Blad 92 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 Wij hebben er als college naar gekeken en als college gezegd, laat gerust de raad hier een standpunt over innemen. Wij hebben als collegeleden indertijd gezegd, wij zullen loyaal niet gaan heffen. Als de raad nu zegt het artikel blijft overeind, er is geen gebaar van de andere kant gekomen, zoals van onze motie 3, dan hebben wij als college daar geen bezwaar tegen. (De heer Van Mourik: Ik ben er blij mee, maar ik vind het eigenlijk een beetje te mager, want nu lijkt het net of alsof wij toch de burgemeester willen muilkorven. Kijk op dit moment is er sprake van een situatie met het lid 2 van het raadsbesluit waardoor het voor de ex-burgemeester niet meer noodzakelijk is om te bewilligen in het schrappen van het artikelAls de motie wordt aangenomen, dan is er sprake van een gelijke onderhandelingspositie en ik zou dan ook graag willen dat u verklaartdat u gewoon ook in het verdere traject stappen in het werk zult stellen om het artikel in zijn totaliteit te schrappen, als dat mogelijk is.) Dat betekent motie 3 wat het college betreft op dit moment geen bezwaar, met de aantekening daarbij dat de onderhandelingen over het artikel 6 uit de overeenkomst nog een poosje doorgezet worden. De heer Boorsma zegt, ik vind dat de intentie om elkaar niet te beschadigen aardig naar de achtergrond gegaan is. Ik denk dat ik in ieder geval van mijn kant namens het college geprobeerd heb om zakelijk te blijven, niet in de details te gaan. Dan kom ik ook bij een aantal vragen van u. U heeft gezegd van, was de gemeentesecreta ris een directe aanleiding om hier naar toe te gaan, de zaak van mevrouw Eringa. Ik heb u heel nadrukkelijk uitgelegd, als u goed geluisterd heeft, dat er een aantal hele algemene redenen waren die te maken hadden met het functioneren van mevr. Van Maaren, die ons uiteindelijk tot de conclusie brachten dat we afscheid van elkaar namen. Ik heb u uitgelegd wat uiteindelijk van de zomer die aanleidingen waren. Dan moet u ook niet weer terugkomen op hele incidentele dingen. (De heer Boorsma: Voor de duidelijkheid, ik heb helemaal niet gevraagd of dat een directe aanleiding was. Heb ik helemaal niet gevraagdIk vroeg was het een van de zaken die er mede toe heeft geleid dat men uit elkaar is gegaan. Dat wil ik graag bevestigd zien. En ik heb het niet over een directe aanleiding gehad.) Het verhaal van mevrouw Eringa in die zin niet, ik denk dat wij daar een keurig nette politieke discussie over hebben gevoerd in het college, die wij ook met de raad tot besluitvorming hebben gebracht. Zo gaat het in het politieke bedrijf, daar kan je het over oneens zijn. Dus in die zin denk ik van dat mevrouw Eringa nou niet een directe aanleiding was. De OZB en de risico-inventarisatie heeft de zaak wel onder druk gezet. Dan zegt u, is de escalatie onvermijdelijk. U mag toch van mij aannemen dat als wij niet gevonden hadden dat dit onvermijdelijk was dat wij dit niet opgestart waren. Dus dat lijkt mij een overbodige vraag Dan heeft u iets gezegd over beslotenheid, te vaak besloten: ik stel nu voor dat we daar later een keer op terugkomen. Blad 93 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 Seniorenconvent geen inhoudelijk forum: ben ik het helemaal met u eens. Wij hebben eigenlijk ook nu niet in het seniorenconvent gesproken. Ik heb de fractievoorzitters uitgenodigd. Het seniorenconvent is een overlegplatform met de burgemeester over procedurele zaken en niet over inhoudelijk zaken. Dan zegt u de uitleg van de wethouders. Ik hoop vanavond voldoende uitgelegd te hebben wat onze redenen waren, ik denk dat wij dat vrij uitvoering hebben gedaan. Hetzelfde verwijt wat de heer Stoker heeft, heeft u ook: toen u ons ging informeren waren de wegen al gescheiden. Nee wij hadden neergelegd dat er bij ons een probleem zat. Wij hebben vervolgens aan u de vraag gesteld, vindt u ook met ons dat dat tot ontslag moet leiden. En vervolgens was de weg volstrekt open voor u om te zeggen, ik wil eerst meer informatie. Ik vind niet dat het moet zoals de heer Stoker heeft gedaan, die ruimte die was er. Die heeft u niet benut (De heer Boorsma: Dat klopt, en daar heb ik ook een reden voorgehad Ik heb het ook gezegd. Maar u heeft toen tevens aangegeven de allereerste keer dat er wat uw kant betreft geen sprake meer was van een lijmpoging. Toen hebben wij geconstateerd, hier is dus een onoplosbaar probleem in het dagelijks bestuurOp zo'n moment denk ik dat het ook in die zin onmogelijk is om dan nog tot elkaar terug te komen, dat heb ik gezegd.) Als u nu zegt, dat was te weinig gemotiveerd, dan herinner ik me noch van u noch van mevr. Dolstra enige vraag van vertel nou waar zit hem dat dan in. Dat kan ik mij niet herinneren. Ja, later maar niet op de momenten dat het er toe deed, daar gaat het mij om. (De heer Stoker: Mevrouw de Haan, ik heb u gevraagd of u nog lijmpogingen wilde doen. En daar was absoluut geen sprake van.) Dat is een ander onderwerp, daar kom ik straks meneer Stoker. Ik ga nu even door, want het is laat en als wij nu niet opschieten dan zijn we morgen helemaal niks. Artikel 6 hebben we het over gehad. Dan zegt de heer Boorsma voortaan moeten we dit soort zaken anders doen. Dan denk ik bij mijzelf, ik hoop dat de gemeente Leeuwarden dit soort zaken voorlopig niet meer tegenkomt. Ik zeg daar ook bij dat als ik alles van tevoren had geweten, als ik dit al drie keer meegemaakt had, dan had ik ongetwijfeld meer ervaring met het oplossen van dit soort dingen. Dus dat zijn gemakkelijke statements meneer Boorsma en niet passend hier Wist u van tevoren dat het niet om de zwijgplicht ging - dan vertaal ik het maar even snel - en dat raadsleden mochten zeggen wat ze wilden. Ja, wist ik van tevoren. Ik wist van tevoren dat onze democratische rechten niet waren aangetast en dat u mocht zeggen wat u wilde. Ik wist ook van tevoren dat we met elkaar een afspraak hadden om elkaar niet te beschadigen. En om die reden spraken we af niet te veel te zeggen. Dat waren onze intenties. Maar dat wij in onze overeenkomst een clausule hadden waarin onze wettelijke plichten geregeld waren, dat wist ik, ja.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 47