Blad 26
Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001
zelf nu - en dat moeten we dus maar aannemen, dat hoor ik
straks ook nog wel - we bezitten alles op één stuk na. Is er
gevaar voor de totstandkoming van de overeenkomst per 1 juli
2002, indien niet alle gronden op de cruciale locatie zijn
verworven?
Voorzitter, in het artikel beweert de heer Deinum dat de heer
Brok de deur voor de corporatie heeft dicht gesmeten. Dat wijst
op zonder overleg en overeenstemming. In mijn perceptie van de
geschiedenis, die al toch een al een hele tijd loopt, ligt dat
even anders. Hoe is er naar het oordeel van het college met de
corporatie gecommuniceerd?
De vraag van de Europese aanbesteding, daar wordt nu inderdaad
wat over geschreven, maar ik zou daar toch inderdaad ook nog
even het antwoord op willen hebben, hoe dat nou exact zitten of
dat nu waterdicht is opgelost.
Het moet mij wel van het hart, wij hebben dus nu een jaar of
twee gesproken over dit hele traject en er zijn diverse frac
ties hier en daar wel eens wat opmerkingen gemaakt, maar bij
mijn weten is ook in de afgelopen commissievergaderingen maar
één fractie geweest die een voorbehoud heeft gemaakt op een
bepaalt punt en dat is mijn fractie. Ik kan mij voorstellen dat
ook op grond van datgene wat in de krant geschreven is een
aantal mensen zegt wij willen dat nog eens nader bekijken, maar
in principe ga ik er van uit dat u allen met de grondslagen van
het beleid in heeft gestemd.
Dan nog één opmerking over het plan zelf. Hoewel het als één
plan aan ons wordt voorgelegd, bestaat het uit een aantal delen
die ook bij deelgebied doorgerekend zijn als het gaat om
exploitatie. In dat kader wilde u vastleggen dat thans nog niet
akkoord gaat met het plangebied natte natuur, zoals ik dat ook
in de commissie heb verwoord. Hoewel er stedenbouwkundig niets
tegen het plan is, sterker nog er zijn veel dingen voor te
zeggen, zijn de verwachte exploitatietekorten op dit gedeelte
zo groot dat we het niet verantwoord vinden daar nu al ja tegen
te zeggen. Indien er tot besluitvorming wordt overgegaan,
willen dus acht hebben tegen dit onderdeel van het plan te
hebben gestemd.
(De heer Roekiman: Voorzitter, ik moet toch reagerenwant de
heer Jacobse doet overkomen dat hij alleen maar opmerkingen
heeft geplaatst m.b.t. dit punt. Nogmaals de fractie van
PAL/GroenLinks heeft meerder malen aangegeven om toch op zoek
te gaan om in gesprek te blijven met de sociaal projectontwik
kelaar, en wij hebben ook genoemd de Coöperatie Holding Fries
land. Volgens mij waren er een aantal fracties ook niet aanwe
zig, dus hebben ze hun mening op dat moment niet kunnen aange
ven. Dus hij moet wel de zaak hier goed neerleggen.)
Ja maar er worden in de commissie diverse opmerkingen gemaakt,
maar op een gegeven moment worden de conclusies getrokken dan
Blad 27
Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001
wordt er gevraagd maakt u een voorbehoud, bent u voor of bent u
tegen. Zo werkt dat in de politiek.
(De heer Roekiman: Akkoord, maar met de informatie van nu heb
ik aangegeven en gezien het feit dat ook meerdermalen hebben
aangegeven dat we het college graag in gesprek willen laten
gaan met een sociaal projectontwikkelaar, vinden we dat we op
een aantal zaken dik moeten aanwijzen dat er gesprekken nog
moeten. En dat vragen wij het college.)
Ik constateer dat u in de commissie, consequent op het moment
dat het om conclusies trekken aankwam, ingestemd hebt met het
feit dat met deze partners verder gegaan werd.
(De heer Roekiman: Wij hebben de opmerking geplaatst dat het
college in ieder geval gesprekken aangaat met Coöperatie
Holding Friesland en zeker met de informatie van nu vraagt het
college alsnog om dat te gaan doen.)
U weet niets meer en minder dan dat u toen ook al wist. Op het
moment dat u vindt dat er niet met deze partners in zee gegaan
zou moeten worden - en dat kan ik mij voorstellen daar heeft u
recht op - maar dat had u dan in de loop van het proces wel wat
duidelijker mogen zeggen.
(De heer Hoogeveen: De heer Jacobse zegt dat wij niets meer of
minder weten dan toen wij in de commissie met elkaar spraken.
Op één punt weten we minder, er is namelijk volstrekt tegen
strijdige informatie van een belanghebbende partij binnengeko
men, die echt een ander licht werpt op de informatie die we van
het college hebben gekregen. En op een ander punt weten we iets
meer, er is rondom de bouwfraude het één en ander in het nieuws
gekomen en in dat nieuws is ook één van die hier betrokken
partij en in beeld. Dat zegt nog niets over feiten, maar er is
wel reden om even goed te kijken wat er aan de hand is.)
Dat neem ik u ook niet kwalijk. Aan de hand van de gegevens,
die de afgelopen week binnen zijn gekomen, kun je natuurlijk
best nog een aantal vragen stellen, daar is niets mis mee. Maar
u bent wel constant met het proces voortgegaan en met het feit
dat deze partners gekozen zijn. Wij hebben daar eerder over
gesproken, ik heb er moeite mee, want ik heb natuurlijk die
zelfde vragen als u voor een gedeelte, maar ik heb wel zoiets
van wij hebben nu een heel traject doorlopen, nu zijn we aan
het moment dat er een beslissing moet worden genomen, wij zijn
al aan de late kant, wij moeten eigenlijk die bouwstroom zo
snel mogelijk op gang brengen. En dan vind ik het lastig om nu
nog eens allerlei zaken naar voren te brengen, omdat er een
partner, die zich blijkbaar gepasseerd voelt, nu plotseling aan
het stoken is. Dat vind ik vanuit die partner gezien correct en
heel verstandig, dat zou ik ook gedaan hebben, maar ik vind wel
dat wij ook verplichtingen zijn aangegaan naar degenen met wie
wij deze insteek hebben gekozen, want wij hebben twee jaar lang
de indruk gewekt dat wij met hen verder samen wouden werken.
De heer Kalsbeek: Allereerst wil ik het geheugen van de heer
Jacobse een beetje opfrissen. Wij kunnen niet alles onthouden.