Blad 86 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 bij onze raadsman opgevraagd welke faxen er gewisseld zijn, dat er nooit zo'n schriftelijk aanbod van de advocaat van mevr. Van Maaren is geweest om dat artikel te schrappen, dat wij het alleen uit de media hebben vernomen. Wel heeft de gemeente vervolgens het aanbod gedaan om dat artikel te schrappen en ook de verklaring uitgegeven dat de wethouders niet van plan zijn om deze bepaling te gaan gebruiken, maar daarop is geen eenduidig antwoord op gekomen. Ik heb hier een kopie van de fax van de advocaat van mevr. Van Maaren en dat is dan prachtig enerzijds anderzijds verhaal en als ik dat lees dan begrijp ik weer waarom het mij nooit gegeven is om jurist te worden. Want ik snap er helemaal niks van wat hier staat. Uiteindelijk, bottom line komt het erop neer dat mevr. Van Maaren er geen bezwaar tegen heeft dat wij geen rekening indienen, dat zij er nog over moet nadenken of ze zelf ooit een rekening in gaat dienen en dat de advocaat haar daarover op dit moment niet van advies kan dienen. Eigenlijk als ik dan dit hoor, aan de ene kant het verhaal van mevr. Van Maaren dat ze graag van de bepaling af wil in openbaarheid, ook vanavond weer een beetje de kampioen van de openbaarheid spelen, door te zeggen dat zij graag iets in openbaarheid wilde brengen wat anderen geheim wilden houden, dus de kampioen van de openbaarheid spelen en dan ondertussen niet werkelijk doen wat je zegt wat je doet, dat vind ik moeilijk te begrijpen En in eerste instantie was er binnen mijn fractie toch bijna de neiging om dan maar te zeggen van, nou weet je wat dan bekrachtigen wij de overeenkomst maar niet. Want dit is toch wel eens een staaltje van vreemd onderhandelen. Via de media een standpunt innemen en dat vervolgens in werkelijkheid niet doen. Maar de overeenkomst niet bekrachtigen leidt toe een geweldig groot probleem want dat zou betekenen, dat de ontslagaanvraag niet in behandeling wordt genomen. Dat is een situatie die wij niet wensen. Wij willen dat nu heel erg snel de kwaliteit van ons dagelijks bestuur verbeterd wordt. Daarvoor heeft de Commissaris van de Koningin een uitstekende kandidaat voorgedragen of een uitstekende waarnemer benoemd voor onze gemeente: mevrouw de Boer. Wij willen dat zij snel aan het werk kan gaan, omdat dat nodig is voor onze stad. Wanneer de ontslagaanvraag niet in behandeling genomen kan worden door de minister of niet bekrachtigd kan worden door de minister, dan zou dat betekenen dat ook de waarnemer niet aan het werk kan. En dat is wat wij niet willen. Dus wij zullen niet anders kunnen dan de overeenkomst nu bekrachtigen, hoewel we dat met tegenzin doen gezien de situatie die hier nu vanavond gebleken is. Wij kunnen nu niet anders dan het amendement van de VVD-fractie op het raadsbesluit steunen, maar wij vragen daarbij aan het college aan de wethouders om door te praten met mevr. Van Maaren en haar advocaat om te kijken of het toch nog mogelijk is om een overeenkomst te sluiten dat dat gevraagde artikel 6 alsnog verdwijnt. Want wij willen er gewoon vanaf. Dank u wel. De heer Stoker: Ik ben toch wel verbaasd over de gang van zaken. Blad 87 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 Allereerst heb ik een motie ingediend waarover ik de wethouder eigenlijk niet heb horen uiten. De wethouders hebben de motie ook niet ontraden. Dus neem ik maar aan dat u daar mee instemt. U hebt een meerderheid, constateert u. Ja, dat klopt. Maar daarom kunt u nog wel onze vragen beantwoorden, hoop ik. Eigenlijk zijn geen van mijn vragen beantwoord. Ik heb gevraagd of ik zo snel mogelijk inzage kon krijgen in de eerste fase van het risico-onderzoek. Ik heb gevraagd of de kwestie van de buitengewone trouwambtenaar invloed heeft gehad op deze situatie. Ik heb gevraagd in hoeverre mevr. Van Maaren geduwd werd in de richting van het zich beperken tot haar wettelijke taken voor wat betreft naar portefeuille. Ik hec u voorbeelden gegeven van hoe vragen rond het risico-onderzoek voor de raadsvergaderingen in net vragenhalf uurtje werden afgeserveerd. Is ze niet op ingegaan. Dan kunnen we in dit debat er kennis van nemen dat collegepartijen in deze raad het schijnbaar heel normaal vinden dat niet- collegepartijen te laat worsen geïnformeerd, dat moeten die partijen maar accepteren dat is toer. normaal. Over bestuurscultuur gesproken. (Mevrouw De Haan: U gaat net nou echt bor.z maren, k heb alle partijen tegelijkertijd geïnformeerd. U reet een ha^ve minuut later dan alle andere partijen. Ik heb u precies voorgelegd wat er aan de hand was en u was vrij en daar heeft u ook gebruik van gemaakt om te zeggen: ik wil dit traject niet. Maar er was een meerderheid, een vol ledige meerderheid hier onder die fractievoorzitters, die vond dat het wel moest. Die waren het eens. En voorts hebben we aangeboden voor mensen die meer informatie willen te komen.) En het behoort tot onze bestuurscultuur dat wij pas dan worden geïnformeerd op het moment dat er bij de Commissaris van Koningin al een heel traject is gelopen. (Mevrouw De Haan: U bent geïnformeerd op het mement dat het college vond dat het zover was dat we moesten afscheid nemen. En voor die tijd vond dat college het nog niet en op het moment dat wij het vonden hebben wij het u voorgelegd. En toen kon u alle kanten op.) Dan is dat dan nu tenminste helder. De OZB kwestie. In de vakantie werd het voor de burgemeester duidelijk wat de omvang van de problemen rond OZB kwestie was. Die OZB kwestie 2. En dat die eerdere koers volgens haar niet langer verantwoord was. En haar standpunt vind ik, gezien haar verantwoordelijkheid als burgemees ter, onontkoombaar. Er wordt gesproken als het gaat om het bureau van Monsma en in relatie tot het risico-onderzoek over een kleine interne notitie. Wel nu dit soort zaken is juist onze zorg en dat was ook de zorg van mevr. Van Maaren. Die eerste fase moest in de ogen van de wethouder schijnbaar niet openbaar. En ze vindt het jammer dat het nu toch allemaal is uitgelekt. Het was een klein onderzoekje, er stond niets in wat wij moesten weten. Maar naar mijn informatie stond er inderdaad niet voldoende in. Met name over die diensten waarin er waarschijnlijk wel heel wat aan de hand is, Stadsontwikkeling en Welzijn. Mevr. Van Maaren vond dat de raad en ook een burgemeester om goed te kunnen functioneren alle informatie goed boven tafel moest hebben. Zij is dus voor de raad opgekomen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 44