Blad 8
Verslag van de raadsvergadering van 29 november 2001
val van het college waard was. Die lijn hebben wij consequent
vastgehouden bij de verschillende moties, die zijn ingediend.
Toch kunnen wij ons niet aan de indruk ontrekken dat het
karakter van de collectiviteit van de verantwoordelijkheid van
het college met het voortschrijden van de gebeurtenissen aan
erosie onderhevig was of zo u wilt aan waarde heeft ingeboet.
Bij OZB II, tijdens de behandeling van Perspectief, heeft
wethouder De Haan gedreigd met aftreden als een motie die
strekt tot het uitstel van de resultaten van OZB I van ons
aangenomen zou worden. De VVD-fractie heeft de situatie toen
niet als zodanig opgevat, dat in die situatie het totale
college zou zijn opgestapt. Dat kon misschien ook niet, want de
feiten die op tafel kwamen waren nieuw, het niet voldoen aan
wettelijke normen van de Gemeentewet, terwijl daarvoor eerder
nadrukkelijk door het college zelf gewaarschuwd was, en het
niet uitvoeren van de beslissing van de gemeenteraad ten
aanzien van OZB I. De wethouder zelf heeft toen in een inter
view aangegeven dat zij niet door haar mensen over deze feiten
was geïnformeerd. Kan een college verantwoordelijk zijn voor
feiten die niet aan een portefeuillehouder zijn gemeld? Ik neem
aan dat die collectieve verantwoordelijkheid toch vooral geldt
voor de zaken die op de tafel van het college zijn behandeld en
waarover het college nadrukkelijk een dergelijke uitspraak
heeft gedaan. Bij zaken van deze importantie is dat niet
ongebruikelijk. Geen van de fracties uit de raad heeft daar
toen vragen over gesteld.
Vraag: hoe is er bij OZB II in het college gesproken over het
wel of niet collectief verantwoordelijk zijn voor de feiten?
Daarna wordt in wezen de aanloop genomen voor OZB III en wel
vlak voor de vakantie van wethouder De Haan, als zij opdracht
verstrekt aan Monsma voor het maken van de quickscan. Dit komt
na de vakantie op de tafel van het college. Daar wordt unaniem
besloten om het rapport niet openbaar te maken. Een zaak waar
de toenmalige burgemeester op terug kwam in de volgende verga
dering. De VVD-fractie kan het besluit tot niet openbaarmaking
billijken om redenen die eerder al uitputtend aan de orde zijn
geweest
In de commissie van 5 september jl. heeft wethouder De Haan het
rapport genoemd, de VVD-fractie heeft erop ingehaakt en ge
vraagd of het beschikbaar was. Wethouder De Haan heeft geant
woord dat dat rapport in de vorm, waarin het college het
aangeleverd had gekregen, niet naar buiten kon. Het zou ge
screend worden i.v.m. procedures waarin de gemeente verwikkeld
was. Daarna zou het voor ons beschikbaar komen. Ik heb enkele
malen geventileerd dat wij als VVD-fractie dat uiterlijk bij de
behandeling van de tariefvoorstellen van 2002 graag beschikbaar
zouden willen hebben, omdat dat het eerstvolgend moment zou
zijn om de stand van zaken op te maken ten aanzien van de
gemeentelijke belastingen.
Blad 9
Verslag van de raadsvergadering van 29 november 2001
Tussendoor is er ongelofelijk veel ruis geweest door het
vertrek van de burgemeester, die in haar afscheidsverklaring en
ook de laatste weken nog het wel of niet openbaar zijn van het
stuk aangrijpt om haar afscheid een andere lading te geven, dan
de motieven die de grootst mogelijke meerderheid van deze raad
voor haar gedwongen vertrek heeft aangevoerd. Het stuk ligt nu
in de niet gekuiste versie op straat, waarbij het mij wel van
het hart moet dat het college in deze omstandigheden, nu het
stuk toch al op straat lag, het stuk misschien wel veel vlotter
had kunnen vrijgeven.
Het heeft mij wel gestoord dat beide zaken, de burgemeesters
crisis in het OZB-debat, door elkaar zijn gaan lopen. Bij het
burgemeestersdebat heb ik aangegeven dat ik haar inbreng bij
deze casus in het eerste half jaar node heb gemist. Daarnaast
wil ik aangeven dat het ons als VVD-fractie bij het debat rond
de burgemeester en de week daarna gestoord heeft dat wethouder
De Haan eigenlijk exclusief is aangesproken op het vertrek van
de burgemeester. Wij hebben haar unaniem benoemd en wij hebben
haar met 36 mensen ontslagen, maar dit terzijde.
De stukken werden vrijgegeven en bij ons bezorgd per koerier op
vrijdagavond. Het is de VVD-fractie niet duidelijk wat toen op
dat moment de situatie in het college was. Was er toen in het
college ook al gesproken over een collectieve verantwoordelijk
heid voor wat betreft eventuele consequenties? Als hierover
gesproken is, toont dat feit alleen al dan niet aan dat de
collectiviteit keer op keer bezegeld moest worden. En dat het
dus geen automatisme was na de eerste afspraak, die hieromtrent
is gemaakt. De inhoud van de stukken en met name de bijgevoegde
stukken kwamen bij ons als VVD-fractie hard aan.
Wij hebben eerder vragen gesteld over de waarderingskamer,
waarop geantwoord werd dat met een eerdere berisping goed was
omgegaan en dat nu alles goed was.
Uit de verschillende stukken en de maatregelen die nu worden
getroffen rijst toch een ander beeld naar voren. Ik betrek
daarbij ook de feiten, die de heer Van der Bos van bureau
Monsma gister mondeling naar voren heeft gebracht. Er is sprake
van een afdeling belasting oude stijl, die prima taxaties en
aanslagen kan vertalen, maar die niet kan voldoen aan de hoge
eisen van de WOZ. Op het moment dat we iets bijzonders doen op
belastinggebied, zoals het gebruikersgedeelte bij de riole
ringsheffing of roerende zaakbelasting of een baatbelasting,
dan gaat het eigenlijk geheid mis. Dit is niet het moment of de
plaats om uitgebreid op de techniek in te gaan. Maar met name
de hoge eisen, die de WOZ stelt op het gebied van aanleggen,
bijhouden en uitwisselen van informatiebestanden, hadden veel
eerder onderkend moeten worden. Deze eisen zijn namelijk al
jaren bekend. Dat dit niet onderkend is, maar dat er in tegen
deel in het midden van vorig jaar voor gekozen is om de ver
trekkende teamleider niet te vervangen, geeft te denken.