ga ik heel beperkt in op het verhaal van mevr. Van Maaren zelf. Laat ik beginnen met het eerste punt. Mevr. Van Maaren beargumenteert de noodzaak van haar vertrek aan de hand van twee zaken, zij zegt daar is een conflict doorgekomen en toen moest ik opstappen. Dat is de OZB, het risico onderzoek en de rapportage van de heer Monsma en de bespreking daarvan in het college. Wij hebben heel nadrukkelijk gezegd van dat was de aanleiding waar wij uiteindelijk een conflict over kregen en uiteindelijk haar ontslag ging inluiden, maar de oorzaken lagen veel structureler en veel dieper. Ik merk aan de argumenten uit de raad dat dat ook gedeeld wordt. Daar was dus nadrukkelijk een verschil van inzicht, waar wij in die algemene zin indertijd over spraken. Een tweede opmerking naar aanleiding van het verhaal van mevr. Van Maaren, dat is ook karakteristiek en een punt waar wij verschillend tegen aankeken, is dat ze weer, ook vanavond, het doet voorkomen alsof niet haar rol een bepalende, niet haar eigen manier werken hier bepalend is geweest, maar het ligt, en ik heb daar in mijn eerste betoog ook melding van gemaakt, het ligt uiteindelijk toch aan een ander; het ligt aan een zwak college; het ligt aan een bestuurscultuur; het ligt aan andere zaken dan aan Mevr. Van Maaren zelf, aan de omstandigheden en niet aan haar zelf. Dat is jammer maar dat is precies wel het punt waar wij de laatste jaren natuurlijk tegenaan gelopen zijn en wat hier vanavond toch weer blijkt. Dan heeft ze gesproken over zich gedwongen te voelen tot. Wat dat betreft denk ik dat het zo is geweest dat in een onderhandelingspro ces, wat er plaats heeft gevonden, een onderhandelingsproces waarbij wij, zoals zij ondersteund is door een gerenommeerde juriste het een kwestie is van geven en nemen en uiteindelijk op een punt komen waarbij je zegt van hier zijn wij het dan samen eens. Die onderhandelingen zijn gelopen, daar heeft mevr. Van Maaren toch vrijwillig haar handtekening onder gezet, wij hebben haar niet een pistool op de borst gezet. Ik vind dat je dan als dat zover is daar ook voor moet gaan staan en dan komen we op een andere karakteris tiek van mevr. Van Maaren, waar ik ook al eerder over gesproken heb, zelfs als besluitvorming al geweest is toch nog weer een andere lijn gaan inzetten. Als je je handtekening gezet hebt, dan moet je daar ook voor gaan staan en niet later roepen van ik ben gedwongen en het had niet gemoeten, noemt u het maar op. Dus ook in die zin denk ik dat mevr. Van Maaren daar een verhaal neerzette wat erg bij haar past (de heer Boorsma SP)Mevr. van Maaren stelt, ik ben min of meer gedwongen, omdat ik een brief heb gekregen van de kant van de gemeente, waarin met zoveel woorden wordt het gezegd, als ik niet daar en daar mee in zou stemmen dan zou dat gevolgen hebben voor mijn regelingZe zegt in feite van ja, ik ben middels die brief onder druk gezet, omdat anders mijn onderhandelingspositie zou worden geschaad. Is zo'n brief uitgegaan?) Ik praat niet en zeker niet hier in het openbaar over vertrouwelijke onderhandelingen, die gevoerd zijn tussen juristen. Ik denk dat dat absoluut niet kies zou zijn, maar ik zeg u heel nadrukkelijk: de Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 burgemeester is niet gedwongen haar handtekening te zetten, de burgemeester heeft vrijwillig meegewerkt aan het onderhandelingspro ces, waar het van beide kanten geven en nemen is geweest. Misschien is op dit punt bij haar het gevoel van geven. Wij hebben andere punten waarop we gegeven hebben. Dat is de karakteristiek van het onderhandelingsproces, waar je uiteindelijk samen je handtekening onder zet. Ik denk dat dat de situatie is geweest en niet anders. Zij had niet hoeven tekenen als zij had gevonden dat het niet aanvaardbaar zou zijn voor haar. Nou dat is denk ik het verhaal. Dan iets over de bestuurscultuur, waarbij ze het beeld neerzet: ik heb moeten werken in een bestuurscultuur waarin alles dichtgetimmerd werd van tevoren. Andere fracties zijn daar ook op ingegaan. Wij vanuit het college willen dat bestrijden. Die cultuur kennen wij hier niet en herkennen wij ook niet. Wij vinden het van belang om met elkaar door te praten over bestuurscultuur, welke elementen dan een rol zouden moeten spelen. Wij willen met elkaar doorpraten waar daar verbeteringen in kunr.en plaatsvinden en vinden net ook heel belangrijk, zeker als je realiseert dat we naar een dualistisch stelsel gaan en dus ook de cultuur zou moeten veranderen van de manier waarop je met elkaar werkt, om in dat kader dat hele punt van bestuurscultuur op te nemen en u ook te vragen dat gezamenlijk te doen, want daar speelt natuurlijk ook de raad een rol in. Wat ik nu wil zeggen, naar aanleiding van wat mevr. Van Maaren daar over zegt, is dat wij juist ervaren hebben dat mevr. Van Maaren iemand was die van tevoren alles dichtgetimmerd wilde hebben. En een aantal fracties hebben daar ook over gesproken. Haar mening over de bestuurscultuur als zou hier een achterkamer tjespolitiek zijn en alles van tevoren dichtgetimmerd, is iets wat echt wij niet herkennen. Ik denk dat we ook vanavond hebben laten zien dat we open met elkaar communiceren, dat we proberen compromissen te sluiten. Dat hoort in de politiek zo, daar is veel overleg voor nodig en dat gebeurt, maar in de volle openbaarheid en standpunten worden altijd in de openbaarheid hier verdedigd en dat doen we vanavond ook. Dan ga ik door op de twee punten die zij zo naar voren brengt als zijnde de onderwerpen die uiteindelijk het conflict in het college hebben gegeven. Ik begin met de risico-inventarisatie, waarbij het volgende aan de orde was. Wij hadden gezamenlijk in het college, en de raad heeft dat bevestigd, in het kader van de OZB 1 gezegd: het is goed, nu dit gebeurd is, eens breed in de organisatie te gaan kijken waar de majeure risico's zitten. Van begin af aan, de eerste commissieverga dering herinner ik mij dat, heeft de burgemeester dat breed neergezet en is van de kant van de commissie gezegd: wij willen daar niet een enorm groot breed onderzoek, juist liever aan de hand van de grote risico's. Dus de raad had eerder de neiging om het in te perken dan om het breder te maken. Dat is in het college verder aan de orde geweest, wij verschilden daar met elkaar van mening over. Mevr. Van Maaren wilde breed, bestuurscultuur daar ook in meenemen, wilde een extern bureau eigenlijk het hele verhaal laten trekken,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 29