Blad 12 Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 Op 4 september stel ik het college voor om gezamenlijk met de CDK c: de tafel te gaan zitten ten einde deze ernstige kwestie te bespreken 11 September 18.30 uur zijn we op het Provinciehuis allemaal aanwezig. Ik houd een inleiding over het voorliggende geschil. Ten principale inhoudend het recht van de burgemeester, als voorzitter van het College van B W en de gemeenteraad, een eigen afweging te maken en die aan de openbaarheid prijs te geven. In plaats dat hierover een discussie op gang kwam, liet de loco-burgemeester mij weten 'dat er geen toekomst meer met elkaar was'. Volgens de wethouders was er géén sprake van een motie van wantrouwen, maar he: 'ging eenvoudig niet meer!' Direct daarna werd ik tijdens die bijeenkomst door de CDK in kennis gesteld van mijn wachtgeldregeling per 1 oktober 2001, alsook geïnformeerd over mijn pensioenrechten. Verwondering en verbijste ring streden bij mij om de voorrang. Ten slotte, dames en heren, natuurlijk is een beeld dat anderen van mij hebben mede door mijn opvattingen, mijn wijze van werken ont staan. Al eerder heb ik gezegd dat ik niet zonder fouten ben. Maar het is moeilijk tegen een hevig vervormd beeld te strijden, waarin je jezelf niet meer herkent. Beelden en emoties verwijderen zich daa steeds verder van de werkelijkheid. Het gaat dan niet meer om zake lijke argumenten. Ik spreek de wens uit dat na vanavond de Friese lucht met het mooiste licht van Nederland weer helder wordt. Ik betreur in hoge mate dat ik mijn burgemeesterschap op deze wijze in Leeuwarden moet beëindigen. Nog maar een paar jaar geleden zijn wij in heel goede sfeer met elkaar begonnen. Ik heb mij hier vanavond in de openbaar heid willen verantwoorden. Ik spreek de innige wens uit dat het stadsbestuur van Leeuwarden - nadat ik uit zijn beeld ben verdwenen - bij zichzelf te rade gaat. Want er is veel aan de hand in de stad en met het stadsbestuur. Mijn contacten met de bevolking heb ik als een verademing ervaren, vooral ook in de moeilijke tijden. Ook daarom doet afscheid veel pijn. De afstand tussen stadsbestuur en stadsbevolking is veel te groot. Het stadsbestuur heeft veel en grondig werk te verzetten. Da: zal niet gemakkelijk zijn. Ik zeg het de Poolse filosoof Lec na: "oi bij de bron te komen moet men tegen de stroom in zwemmen" De Voorzitter: Mag ik u vragen de beraadslagingen te blijven volgen, mevrouw Van Maaren? De raad moet nog spreken en misschien is het goed dat u in tweede termijn reageert. Ik schors de vergadering. De Voorzitter schorst om 20.15 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 20.50 uur de vergadering Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001 De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Mevrouw Van Maaren-van Balen heeft te kennen gegeven niet de verdere beraadslagingen van de raad bij te willen wonen, ondanks verzoek. Ik stel daarom voor dat wij doorgaan met de eerste termijn van de fracties van de gemeenteraad van de gemeente Leeuwarden. Als eerste wil ik graag het woord geven aan de Socialistische Partij, de heer Boorsma, vertegenwoordigd in de raad met twee zetels. De heer Boorsma (SP) Voorzitter, alhoewel het niet in het Reglement van Orde is vast gelegd krijgt de partij die vraagt om een interpellatie, schorsing of welk debat dan ook, r.aar goed gebruik in onze gemeenteraad als eerste het woord. Ik wil dan ook beginnen met het uitspreken van onze teleurstelling over het ineens loslaten van deze gewoonte. Het beeld dat nu ontstaat is toch weer het zich van tevoren indekken door het college, wat afbreuk doet aan de openheid, die deze avond volgens de SP-fractie zou moeten kenmerken. (De VoorzitterEven voor de beeldvormingwel even voor alle duidelijkheid, de vergaderorde is vantevoren met u besproken.) Exact, maar ik behoud mij het recht om daar een opmerking over te maken en dat doe ik bij deze. Voorzitter, toen de fractievoorzitters voor de eerste keer op de hoogte werden gebracht van de breuk tussen wethouders en mevrouw Van Maaren was er geen weg terug. De kwestie was reeds bij Commissaris der Koningin Ed Nijpels aangekaart, nog vóórdat de raadsleden hier van op de hoogte waren gebracht (of in ieder geval de raadsleden van de SP)De wil om alsnog met elkaar verder te gaan was opgezegd en de weg van ontbinding van de arbeidsrelatie was al in gang gezet. Met andere woorden: er was sprake van een voldongen feit. De SP- fractie heeft vanaf dat moment de conclusies getrokken dat: 1. er in eerste plaats sprake was van een conflict tussen wethouders en burgemeester, niet tussen de SP en de burgemeester; 2. we geen afgewogen oordeel konden vellen over de concrete oorzaken van de breuk die van de kant van de wethouders werden voorgelegd, aangezien we niet op de hoogte waren van die oorzaken; maar 3. we niet zouden protesteren tegen het vertrek op zich, omdat er simpelweg geen sprake meer was van welke mogelijke lijmpoging dan ook en, niet onbelangrijk, mijn fractie ook niet altijd gelukkig is geweest met het optreden van mevrouw van Maaren en 4. (en dat was voor ons op dat moment het belangrijkste) dat het vertrek gepaard moest gaan tegen zo laag mogelijke kosten. Ook al heeft mijn fractie hiervoor geen politieke redenen, toch hebben we tot op de dag van vandaag nooit de intentie gehad om mevrouw van Maaren binnen boord te houden, laat dat duidelijk zijn. Ook wij hadden zo onze kritiek op haar functioneren en dit ook wel eens openlijk laten weten, als het bijvoorbeeld ging om de vergader orde. De discussie rond het coffeeshopbeleid leverde ons meer vragen op dan we beantwoord kregen. We hebben moeten constateren dat mevrouw van Maaren helaas niet die daadkracht en leiderschap heeft

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 7