Blad 74 Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001 zijn voor half december, want na half december wordt er nauwelijks meer gewerkt.) Nee, mijn gedachte ging ook meer voor 1 februari. (De VoorzitterGoed, als wij elkaar op die manier elkaar kunnen vinden dan is het geen probleem.) Goed, zijn we het daarover eens. (De Voorzitter: Dan wordt hij dus ingetrokken begrijp ik.) Ja. Ik mag u wel we kunnen zaken doen op die manier. De motie van de SP-fractie. We zijn het eens met de opmerking dat dit typisch iets voor de partijen is. Ik heb daar in het begin van mijn tweede termijn over gesproken. De motie van de D66-fractie. Wij zijn daar wat genuanceerd in. Wij vinden dat de gemeente moet kunnen investeren in de kwaliteit van het bestuur en de bestuurders. Dat gebeurt ook, maar dat zou wat ons betreft ook best nog wat nadrukkelijker kunnen. Om maar eens mijzelf als voorbeeld te noemen, op het moment dat ik geroepen zou worden om in de commissie Stadsontwikkeling zitting te nemen, moet ik u eerlijkheidshalve zeggen dat ik van al die wetten en regels op het gebied van RO niet zo gek veel kaas gegeten heb. Ik hang ook volledig aan Joop wat dat betreft. Ik kan mij dus voorstellen, er is zo specifieke regelgeving, dat je toch iets meer doet dan een algemene introductie, zeker als het gaat om specifieke zaken die voor Leeuwarden van belang zijn. Dus ik kan mij daar wel wat bij voorstellen. De vraag is dan van zijn daar voldoende middelen reeds voor zulke scholingsmogelijkheden - wij hebben natuurlijk allerlei scholingsbudgetten binnen dit instituut - en kunnen bestuurders daar ook gebruik van maken. We zijn voor groot gedeelte semi-werknemer tegenwoordig. Dat is dan even de vraag. Maar op zichzelf, dat zoiets zou moeten kunnen, ja. Als het gaat om het screenen en selecteren van kandidaat wethouders vind ik toch dat dat uiteindelijk aan de partij zelf is, is al is het natuurlijk wel zo dat de raad uiteindelijk de verantwoordelijkheid neemt door hem te kiezen. Dat is in het verleden ook altijd zo geweest. Ik vind dus ook dat de partijen het recht hebben om te zeggen van nee deze kandidaat vinden wij niet geschikt voor die functie. Dat is helemaal aan de fractie die in die raad zit. Ik ben natuurlijk best benieuwd hoe zo screening uitgevallen zou hebben voor de huidige collegeleden, misschien dat we dat achteraf nog eens kunnen doen. In Amerika is het natuurlijk wel zo dat de gekozen parlementen veel nadrukkelijker bij de benoeming van ministers en dergelijke betrokken worden, op zichzelf is dat helemaal geen verkeerde gedachte. Moeilijkheid bij van tevoren mensen zeggen van die wordt wethouder, die wordt niet wethouder, hangt natuurlijk ook sterk af van watvoor portefeuille, de samenstelling van het college en dergelijke. Wil je vakwethou ders of zeg je van het moet een manager zijn. Uiteindelijk zijn er zoveel elementen die daarin een rol spelen, dus om nou van tevoren te gaan zeggen van dat zijn onze kandidaat-wethouders in die en die en die situatie, ik kan mij ook heel goed voorstellen dat je Blad 75 Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001 zegt van afhankelijk van datgene wat wij krijgen proberen wij daar de juiste persoon te leveren, die het team, dat er uiteindelijk zit, compleet maakt. De VoorzitterHebt u het dan over 'wij' als de politieke partij Ja. (De VoorzitterEn niet als raad. Mag ik u vragen, om wellicht met enige voortgang u betoog af te ronden, want dan wilde ik eigenlijk voorstellen dat we zo meteen eerst gaan eten.) U begrijpt, dan dat ik haast maak. Motie 10 van de Christenunie, de Wet dualisering, daar heeft u voldoende over gesproken, dat komt vanzelf terug. Motie 11, de Perspectiefnota, daarvan heb ik gezegd dat wij het met het voorstel van het college eens zijn. Bij motie 12 over die taakstellende woningbouw. Het college heeft het overgenomen, ik heb daar het één en ander van gezegd. Over motie 13, dat het bij perspectief thuis hoort, heb ik ook gesproken De Voorzitter: Ik heb er natuurlijk over zitten te denken het af te maken, maar daarna komt het college nog en we moeten dan toch ook nog stemmen, dus laten we eerst maar eventjes aan de warme hap en dan gaan we daarna verder. De Voorzitter schorst om 18.55 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 19.45 uur de vergadering. De heer Boorsma: Voorzitter, ik wil eerst eventjes bij twee punten stilstaan, voordat we bij de moties terechtkomen. Ik wil om te beginnen wat betreft de toegankelijkheid uitspreken, dat wij blij zijn dat er nu eindelijk iets van de grond komt. Het lijkt erop dat het concreet gestalte krijgt en dat is goed. Wat wij minder goed vinden is het feit dat de genoemde werkgroep, die wij bij de behandeling van de perspectiefnota met nadruk hebben aangehaald, nog niet hiervoor is benaderd. Ik denk als je zoiets belangrijks wilt bespreken, en zeker gezien ook het feit dat door de wethouder steeds is gezegd dat het een moeilijk punt is, dat het lastig is om van de grond te krijgen, dat je dan expertise ook al in de voorbereiding mee moet nemen richting het concrete voorstel, dat wij nu dan eindelijk krijgen. Het feit dat wij wat geïrriteerd hierover waren en nog steeds zijn, heeft vooral te maken met het feit dat wij hier zo verschrikkelijk lang over

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 38