I
Blad 8
Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001
raad - samen met mevrouw Van Maaren gevonden te hebben in de
overeenkomst die ter bekrachtiging aan u voorligt.
De vertrekregeling zelf
Zoals is aangegeven in de raadsbrief wijkt de rechtspositie van een
burgemeester af van die van de gekozen bestuurders. Door het ono?e:
brugbare verschil van inzicht tussen de beide partijen en ons voor
nemen om gezamenlijk en op korte termijn tot overeenstemming te
komen, menen wij dat ook het belang van de gemeente gediend is met
het bereikte onderhandelingsresultaat.
De kern daarvan bestaat uit een wachtgeldregeling, zoals die
gebruikelijk is voor iedereen in overheidsdienst. Het plus-deel
stelt betrokkene in de gelegenheid een andere functie te vinden
waarin haar kwaliteiten tot hun recht komen. Dit wijkt in het gebet
niet af van wat in soort gelijke situaties gebruikelijk is. Wij
vinden de regeling daarom alleszins redelijk en volstrekt niet
buitensporig
Tot zover mijn uitvoerige - maar bewust zakelijk gehouden -
verantwoording over de beweegredenen, die hebben geleid tot het
voorliggende besluit.
Tot slot wil ik nog het volgende stellen.
De fractievoorzitters van alle politieke partijen in de raad hebber,
gezamenlijk en zonder voorbehoud 'ja' gezegd tegen de komst van dez:
burgemeester. We kunnen nu - achteraf - vaststellen dat de
vertrouwenscommissie een verkeerde inschatting heeft gemaakt. Ook
bij de burgemeester zelf ligt natuurlijk een eigen verantwoordelijk
heid door te solliciteren naar deze functie in Fryslan' s hoofdstad.
Wij hebben deze weg, die uiteindelijk tot haar ontslag zou leiden,
met alle politieke partijen én mevrouw Van Maaren samen doorlopen e
hebben samen de conclusie getrokken dat onze wegen hier moeten
scheiden
Mevrouw L.B.M. van Maaren-van Balen:
Dames en heren, burgers van Leeuwarden.
Aan u gemeenteraad, aan u, burgers van Leeuwarden richt ik mij om
kort en op hoofdlijnen verantwoording af te leggen over de achter
ons liggende gebeurtenissen, die hebben geleid tot mijn terugtreden
Dit zijn mijn laatste woorden in uw raad. Ik dank het college voor
de uitnodiging hier vanavond in alle vrijheid te mogen spreken.
De gezamenlijk verklaring die wij als college van B&W tien dagen
geleden hebben afgelegd omvat de constatering dat er tussen ons
inderdaad een onoverbrugbaar verschil van inzicht bestaat over zake:
als dagelijks bestuur van Leeuwarden de gemeentelijke organisatie e:
de bestuurscultuur.
Als eerste burger van deze stad en als sociaal democraat in hart er.
nieren realiseer ik mij ten volle de zware verantwoordelijkheid, dit
voortvloeit uit de opdracht om de belangen van de stad Leeuwarden 9
Blad 9
Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001
haar bewoners te behartigen. Daarom is het vanzelfsprekend dat ik in
grote lijnen de gezamenlijke verklaring toelicht. En dan gaat het
met name om de gewraakte geheimhoudingsclausule, die voor beide
partijen gold op straffe van een sanctie van 50.000 gulden voor
iedere overtreding waarbij schade zou worden toegebracht aan de
andere partij
In het televisieprogramma de Leugen regeert' van vrijdag 26
oktober, relativeert de loco-burgemeester mijn verzet tegen de
geheimhouding met de opmerking dat ik de overeenkomst immers
vrijwillig had ondertekend. In de brief van 18 oktober schrijft de
raadsman van de gemeente echter het volgende. Ik citeer: "Als
mevrouw Van Maaren vasthoudt aan haar verlangen tot wijziging van de
onder punt 5 (in de overeenkomst nu punt 6) van mijn brief van 15
oktober 2001 genoemde bepaling zal geen minnelijke regeling
tot stand komen. Dat geldt ook voor de aanvullende wensenenz.
enz." ('einde citaat).
Ziehier de sfeer waarin het woord "vrijwillig' toch een bijzondere
betekenis krijgt.
Omdat ik - na alles wat er was gebeurd en wat er over mij is gezegd
- geen zin had in een jarenlange juridische strijd, heb ik ingestemd
met de minnelijke schikking. Een lange periode van grote onenigheid
met Leeuwarden was niet in mijn belang en kennelijk ook niet in het
belang van Leeuwarden.
Het dagelijks bestuur van Leeuwarden bestaat uit 4,5 wethouder. In
de bestuursperiode tussen 1998 en 2002 hebben nu reeds drie
wethouders en binnenkort 2 burgemeesters, waarvan één uit vrije wil,
dit college verlaten. Het zittende college beschikt dus over korte
bestuurservaringÉén wethouder met twee weken, de anderen met
respectievelijk 6 maanden, 2,5 en 3,5 jaar. Alleen de loco
burgemeester is bij elkaar 7 jaar wethouder.
Deze feiten - die niemand persoonlijk vallen aan te rekenen - maakte
het voor mij niet eenvoudig om de basislijnen, van wat lokaal
besturen inhoudt, helder te maken. "Wat kan wél en wat kan niet. Wat
mag wél en wat mag niet.Dat kost in ieder geval veel tijd, om op
elkaar ingespeeld te raken. Als voorzitter heb je dan de taak voor
wat wel of niet kan bij voortduring aandacht te vragen. Dat wordt
vaak als lastig ervaren. Maar 'onwerkzaam'? Die ervaring heb ik niet
overgehouden aan mijn éérdere bestuurlijke ervaringen. Die werden
evenzeer regelmatig getekend door 'lastige' vraagstukken, soms ook
met een "lastige' Loekie van Maaren.
Na acht jaar wethouderschap in Haarlem, bijna twee jaar lid van de
Interdepartementale Projectgroep Sociale Vernieuwing van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken, genoemd naar zijn voorzitter, de
wel heel bijzondere - lastige! - Jan Schaefer' en acht jaar
burgemeester van de stad Weert (48.000 inwoners), heb ik een brede
geschakeerde bestuurservaring opgedaan, met nogal wat cultuurver
schillen, bestuursstijlen en ga zo maar door.
Deze ervaring in dienst stellen van de stad Leeuwarden, gericht op
de belangen, van de burgers van onze stad, bracht ons nu bijna drie
jaar geleden bij elkaar. Ik wilde dolgraag als nieuwe burgemeester
in uw stad aan de slag. In deze situatie had ik er geen probleem mee