Blad 72 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 Dolstra, u bent er van meet af aan bij geweest en wat u nu doet dat is op de vrijdagmiddag, waarop het gebeurt toch eigenlijk weglopen, op het moment dat er verder niemand bij is een mailtje doorsturen naar de pers. Ik kwam thuis ik zag het eerder op televisie dan in mijn mailbox. Op zich moet u dat allemaal zelf weten, moet u het zelf doen en daar is iedereen eigen baas in, maar noem het college dan niet achterbaks, dat vind ik niet terecht. (Mevrouw Dolstra: Als u vindt dat het mailtje dus achterbaks door mij doorgestuurd is, dan heeft u het mis, want zou ik achterbaks wezen, dan had u dat mailtje nooit gezien, want dan had ik het ook niet gezegd namelijk.) Ik stel ook wel op prijs dat zo'n handelswijze op voorhand wordt gecommuniceerd. Als u bijvoorbeeld de beleefdheid kunt opbrengen om te zeggen van ik accepteer geen vertrouwelijke stukken meer. Ik stuur ze door. Het is een loos gebaar achteraf. (Mevrouw Dolstra: Dit was geen vertrouwelijk stuk, er stond geen titel boven het was geachte, gewoon.) Er staat wel iets onder, mevr. Dolstra. (Mevrouw Dolstra: Er stond niet van de wethouder bij. Was niet getiteld en er stond geen vertrouwelijk op, dus ik heb gedacht dat ik het gewoon door kon spelen. Er was helemaal geen rede voor om dat geheim te houden trouwens. Er stond niets in.) U heeft gedaan wat u gedaan heeft en op zich vind ik het nog fijn dat u het hier zegt, want ik wil daar mijn gedachten ook even over kwij t Er is iets gezegd, er zijn een paar hele harden dingen gezegd richting het college. Er is bijvoorbeeld een vergelijking gemaakt met de manier van besluitvorming rond de Oranjewijk, de OZB en de manier waarop deze casus is afgehandeld. In sommige opzichten kun je daar bepaalde overeenkomsten in herkennen. Ik denk dat iemand die dit soort zaken en ook een casus zoals deze van meet af aan heel goed communiceert en vlekkeloos oplost, dat die morgen hier geen wethouder of gemeenteraadslid meer is, maar dat die een dik betaalde miljonairsbaan heeft bij een heel hoog adviseurs bureau. Dit zijn zaken die komen in de geschiedenis van de gemeente heel zelden voor, gelukkig maar. Ik heb het idee dat het college toch nog enigszins redelijk flexibel vorige week heeft ingespeeld op de situatie zoals die zich voordeed. En nogmaals de keuzes die daar voor zijn gemaakt daar zijn we allemaal bij geweest. Dan zegt de heer Jacobse: het college is niet tot besturen in staat, het zal eigenlijk demissionair moeten zijn tot de verkiezingen. Dat vind ik loeihard, dat hij dit zo stelt. Ik wil niet ontkennen, er waren ook een paar uitlatingen van de burgemeester, dat wij op dit moment een college hebben met een paar wethouders met relatief korte zittingstijd en dat er gewoon sprake kan zijn van gewenningspro- bleempjes, aanloopprobleempjes. Wat wel zo is, is dat een college in zo'n constellatie, als er dan sprake is van conflicten, en die zijn er geweest, ook niet aan het onderling inwerken toekomt. Ik hoop met het aantreden van mevr. De Boer, een rasbestuurder, dat die heel Blad 73 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 snel die sfeer van eenheid, collegialiteit en er samen keihard aan trekken wel weet te bewerkstelligen. Ik hoop echt dat dat uitkomt. Ik had nog een of twee dingetjes, voorzitter, die laat ik zitten. Dank u wel. De Voorzitter: Dank u vriendelijk, meneer van Mourik. Zijn er andere fracties die nog een motie of amendement willen indienen? Dat is niet het geval. Mevr. Uiterwijk Winkel wil een verklaring afleggen, maar geen motie of amendement, begrijp ik. Dan wil ik de SP-fractie als eerste vragen, dat lijkt mij het meeste correcte, om de volgorde aan te houden. Kunt u daar mee instemmen, want dan houden wij dezelfde volgorde aan, mevr. Uiterwijk Winkel. Ik geef het woord aan de heer Boorsma van de Socialistische Partij De heer Boorsma: Voorzitter dank u wel. De intentie waarmee wij deze avond zijn ingegaan, heeft zich wat mijn fractie betreft gekenmerkt door meer openheid zien te verkrijgen in hetgeen nu eigenlijk allemaal heeft geleid tot het vertrek van mevr. Van Maaren. Ik moet zeggen dat de intentie, die door iedereen is uitgesproken om zo weinig mogelijk te beschadigen, laat ik zeggen een beetje op de achtergrond is verdreven. Ik vind dat waar we van tevoren hadden afgesproken met elkaar om ons daar toch zoveel mogelijk aan te houden, ik niet de indruk heb dat dat het geval is. En was het niet onze onschendbaarheid in de raad, denk ik dat mevr. Van Maaren al heel wat flappen had kunnen incasseren. Ik vind dus ook dat wij, terwijl wij dat wel hebben uitgesproken, moeten concluderen dat een aantal partijen misschien wel op een iets nettere manier er mee om heeft kunnen gaan. Neemt niet weg dat de argumenten, die zijn genoemd, die ten grondslag liggen aan het vertrek, en dat heb ik ook al in de eerste termijn gezegd, voor mijn fractie in onze eigen overweging helder zijn. Waar het ons om ging is om meer openheid te krijgen van de kant van de wethouders. Ik vind dat het voor een deel gelukt is maar nog niet goed genoeg. Ik kom hier zo meteen even op terug Er zijn opmerkingen gemaakt over het bestuur in Leeuwarden en een aspect daarvan is de beslotenheid van de raad, waar al sprake van is. Ik vind dat mevr. De Haan dat nogal wat relativeert, toch moet ik u er op wijzen dat er diverse keren voorstellen van B&W door een meerderheid voor raadsadviescommissies bijvoorbeeld van een besloten agenda op een openbare zijn gezet, terwijl toch steeds is gezegd dat men het tot een minimum wil beperken. Het is regelmatig zo geweest dat raadsleden de wethouders daarop hebben moeten wijzen. Ik denk dat en ik hoop dat deze avond een soort omslag kan zijn, dat wij meer in openheid kunnen gaan bespreken met elkaar. Dat is in eerste instantie een verantwoordelijkheid voor ons allemaal. Er wordt wat mij betreft nog steeds veel te veel beklonken in het seniorenover- leg. Een paar maanden geleden hebben wij aangegeven daar eigenlijk

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 37