Blad 38 Verslag van de raadsvergadering van 29 november 2001 het hele college verantwoordelijk kan worden gesteld, maar de portefeuillehouder, mevrouw De Haan. (De heer Boorsma: Eventjes terugkomend op hetgeen mevrouw Uiterwijk Winkel in haar betoog heeft opgemerkt en waar het mij vooral om gaat, is de vraag of zij in het hele proces nu haar eigen wethouder vrij pleit.) Het college heeft aangegeven dat ze collectief besluit hebben genomen (De heer Boorsma: Ik wil weten wat u vindt niet wat het college vindt Wij hebben dat aangehoord en ik zeg ook dat de maat van poli tiek verwijtbaarheid bij de één zwaarder ligt dan bij de ander. Als je dan het hele rijtje afkijkt bij de belastingen, dan ligt dat bij de één zwaarder bij de ander. En dan kan de heer Boorsma zelf ook wel nagaan ongeveer wat het is. (De heer Boorsma: Dan stel ik vast dat u met betrekking tot het hele verhaal niet spreekt van een collectieve verantwoordelijk heid. Dat is aan u om dat te veronderstellen. (De heer Sluiter: Bent u met mij eens dat voor het hele belas tingdossier, inclusief OZB II, alle acties van het college bij alle collegeleden bekend waren, dat die unanimiteit door het hele college zijn genomen of dat nou goeie, achteraf goeie, maatregelen zijn geweest of dat we daar nou achteraf wat kritiek op kunnen hebben of niet, kritiek is mogelijk Die kritiek is voor een deel ook vanuit het college vanavond gekomen, daar zijn nuances gelegd. Kunt u met die lijn, zoals die door het college is gelegd vanavond ten aanzien van alle belastingproblematiek inclusief OZB II, met de opstelling van dit college, inclusief uw eigen wethouder, instemmen?) Ik wil nogmaals zeggen dat wij die collectieve verantwoorde lijkheid van het college accepteren, zoals die gesteld is nu door het college. De heer Jacobse: Voorzitter, ik wil ook vooraf, omdat het eigenlijk buiten dit kader valt, eerst spreken over de motie rond het onderzoek. Het gaat ons erom dat in alle objectiviteit door een derde wordt vastgesteld wat er exact is gebeurd, omdat wij af willen van het feit dat iedereen daar zijn mening over geeft en allerlei geruchten en dergelijke de wereld in gaan. Daarom lijkt het ons goed, om daar vanaf te zijn, boven de geschiedschrijving helder te hebben wat er is gebeurd, zodat iedereen vervolgens ook verder kan gaan. De heer Krol zegt: 'het college is collectief verantwoordelijk, maar sommigen van ons zijn meer verantwoordelijk dan anderen' De politieke spagaat in optima forma. Maar ook hier geldt dat de heer Krol dit mooi formeel stelt, maar het staatsrecht is ons natuurlijk allemaal bekend. Het gaat er om, hoe heeft het college zich in het proces gedragen in woord, in geschrift en in daad. Mevrouw Uiterwijk Winkel heeft geheel terecht gesteld Blad 39 Verslag van de raadsvergadering van 29 november 2001 dat wij, als NLP-fractie, vinden dat wethouders individueel aansprakelijk kunnen zijn of aangesproken moeten kunnen worden. Maar het college heeft constant gezegd: wij zijn samen verant woordelijk. En daar is onze insteek in dit debat ook op geba seerd, dat men die gezamenlijke verantwoordelijkheid dan ook tot het einde vol moet houden en dat men nu tussentijds van koers wijzigt. U heeft die maandagochtend niet onvoorwaardelijk steun gegeven aan mevrouw De Haan. In de hoop dat met het vertrek van mevrouw De Haan de andere wethouders hun verantwoordelijkheid konden ontlopen. Wethouder Krol suggereert dat het college openheid gegeven heeft, doordat het in de commissie Bestuur en Middelen van 5 september aangeboden heeft kennis te nemen van het ingezette verbetertraject. Ik vind dat wel een geweldig zwakte bod. Er zijn heel veel notities, nota's, geschriften, verbeter en implementatietrajecten, die voor ons formeel ter inzage worden gelegd. Het is ondoenlijk om daar iedere keer naar te gaan kijken, het is ook ondoenlijk om ons constant met de bedrijfsvoeringprocessen bezig te houden. Het blijkt dat zelfs het college zich daar niet mee bezig houdt. Los daarvan, de stukken die wij daar aantroffen, want een aantal van ons is daar wezen kijken, waren niet de quickscan, waren het verbeter traject. Het is niet zo dat we daarmee volledig op de hoogte waren. Van de aard noch omvang van de problemen in de quicks can. Het is daarnaast nog altijd zo dat op moment dat wij hier besluiten nemen over begrotingszaken, over baatbelasting, zoals het in de commissie was en over een aantal andere zaken, dat op dat moment toch alle gegevens, die bij het college bekent zijn, aan de leden ter beschikking worden gesteld. Voorzitter, mevrouw Hafkamp verwijst nog even naar mijn opmer king bij Werkwijzer. Ik moet zeggen, ik ben daar zeer gelukkig mee. Zij zegt, het probleem lag in het feit dat het bestuur niet geïnformeerd was over de problemen daar, en daarop is direct naar haar zeggen het management op non-actief gesteld. Zij praat daar met instemming over, zoals van: daar hebben we dan toch goed op gereageerd. In dat kader ga ik er vanuit dat zij het volledig eens is met het feit dat wij nu diegene die ons informatie hebben onthouden op non-actief wensen te zetten. Voorzitter, de positie van de PAL/GroenLinks-fractie is een niet benijdenswaardige, de partij wil al tijden breken met het college, maar er zelf uitstappen zou verkeerd uitgelegd kunnen worden. Dus doet de partij al enige maanden er alles aan de overige collegepartijen te bewegen PAL/GroenLinks eruit te zetten. En dat wil maar niet lukken. Zo komt waarschijnlijk ook dat gezegde van die gijzeling tot stand. Het is haast aandoenlijk te horen van vrijwel iedere college partij dat zij de wethouders niet weg willen sturen vanwege het belang van de gemeente in de komende maanden. Het belang dat hun wethouder blijft zitten wordt op één lijn gesteld met het gemeentebelang. Toch heb ik soms het gevoel dat een aantal partijen geen behoefte heeft, dan denk ik met name aan twee,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 20