Blad 30
Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001
tientallen miljoenen van gaan krijgen voor andere belangrijke
zaken, waaronder als eerste genoemde kan worden, stedelijke
vernieuwingsproces, is die keuze juist geweest. Overigens bij
al die gelden, die wij daar verdienen en doorsluizen naar de
stedelijke vernieuwing, laat de gemeente op een volstrekt
transparante manier zien dat wij de actor zijn die het meeste
geld steken in de stedelijke vernieuwing i.p.v. de corporaties,
laat dat nog een keer duidelijk gezegd zijn en die garantie
krijgt u niet op het moment dat andere actoren met het geld
gaan lopen leuren en sleuren, ook al is het bedoeld voor de
stedelijke vernieuwing.
Derde opmerking er over. Ik zou eigenlijk graag aan het begin
van deze tweede termijn wel eens een definitie willen vaststel
len met u wat een sociaal projectontwikkelaar is. En de inbreng
van de fractie van Pal/Groen-Links wekt de suggestie dat zij
vinden dat dat de Corporatie Holding Friesland zou kunnen zijn.
Het is terecht dat de heer Roekiman dat in de laatste commis
sievergadering heeft benoemd als zijnde wenselijk, maar het is
ook juist, meneer Roekiman, wat ik zojuist heb gezegd dat een
jaar geleden die keuze daar eigenlijk al in gemaakt is, om dat
traject zo in te gaan. En ik zou in ieder geval niet met u de
Corporatie Holding Friesland, dan hebben we het niet over de
formulering in de brieven die gebruikt hebben die in de catego
rie vriendschappelijk of niet in die categorie geplaatst moeten
worden, maar zou ik absoluut niet willen plaatsen in de catego
rie sociale projectontwikkelaar. Als het zo belangrijk is dat
die Corporatie Holding Friesland ook met de ontwikkeling, wat
een nieuwe poot is van die Corporatie Holding Friesland, geld
wil investeren in de stedelijke vernieuwing dan, denk ik dat je
als je die discussie voert ook moet kijken wat er toe nu toe in
het verlengde van eerdere discussies reeds op dat punt bereikt
is. En ik waag mij niet vanavond aan enige diskwalificerende
opmerking op dat punt, maar wel aan de opmerking als we nou
eens vergelijken de ene actor met de andere en weer met CHF, is
daarop zijn minst een verschil te constateren. Daar wil ik het
op dat punt bij laten.
Daarnaast over de informatieverstrekking vanuit het college. Ik
heb een paar weken geleden u nog uitgebreid geïnformeerd in de
commissie Bestuur en Middelen over het aankooptraject van dat
het ene stukje grond dat nog moet en onlangs heb ik u nog in
een brief van negen of tien kantjes ook uitvoering geïnformeerd
over het één en ander. Daarin wordt ook uitgebreid ingegaan op
die zaken waarvan ik vanavond toch helaas moet constateren dat
u die opnieuw naar voren brengt, als we het hebben over de
intentie-overeenkomst Leeuwarden-Zuid zelve, die voor een groot
deel, mevrouw de voorzitter, daar misschien indirect mee te
maken hebben, maar verder ook niet.
Voorzitter, ik ga verder met de vragen en opmerkingen, die
daarover gemaakt zijn. Ik denk dat je na een traject, dat al
enige jaren duurt, ook inderdaad na die private partijen nu het
Blad 31
Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001
signaal moet afgeven van we gaan voor dat project, dat project
is belangrijk voor de hoofdstad van Fryslan, dat is belangrijk
om de afspraken met de provincie ook echt plaats te kunnen
geven in onze gemeente. Dan past het niet ook als raad, gezien
die zorgvuldigheid in dat voortraject, dat we dat nog even
opschuiven. Wat denkt u wat dat voor indruk achter laat? Ik
denk dat we gewoon met elkaar als raad juist op die belangrijke
projecten, zoals we die kennen, iets uit moet stralen, dat het
goeie en belangrijke projecten zijn voor onze gemeente, voor
onze provincie. Dan laten we ook zien wat we bestuurlijk waard
zijn en dat is ook hard nodig als we een punt hebben waarop we
dat ook duidelijk kunnen manifesteren op dit moment.
Meneer Hoogeveen probeert mij niet iets anders in de mond te
leggen dan wat ik gezegd heb. Ik heb gezegd dat onze medewer
kers afgelopen maandag nog even bij het kadaster hebben gekeken
en wat er feitelijk hard aan hectares ligt daar, is op dit
moment niets. Wat er aan opties ligt, dat weet ik niet. Wat er
hard ligt, is er niets. Dus die 60 hectare, waar dat vandaan
komt, dat weet ik niet. Nogmaals alle grond die wij willen
hebben voor de komende periode is op een stuk na, daarover heb
ik u al geïnformeerd, in ons bezit.
Waarom is het dan, meneer Kalsbeek, zo belangrijk dat wij die
afspraak van toen ook vorm blijven geven van bemoei je nou niet
met die grondaankopen daar, want dan gaan die prijzen omhoog.
Dat is zo belangrijk, want als die prijzen wel omhoog gaan,
blijft er uiteindelijk onder die streep minder over. Dat geld,
dat nodig is en waarvan we afgesproken hebben dat dat naar de
stedelijke vernieuwing gaat, waarvan als de gemeente dat doet
het meest transparant is, wat ik u net heb uitgelegd.
Wij hebben daar op 2 juli met elkaar afgesproken en bijna ieder
van u is daar ook mee akkoord gegaan, dat dat financiële kader
voor die stedelijke vernieuwing ook vast staat voor de komende
jaren. En dat geld moet dan inderdaad, meneer Feenstra, ook
eerst verdient worden, alvorens het uitgegeven gaat worden. Uw
opmerking ziet het college dan ook als beleidsondersteunend,
want het college heeft op 2 juli ook die formulering in dat
financiële kader verankerd. Dat geld wordt uitgegeven als we
vanuit de grondexploitatie ook feitelijk die miljoenen binnen
halen in Leeuwarden-Zuid.
Nogmaals datgene wat direct of indirect van de gemeente is is
een paar honderd hectare en de grond die we ook nodig hebben.
Mevrouw de voorzitter, daarmee heb ik ook de vraag van de heer
Feenstra van het CDA-fractie beantwoord.
Ook de opmerking, van de heer Van Mourik van de VVD-fractie ben
ik op ingegaan.
(De heer Van Mourik: Ik wil een tweede termijn vermijdenIk
heb een aantal concrete vragen gesteld, dat is de verhouding
van het aantal percentage woningen dat marktpartijen gaan
uitgevendat doet mevrouw Waanders. En ik had nog gevraagd of
het mogelijk is om in de toekomstige grondexploitatie ook een
gemiddelde kaveloppervlakte per type woning aan te geven. En
SS
1