Blad 82 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 Voorzitter, over de motie van de VVD-fractie. Wat mij betreft blijft alles gewoon staan zoals u had voorgesteld. Ik heb niks te verbergen, ik heb ook niets te verliezen. Op moment dat mevr. Van Maaren meent opmerkingen of uitlatingen te moeten doen, die schadelijk kunnen zijn voor de gemeente Leeuwarden, moet ze dat vooral doen; als ze een boekje wil schrijven, moet ze dat ook vooral doen, alleen hebben wij daarin wel als, laten we zeggen, wens geuit dat de heer Van der Brug daar graag als schurk in wil fungeren, want die leven het langst voort in de herinnering, zegt hijIk vind dat ook verreweg uit openbaarheid het mees te verkiezen. Als zij kritiek heeft op het functioneren van Leeuwarden, laat ze dat dan zeggen, dan kunnen wij dat onderzoeken. Als het waar is er wat mee doen. Op moment dat het allemaal vuil is, waar allemaal niets van blijkt, zegt dat meer over mevr. Van Maaren dan over ons. Dus ik ben er voor om dat gewoon te zeggen van wij zien van ons recht af en op moment dat mevr. Van Maaren zegt 'ik wil wel innen' vind ik dat ook best. Zoals helder is als raadslid acht ik mij vrij om alles te zeggen wat ik zelf wens en wat ik niet wens en uit vanavond blijkt ook wel dat het moeilijk is om mij het woord te ontnemen (De VoorzitterU daagt mij uit meneer Jacobse, maar gaat u verder.) Dat begrijp ik. Dus ik kan mij wel wat voorstellen als je zegt: zij niet dan wij niet. Maar ik heb zoiets van: ik heb daar geen problemen mee, laat het maar zeggen. (De heer Van MourikMijn probleem is eigenlijk een beetje, ik heb van meet af aan gezegd gedurende vorige week, ik heb het liefste dat artikel 6 wordt geschrapt. Het college heeft ook aan de hand van de druk die ontstaan is en verzoeken die bij ons vandaan zijn gekomen gezegd: wij zien in ieder geval eenzijdig af van de toepassing van artikel 6. Maar dan blijkt dat zeg maar het schrappen van dat artikel 6 door de tegenpartij niet meer nodig wordt geacht. Dat gaat mij dan weer een stapje te ver. Ik heb zoiets van ik wil het wederkerig hebben, of het artikel bestaat en wordt wederzijds toegepast of het verdwijnt helemaal. En daartoe strekt mijn motie, meneer Jacobse.) Dat is mij helder, maar ik heb daar geen behoefte aan. Wij hebben afgesproken in het raadsbesluit dat wij in ieder geval niet zullen innen om het zo maar eens te zeggen en als mevr. Van Maaren iets wil zeggen over Leeuwarden dan moet ze dat vooral in mijn optiek doen. Voor mij, van mijn kant mag zij alles innen wat wij zeggen. (De heer Van Mourik: Maar nou bent u nog twintig jaar actief in de locale politiek en u zit dan een keer bij het knapperend haardvuur, u bent een gewezen politicus en u vertelt een verhaal aan uw kleinzoon en u zegt dan een paar hele saillante dingen over mevr. Van Maaren. U bent dan een gewezen politicusu bent geen raadslid meer, de onschendbaarheid is niet meer van toepassing op u. Dan zou u op grond van de tekst, zoals die nu geformuleerd is, aangesproken kunnen worden. Dat is de situatie die ik wil vermij denook voor de toekomst Ja, ik kan mij dat voorstellen. Ik hoop ooit dat ik zo oud mag worden dat ik met mijn kleinkinderen aan het haardvuur zal mogen zitten. Maar als ik dit vak lang uitoefen zal dat waarschijnlijk Blad 83 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 niet voor mij weggelegd zijn. Ik drink niet, dus de kans dat ik bij een borreltje teveel op zit, dat lijkt mij ook niet en ik moet zeggen, ik heb mij nooit belemmerd heb gevoeld en geloof mij dat ik dat in de toekomst ook niet zal doen. Ik stuur de rekening gewoon door naar de gemeentesecretaris, die er op dat moment zit. Maar in zijn algemeenheid heb ik zoiets van: het tijdperk van mevr. Van Maaren-van Balen was voor Leeuwarden een aardig boek of een minder aardig boek, maar het is uit. Mevrouw Uiterwijk Winkel: Ik weet niet hoe het met de andere raadsleden is, maar ik val bijna om van vermoeidheid. Ik vind het eigenlijk de hoogste tijd om naar bed te gaan, maar goed. Ik bewonder trouwens de vitaliteit van de meeste woordvoerders nog in de tweede termijn, dat wil ik toch wel eerst even zeggen. Wij vinden dat wij in redelijke mate een antwoord hebben gekregen op onze vragen. Ik wil ook uitdrukkelijk aangeven dat wij gespeeld hebben met de gedachte om met een motie var. afkeuring te komen. Wij zijn ook nog steeds ontevreden over de regievoering en met name dat er ook geen tijd voor ruggespraak reflectie op die vrijdag was. Ook de verwarring die ontstond over artikel 6 en die nu nog steeds tot verwarring leidt. Er zijn nog een aantal zaken waar wij absoluut niet tevreden over zijn. Maar gezien het feit als wij deze avond zo beluisteren wat we allemaal gehoord hebben ook over onze ex- burgemeester, dan kunnen wij echt niet anders dan concluderen dat de wethouders een hele zak met stront hebben opgeruimd en dat we het eigenlijk niet kunnen maken om met zo'n motie te komen. (De heer Boorsma: U bedoelt gewoon te zeggen dat u de coalitie door wilt zetten. Laten we het daar maar gewoon op houden, want ik vind het toch twee verschillende dingen, die u nu noemt. Ik vind de uitleg waarom u nu die motie niet indientu blaft steeds heel veel, leuke motie, ik heb hem gezien, zag er aardig uit. Maar ik vind de uitleg die u nu geeft om niet in te dienen wel erg gemakkelijk.) Daar kan ik helemaal inkomen, meneer Boorsma, en dat is natuurlijk ook uw taak omdat nog even onder mijn neus te wrijven. Maar ik kan er gewoon niets anders van maken, gezien wat wij hier vanavond allemaal gehoord hebben kan ik dat niet verantwoorden. Ik moet ook zeggen dat er ook onenigheid binnen mijn fractie over is. Maar goed, wij hebben er toch uiteindelijk voor gekozen om dit niet te doen. De motie van afkeuring van mevr. Dolstra en de Christen Unie zullen wij helaas niet steunen. (De heer Jacobse: Maar dat komt natuurlijk omdat het wat later wordt, ik maak daar dus uit op dat een gedeelte van uw fractie het college niet langer steunt Die is het er niet helemaal mee eens. Maar uiteindelijk zullen wij toch gezamenlijk opereren en zullen wij niet die motie indienen. Dat is toch duidelijk. Ik dien die motie niet in.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 42