Blad 2 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 De Voorzitter: Ik open de raadsvergadering van de gemeente Leeuwarden Geachte leden van de raad, inwoners van de gemeente op de publieke tribune, in de hal het Provinciehuis en kijkers en luisteraars thuis. Allen welkom bij dit debat. Ik heb een aantal mededelingen. Om te beginnen zou ik de fotografen vriendelijk willen verzoeken om tijdens het debat niet te flitsen. Iedereen is aanwezig. Wellicht ten overvloede meld ik dat vanavond van toepassing is het Reglement van Orde, zoals dat is vastgesteld door de raad op 12 september 1994 en laatst gewijzigd op 26 augustus 1996. Mee betrekking tot agendapunt 2 meld ik het volgende. Artikel 25, lid 1 stelt voor: 'De raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de raad of de voorzitter deelnemen aan de beraadslagingen op voorstel van de voorzitter.' Ik stel voor om mevrouw Van Maaren-van Balen die gelegenheid te geven. Ik neem aan dat daar niemand bezwaar tegen heeft. Dan is dat aldus besloten. Lid 3 van artikel 25 is dan ook van toepassing op u mevrouw Van Maaren, namelijk dat ook u zich heeft te houden aan dat Reglement van Orde, zoals ik dat zojuist heb aangehaald. Dames en heren, bij onze scheiding heeft wederzijds de intentie voorgelegen niemand uit respect voor eikaars inzet en goede wil te willen beschadigen. Dat doel geldt nog steeds. Ik geef het woord aan mevrouw De Haan-Laagland, die namens de wethouders zal beginnen met de eerste termijn. Mevrouw De Haan: Het debat dat wij vanavond voeren in de raad staat in het teken van de overeenkomst die vorige week is getekend in verband met het vertrek van burgemeester Van Maaren. Ik voer hier het woord namens alle wethouders, die afkomstig zijn uit PvdA, VVD, CDA en PAL/GroenLinks In alle publicitaire commotie die is ontstaan over een 'anti- beschadigingsclausule in die overeenkomst is een beeld van Leeuwarden neergezet als een stad met een gemeentebestuur dat het niet zo nauw neemt met de democratische spelregels en de rechten van burgers en raadsleden. Wij willen hier nogmaals en wellicht ten overvloede benadrukken dat in overleg met onze raad gekozen is voor een traject om de relatie met de burgemeester te beëindigen, waarin op een zo waardig en integer mogelijke wijze afscheid van elkaar zou worden genomen. Dat was onze intentie en om die reden is gekozen voor de weg van een overeenkomst Blad 3 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 Wij hechten er zeer aan om te benadrukken dat de overeenkomst, zoals die tussen partijen is ondertekend, volstrekt niets afdoet aan het functioneren van ons democratisch bestel. De Gemeentewet en alle rechten die de raad toekomen blijven onverkort van toepassing, vandaar de expliciete verwijzing in de overeenkomst naar de van toepassing zijnde wetgeving. De scheidende partijen zijn overeen gekomen elkaar over en weer niet te willen beschadigen. Dat is een fatsoensnorm die wij expliciet hebben willen benoemen, en waar wij ons ook nu aan zullen houden. De maatschappelijke vraag om duidelijkheid over de beweegredenen voor het vertrek van de burgemeester is ondertussen niettemin zo klemmend, dat wij in alle openheid zullen stilstaan bij het complex aan motieven dat daaraan ten grondslag heeft gelegen. Dat is maatschappelijk en bestuurlijk op zijn plaats. En omdat het hier gaat om een openbaar raadsdebat is een dergelijke verduidelijking, zoals ik hiervoor heb benadrukt, niet strijdig met de overeenkomst. Wat ons college betreft is een houding van wederzijds respect en het voorkomen van beschadiging eveneens de grondtoon voor dit raads debat. Wij zullen er evenwel niet aan ontkomen - want daarom leggen wij in dit debat als collegeleden en fracties in het openbaar verantwoording af - om in te gaan op feiten en omstandigheden die mevrouw Van Maaren als persoon in de uitoefening van haar ambt betreffen Laten we beginnen met de vraag aan welke eisen een burgemeester van een stad als Leeuwarden volgens onze profielschets moet voldoen. Een burgemeester moet: een brede visie hebben op de toekomstige ontwikkeling van de stad; de vertegenwoordiger van de gemeente zijn waarin bestuur en bevolking zich kunnen herkennen; op overtuigende wijze sturing kunnen geven aan bestuurlijke processen en een stimulerende rol vervullen in het gemeentebe stuur, in relatie tot de ambtelijke organisatie en als korpsbe heerder; goed kunnen communiceren en een samenbindende figuur zijn. Als ik het samenvat dan zijn de kwaliteiten, waarover een goed functionerende burgemeester beschikt, aan te duiden met de woorden 'leiderschap' en 'gezag'. In de rest van mijn betoog zal duidelijk worden dat de verschillen van inzicht, die zijn gegroeid tussen de gekozen bestuurders en de burgemeester, zich toespitsen op deze zaken: het inhoud geven aan leiderschap binnen de eigen organisatie en het gezag waarmee de belangen van de gemeente naar buiten toe zijn vertegenwoordigd. Als eerste wil ik een schets geven van het verloop van het proces in de afgelopen jaren. Daarna ga ik in op enkele belangrijke thema's en sluit ik af met de inhoud van de getroffen regeling.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 2