Blad 62 Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001 voorbeelden genoemd, dat zijn niet de leukste voorbeelden, dat zijn voorbeelden waarbij vaak bedragen niet efficiënt zijn besteed en waarvan je achteraf kunt constateren dat had anders gemoeten. Wat mij op viel, ik noemde als voorbeeld het Oldehoofsterkerkhof een werk waarvoor we nu f 1,2 a f 1,3 miljoen op voorbereidings- kosten hebben uitgegeven en waarbij eigenlijk het werk toch vanaf een bepaald nulpunt opnieuw moest beginnen, dat dan van de kant van het college het antwoord is, de nota is haast klaar en die krijgt u in december. Ik denk dat dat die reflex is, waarin we elkaar altijd een beetje omarmd houden, we verwijzen naar de toekomst, naar de nota die er aankomt en we kijken te weinig terug ook met zelfkritiek, ook naar ons zelf toe. Dat soort analyses moeten vaker gemaakt worden, moeten eerlijker gemaakt worden. Ik denk dat dat voor ons als VVD-fractie iets is in de komende periode waar wij hard, harder nog dan nu, aan zullen werken. Wat dat betreft ben ik blij, ook met de opmerking van de heer Wijmenga zonet, over de behandeling van de Perspectiefnota om die toch volgend jaar, bij wijze van proef, in het najaar te laten plaatsvinden. Wij hebben daar als VVD-fractie om gevraagd, bij de Perspectiefnota door middel van een motie. Wij vinden dat de rekening, zoals die tot nu toe is behandeld, de aandacht daarvoor ondergesneeuwd is en dat ook in het licht van het nieuwe duale stelsel, dat juist onze rekeningswerk, het uitoefenen van die controlefunctie, waarvan ik nu al een paar voorbeelden heb genoemd, veel meer aandacht zal verdienen de komende jaren. Wij denken dat die scheiding van een moment van verantwoording en terugkijken enerzijds en een moment van vooruitblikken anderzijds, het scheiden van die momenten in de tijd, ons als raad alle ruimte geeft om daar op een verantwoorde manier invulling aan te geven. Een paar losse opmerkingen. De PVDA fractie heeft nadrukkelijk gevraagd om te reageren op datgene wat zij gesteld hebben ten aanzien van de openingstijden van burgerzaken. Het komt er op neer dat het bekijken van een verschuiving van de openingstijden meer klanten zou kunnen bedienen dan in de tijden nu worden gehanteerd. (De heer Stoker: Dan heeft u het over verschuiving van de openingstijdenmaar in het bestuursprogrambladzijde 29, actiepunt 84, wordt duidelijk aangegeven: verruiming van de openingstijden, dat is wat anders dan verschuiven.) Ja, maar ik was ook nog niet klaar meneer Stoker. (De heer Stoker: Ik hoor dat hier steeds. En het lijkt mij toch wel handig om met name collegepartijen daaraan te herinneren.) Het is heel goed dat u er ons aan herinnert, meneer Stoker. Er zijn gemeenten in Friesland en elders in Nederland die een afdeling Burgerzaken de gewone openingstijden van het gemeentehuis laten draaien en die daarnaast één of twee avonden open zijn of een zaterdagmorgen. In ik zie niet in, meneer Stoker, waarom dat in Leeuwarden niet zou kunnen. Dat zou budgettaire consequenties hebben, dat realiseer ik me. Aan de andere kant vinden wij dat sowieso bekeken moet worden in hoeverre het werk van burgerzaken dichter naar de burgers kan worden gebracht. In dat verband Blad 63 Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001 herinner ik nog even aan onze vragen van, ik dacht, september vorig jaar, waarin we gevraagd hebben of om het mogelijk te maken om aangifte te doen van geboorte in MCL-Noord. 1.700 van de 2.100 baby's, die in Leeuwarden worden geboren, worden in MCL-Noord geboren. En wat is er nu gemakkelijker dan om die baby's daar in te kunnen laten schrijven. Het laatste wat ik gehoord heb was dat er in februari/maart naar gekeken zou worden. Ik ben benieuwd, en misschien kan de wethouder daar wat van zeggen, of daar inmiddels al vorderingen te melden zijn. En nu ik bij wethouder Krol ben, hij heeft één punt vergeten uit de eerste termijn en dat zijn natuurlijk die prullenbakken, meneer Krol. We hebben het over van alles, maar hij zou dat toch even mee kunnen nemen. Daarnaast heeft de wethouder gezegd dat hij de P&O-nota nu in een ander traject ziet. Hij zegt: "we gaan eerst behandelen de risicoanalyse, die nu verricht wordt", daarna krijgen we de O van Organisatie en daarna de P van Personeel. Op zich hebben wij daar als VVD-fractie geen moeite mee. Het is wel zo dat het gehele behandelingstraject zo langzamerhand wel ondoorzichtig wordt. Want er zou eerst een apart personeelsbeleidsplan komen, toen moest volgens mij de O erin worden gefietst, toen zou het een P&O-nota worden. En nu moet het weer dan als afzonderlijke P-nota en afzonderlijke O-nota worden. Wat dat betreft maakt het geheel op ons, ook qua interne besluitvorming, een beetje een warrige indruk, waarbij ik mij voor kan stellen dat de hectiek van de OZB en alles wat er achter weg is gekomen, de noodzaak met zich mee heeft gebracht om opnieuw te bekijken welke delen van het werk je het snelste in procedure wilt brengen. (De heer Sluiter: Ik wil u verhaal niet in de war brengen. Ik reageer ook wat laat, want ik was het eerste stuk van de middag niet aanwezig, maar met u goedvinden wil ik eventjes terugkomen op het Oldehoofsterkerkhof wat u daarover gezegd heeft. U gaat dat nauwkeuriger bekijken in de toekomst en met in het achterhoofd ook de hele bestuurscultuurU zegt ook van de reflex waarin wij terugvallen is nog precies iets wat we hier niet goed doen. Daar kunnen we allemaal wel een heel eind in meegaan natuurlijkmaar wat ik nu concreet wil weten: betekent dit dat u nu lastiger zult worden met het toestaan van voorbereidingskredieten? Als dat zo zou zijn, als dat nu allemaal moeilijker wordt, dan halen we er de vaart wel uit natuurlijk. Over het Oldehoofsterkerkhof schat ik het niet zo in, maar dat moet de wethouder misschien maar aanvullendat alles wat daaraan voorwerk werd gedaan is eigenlijk weggegooid is. Ik heb het idee dat daar nog steeds, zeker wat erboven het maaiveld gebeurt, gedacht wordt zo globaal langs de lijnen, zoals ook de oorspronkelijke ontwerpen die we gezien hebben eruit zagen, behalve het geld, maar daar kom ik in de commissie wel op terug.) Ik heb begrepen dat er bij het Oldehoofsterkerkhof, om op dat voorbeeld in te gaan, op een gegeven moment, nadat er al een heel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 32