Blad 58 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 met financiële kosten van dien. Vlak voor de zomervakantie is daar in het college over gesproken, is daar een besluit genomen dat de eigen organisatie in ieder geval een grote rol zou moeten krijgen en dat de kosten naar beneden zouden moeten. In de vakantie is mevr. Van Maaren, eigenlijk vanuit haar eigen beeld, toch door gaan werken op het brede en het helemaal uitbesteden aan een bureau en na de vakantie zijn wethouder Bilker en ik met de voorbereiding gestart op basis van de collegebesluiten, zoals die voor de zomer waren genomen. Daar kwam een ander voorstel uit, waar mevr. Van Maaren moeite mee had, maar waar mevr. Van Maaren voor de volle 100% uiteindelijk mee instemde en er een college besluit unaniem over maakte, zonder dat zij daar een minderheidstandpunt op innam, wat natuurlijk altijd ieders goed recht is, iedereen mag in het college als de besluitvorming plaatsvindt een minderheidsstandpunt innemen. Zo is het gelopen. Wij hebben unaniem besluit gehad, we hebben het naar de raad gebracht, naar buiten, de raad heeft het geaccepteerd en helaas blijft mevr. Van Maaren vinden dat het anders had gemoeten en wou ze dat vastgelegd hebben in de notulen. En dan krijg je een rare situatie, waarbij je op een gegeven moment als college zegt, als we nou gezamenlijk besluiten hebben genomen, dat gezamenlijk naar buiten hebben gebracht, dan moet je dit ook gezamenlijk gaan verdedigen. Daar ontstaat dan het probleem. Zo is de risico inventarisatie discussie gekomen. Het tweede, het OZB verhaal, en eigenlijk hebben we dat in de commissie vrij uitvoerig gehad, hebben we vanochtend ook nog toegelicht: alle bevindingen van Monsma, zoals die van de zomer zijn gedaan, toen hij hier rond heeft gelopen om te kijken naar verordeningen en naar allerhande zaken die hier wellicht risicovol zouden zijn, zijn teruggekoppeld naar het college. Daar heeft het college twee dingen van gezegd: we gaan ze omzetten in concrete actiepunten, we brengen ze in in de monitor. Ik heb u uitgenodigd om te gaan kijken bij de dienst Belastingen, zodat u al die aanbevelingen terug kon vinden. En we hebben gezegd we maken een verhaal voor de raad, wat mee gaat in de brede risico inventarisatie, want ook de afdeling Belastingen moet in kaart. Wij hebben daarbij afgewogen dat er ook in de rapportage van Monsma natuurlijk zaken zijn die je altijd moet afwegen in het kader van je eigen juridische en financiële positie. Die kan je niet op voorhand schaden Die zaken bij elkaar hebben geleid tot de weg die we gelopen hebben, dat komt er aan, het verhaal ligt wat dat betreft klaar, we kunnen daar volledig open met de raad over spreken. Dus ik denk dat op zichzelf er niets onoorbaars gebeurd is en dat we moeten beseffen is dat het verhaal waar de burgemeester over spreekt in feite ging om een interne notitie van het bureau Monsma, dat input moest zijn om een gemeentelijk stuk te krijgen over de risico's. In die zin heeft het zo gewerkt (De heer Van Mourik/WDHeeft u er ook een idee van, ik neem aan dat er een beperkt aantal van deze stukken hebben gecirculeerd, maar hoe kan het nu dat zo'n stuk, met die gevoelige informatie, zoals u Blad 59 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 zegt, vandaag in een krant voor een gedeelte als conclusie wordt gepresenteerd Het enige wat ik daarover kan zeggen is dat wij in een zeer beperkt clubje deze aanzet tot een nota, want meer is het niet geweest, het had ook niet de status van een nota en ik heb dat in het college ook steeds naar voren gehouden, bij zeer weinig mensen was deze nota bekent, dus het bevreemdt mij ook zeer dat hij is uitgelekt, ik vind het ook vervelend, maar meer kan ik daar ook eigenlijk niet over zeggen Dan is gevraagd naar de rol van de heer Nijpels en misschien moet ik dan even terug naar het verhaal van mevr. Van Maaren. Het is inderdaad zo dat, naar aanleiding van deze twee conflicten in het college, mevr. Van Maaren zelf het initiatief nam en zei: is het niet verstandig als wij bij meneer Nijpels gaan praten, waar wij het overigens mee eens waren. Het is niet zo dat bij het gesprek van de heer Nijpels de loco-burgemeester haar overviel met het verhaal van wij zien geen toekomst voor de samenwerking. Wij hadden wel degelijk van tevoren met mevr. Van Maaren afgesproken van als wij naar Nijpels gaan, dan is dit ons verhaal. Dus net verhaal heeft haar wel overvallen, maar niet bij Nijpels. Dat was van tevoren bekend. Dan even de rol van de commissaris van de koningin. Hij heeft, op het moment dat wij bij hem waren, uitdrukkelijk uitgelegd van wat zijn taak in dit opzicht is. Hij heeft gezegd: ik constateer een aantal feiten die jullie nu bij mij op tafel leggen, wij hebben daar bewust niet gesproken van een vertrouwenscrisis, maar van de toekomst van de samenwerking geen vertrouwen meer in te hebben en de heer Nijpels heeft daar geen oordeel over willen geven. Hij heeft niet willen weten hoe dat allemaal is gekomen, omdat hij nadrukkelijk vond dat dat zijn taak niet was. Hij heeft ons alleen voorgehouden: dan zijn er twee wegen waar u in moet kiezen. Ik denk ook dat dat zijn taak is, hij heeft ons dus geïnformeerd over hoe dat kan. Hij heeft er uitdrukkelijk bijgezegd van het is aan de gemeente om daar een weg in te kiezen. Wij hebben dus ook de fractievoorzitter voorgelegd dat er twee wegen zijn, welke zullen we kiezen. Wij hebben een voorkeur voor de ene, maar eigenlijk bleek al heel gauw dat vrij breed lag om de weg te kiezen van te komen tot een minnelijke schikking. De heer Nijpels hoefde ook niet in te stemmen met die keuze van ons, hoefde ook niet in te stemmen met de overeenkomst die daaruit volgde. Hij heeft dat volledig aan ons overgelaten. Mijn inschatting is dat hij daar volstrekt correct in heeft gehandeld. Overigens zijn de gesprekken, die wij met de commissaris van de koningin hebben gehad, in een uitermate constructieve sfeer geweest. Dus alle kritiek dat daar iets fouts zou zijn gegaan, kan ik namens het college absoluut niet bevestigen. Dan is er gevraagd naar concrete voorbeelden. Zowel de PvdA- als de CDA-fractie heeft gevraagd naar concrete voorbeelden op meerdere fronten. Maar in de eerste plaats is gevraagd: zegt u nou eens wat over concrete voorbeelden van hoe mevrVan Maaren met die ambtelijke organisatie naar uw idee niet goed functioneerde, zijn er voorbeelden van te geven? Ja, één van de voorbeelden haalde vanavond

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 30