Blad 42 Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001 mogelijk geregeld moeten worden en dat bij punt 1 u overneemt dat dit een advies is dat vooral aan uzelf gericht is Dan ga ik naar motie nummer 10 van de Christenunie over de dualisering. Daar wordt de vinger op de zere plek gelegd van de financiële middelen. Terecht dat u er aandacht voor vraagt. U weet wellicht niet of misschien ook wel, dat er op dit ogenblik onderhandelingen plaatsvinden over de financiering daarvan. De VNG doet op dit ogenblik een inventarisatie per grootte van gemeente, wat deze kosten zouden betekenen, en heeft op basis daarvan een onderhandelingstraject in werking gesteld met het Ministerie van BZK. Hangende de uitvoering van deze activiteiten zouden wij u willen adviseren om deze motie boven de markt te laten hangen. Dan kunt u hem later nog indienen, als blijkt dat er geen bevredigde oplossing is gevonden voor het financiële aspect. Dan ga ik naar een aantal andere moties die zijdelings of geheel ook met de portefeuille van de burgemeester te maken hebben. Bij motie nummer 1, van de Partij van de Arbeid, wordt verzocht om bij 'beleidsvoorstellen voortaan een paragraaf opgenomen te zien waarin staat hoe burgers of instellingen tot dan toe betrokken zijn geweest en hoe bij de verdere uitwerking van het beleid betrokkenheid van diegene die met het beleid of de gevolgen ervan te maken zullen krijgen, georganiseerd en gerealiseerd kan worden'Als u akkoord gaat met de interpretatie dat het dan beleidsvoorstellen moeten zijn waarvoor het ook relevant is dat daar de burgers bij betrokken worden en dat daar aandacht besteedt wordt in de beleidsvoorstellen dienaangaande, dan kunnen we ons daarin vinden. Maar we moeten wel duidelijk zijn met elkaar, het betreft dan beleidsvoorstellen die direct te maken hebben met aspecten waar de burgers mee te maken hebben. Dan ga ik naar motie 5, de oranje en horeca motie, als ik het zo nog eens mag zeggen. Het college wil deze motie overnemen. Dan ga we naar motie 7 van de NLP- en SP-fractie. Daar wordt gevraagd te besluiten: 1, 'dat de notulen van alle besloten vergaderingen van raadsadvies- commissies na één jaar openbaar worden, indien het gemeentelijk belang zich daar niet meer tegen verzet'Het college kan zich daar geheel in vinden. 2, 'dat indien het college van mening is dat het gemeentelijk belang openbaarmaking ongewenst maakt, zij dit onder opgave van redenen meedeelt aan de commissie waaronder Bestuurlijke Zaken valt'Daar kunnen we ons ook geheel in vinden. Nemen we ook over. 3, 'dat indien twee of meer in de raad vertegenwoordigde partijen van mening zijn dat het college ten onrechte een beroep doet op het gemeentelijke belang aan de commissie van Beroep- en Bezwaar schriften van de gemeente Leeuwarden om een bindend advies zal worden gevraagd'Daar willen wij ons nader over beraden, hoe je dat uit moet werken. Dat kunnen we nog niet overnemen. Blad 43 Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001 Dat betekent dat wij de eerste twee aspecten van deze motie graag overnemen. Punt 3, moeten wij verder uitwerken, moeten we ook bekijken hoe dat het beste zou kunnen. Punt 4, 'dat dit besluit van toepassing wordt gevraagd op vergaderingen die vanaf de installatie van de huidige raad zijn gehouden'. Dat moeten we ook even bekijken. Maar in uw uitgangspunten en uw onderliggende wensenpatroon kunnen we ons geheel vinden. Dan gaan wij naar motie 8. Dat is ook een hele interessante motie. Daar vraagt de SP-fractie of 'het college op korte termijn, maar ieder geval voor de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen, een openbare bijeenkomst wil beleggen waarbij alle politieke partijen en Leeuwarder burgers concrete initiatieven ter verbetering van de vertrouwensrelatie tussen burger en politiek aan kunnen dragen' Dat nu, meneer Boorsma, lijkt mij typisch iets van de politiek, van de uitvoerende politiek. Dus ik zou deze motie, als ik u was, meenemen naar de politieke partijen. Voor een deel of geheel eigenlijk geldt dit ook voor de motie nr. 9 van de D66-fractie. Wij zijn het uiteraard zeer met u eens dat investeren in de kwaliteit van het bestuur een groot goed is. Dat betekent dat opleiding en training van grote betekenis kan zijn. Maar u zult het wellicht ook met ons eens worden, als u het nu al niet bent, dat dit een zaak is van politieke partijen. Alle politieke partijen hebben eigen scholingsprogramma's, hebben ook eigen scholingsbudgetten. Het zou niet zo moeten zijn dat een gemeenteraad hier leden van de gemeenteraad gaat vormen, scholen, coachen en wat dies meer zij, dat is typisch een zaak van politieke partijen, die hun eigen politieke uitvoeders en politici, of ze nou in raden, in staat of in kamer zitten, hun eigen mensen scholen. Want het beste is nooit goed genoeg voor de eigen politieke partij, niet waar. Dat betekent dat ik hiermee de eerste termijn van mijn kant behandeld heb. Ik wil nu graag het woord geven aan de wethouder, mevrouw de Haan. Mevrouw De Haan (weth.): Ik wou graag starten met een opmerking over de financiële positie en hoe het college daar tegen aankijkt. Daarmee reagerend op de signalen uit de raad die, als het over het algemene beeld gaat, eigenlijk wat somber zijn. In ieder geval weer wat somberder dan bij de PerspectiefnotaEigenlijk kun je zeggen de afgelopen jaren kregen we steeds signalen vanuit de raad, het gaat goed in Leeuwarden, maar pas op. Nu beginnen de verhalen een beetje somberder te worden van: het financiële beeld loopt terug. De vraag is of dat zo terecht is. We hebben perspec tief een meerjarenraming aangeboden, een sluitende meerjaren raming en algemene reserve op de f 15 miljoen. Dat zijn in feite ook de uitgangspunten, zoals we die met elkaar afgesproken hebben. Als je kijkt hoe dat beeld van nu afwijkt ten opzichte van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 22