Blad 12 Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001 ekstra jild te freegjen foar it konstatearre efterstallich ünderhald. Yn'e tuskenrapportaazje fan Stedsüntjouwing wurdt ünder oare yngean op it bestriden fan tüch op ferhurdingsDêr stiet ünder oare: 'Vooralsnog zal het door de Raad gewenste kwaliteitsniveau, met uitzondering van de binnenstad en de kantorenhaak, terugge bracht worden van basis naar slecht tot zeer slecht om budgettair neutraal te kunnen draaien' In tige soargelike üntjouwing. Foar it oansjen fan'e stêd gjin fisitekaartsje, mar ek as we hearre nei de reaksjes dy't we krije nei oanlieding fan'e wizige wize fan bestriden fan tüch, dy't pas op 20 augustus ütein set is, tinke wy dat dêr noch behoarlik wat tiid en oandacht oan bestege wurde moatIt wurdt tiid dat wy üs dêr op besinne. Wy ha grutte plannen mei de stêd, mar wy ha kenlik gjin struktureel jild oer it oansjen fan'e stêd te ferbetterjen en it ünderhald fan gebouwen en keunstwurken op peil te bringen en te halden De CDA-fraksje hat by it behanneljen fan'e perspektyfnota in moasje yntsjinne oangeande it efterstallich ünderhald. Wy woene dêr ekstra jild foar beskikber stelle yn de perioade fan 2003 t/m 2005. As dekking ha wy dêrfoar oanjün de mearopbringst fan'e DSW fanöf 2003. Dizze dekking is fan'e han wiisd, dêr kinne wy üs wat by yntinke. Mar wy fine wol dat der wat dien wurdt moat en wy gean der einliks fanüt dat wy by it behanneljen van die perspektyfnota 2003 hjir op werom komme sille. Wy geane der fan üt dat ófspraken dy't makke binne oer it besteegjen fan it jild dat ekstra boppe de f 15 miljoen 6.807.000) fan de algemiene reserves ferdield wurde moat, dat dêr it efterstallich ünderhald ek op de wize sa as ófpraat yn meidiele kin. Dizze wize fan finansierjen krijt neffens üs 'schoonheidspriis'mar wy fine wol dat der hiel neidruklik jild foar dit soart oangelegenheden frij makke wurdt moat. Oan't safier üs bydrage yn earste termyn. De heer Van Mourik: Mevrouw de Voorzitter, Het college biedt ons de begroting voor 2002 ter behandeling aan. Het is het laatste grote financiële stuk dat in deze zittingsperi ode van de raad behandeld zal worden. Volgend jaar maart zijn er gemeenteraadsverkiezingen, een nieuwe raad zal het estafettestokje overnemen en zich gaan verdiepen in het financiële wel en wee van de gemeente Leeuwarden. Dat zal dan voor het eerst gebeuren na de zomervakantie van 2002, want we hebben recent besloten om de Perspectiefnota voor 2003 pas in het najaar, gecombineerd met de begroting te gaan behandelen. Het wordt genoemd in de raadsbrief bij de begroting en de VVD-fractie is blij dat haar motie, die ze bij Perspectief heeft ingediend, door het college zo voortvarend is opgepakt. Er wordt met deze handelswijze ruimte gecreëerd om de aandacht na de verkiezingen eerst te richten op het nieuwe bestuursprogrammaDit kan gekoppeld worden aan het plegen van een inventarisatie van de effecten van het gevoerde beleid in de afgelopen periode. Deze twee elementen kunnen hun vertaling dan Blad 13 Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001 vinden in een nieuwe perspectiefnota, die dan ook echt het eerste product zal zijn van het nieuwe college. Op dit moment is de vraag aan de orde of de resultaten van Perspectief 2002 correct zijn verwerkt in de begroting die voor ons ligt en volgens ons is dat zo, ook al merken wij daar meteen bij op dat de door ons ingediende motie over het plaatsen van meer prullenbakken in de Binnenstad niet heeft geresulteerd in een voorstel dat, conform de gedane toezeggingen, in oktober behandeld had kunnen worden. Waarom is deze termijn niet gehaald, terwijl andere zaken in de Binnenstad wel op tijd worden behandeld? Maar, mevrouw de voorzitter, voor het overige is de begroting is een reële vertaling van Perspectief, zodat we vandaag volgens de VVD-fractie kunnen volstaan met een minder uitgebreide behandeling dan in juni jongstleden. Het financieel kader wordt er niet rooskleuriger op, zoveel is wel zeker. Ik kwam laatst, bij mijn verhuizing, een vergeeld kranten knipsel tegen waarin de wethouder financiën toen, in 1998, een rooskleurig beeld schetste. Een structureel overschot van f 5 a 6 miljoen, een algemene reserve van zo'n f 30 miljoen en een investeringsfonds van f 120 miljoen. Dat was het kader zoals dat er toen voorlag. Al snel bleek echter dat er een foutje was gemaakt met het ramen van de Algemene Uitkering uit het Gemeente fonds in verband met de verwerking van de daling van de aantallen uitkeringsgerechtigden, hetgeen eigenlijk de eerste tegenvaller was. Die tegenvallers zijn er meer geweest, deels autonoom en niet beïnvloedbaar, maar ook intern en dus wel beïnvloedbaar. Het grootste voorbeeld is dan natuurlijk de OZB waar wij zeer binnenkort afzonderlijk over zullen vergaderen. Voor het overige is een deel van de financiële ruimte opgesoupeerd aan nieuw beleid en aan concrete investeringen. Daar is op zich niets mis mee, je investeert in een tijd van opgang en je boort daarmee ook nieuwe geldbronnen aan. De lopende subsidieprogramma's bieden mogelijkheden maar scheppen ook zware verplichtingen in de vorm van de vereiste cofinanciering, die door de gemeente moet worden gerealiseerd. Scherp kiezen, goed prioriteren en de schaarse middelen en energie inzetten op slechts enkele beleidsdoelen. Dat is volgens de VVD-fractie een noodzaak, die zich de komende beleidsperiode nog scherper zal manifesteren. De Stadsvisie die eraan zit te komen zal ons dit soort keuzes moeten voorleggen, zoals de vorige burgemeester ons nadrukkelijk heeft toegezegd. Want het financieel kader dat nu voor ons ligt, is veel minder rooskleurig dan dat van enkele jaren geleden. Prioriteren is met andere woorden noodzaak. Er worden voor verder liggende jaarschij ven weer vrij zachte taakstellingen ingeboekt en het structureel meerjarenperspectief is niet sluitend en moet worden aangezuiverd uit de Algemene Reserve. De VVD-fractie heeft de indruk dat de financiële discipline, die ten koste van heel veel energie weer was opgebouwd, toch enigszins aan het verwateren is. Dekkingsvoor-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 7