Blad 26 Verslag van de raadsvergadering van 11 februari 2002 dat de vraag van de heer Feddema terecht is, want we hebben na tuurlijk met Wytgaard al een langlopend proces, waarin verwachtin gen zijn gewekt. Dit is al jaren gaande en ik denk dat het inder daad niet zo aan de kant geschoven kan worden van: jullie hebben zakelijke onderhandelingen met bouwaanvragen en we gaan nu gewoon verder. Dat lijkt mij niet kunnen.) Ik wil die vraag en kan die vraag op dit moment niet met ja beant woorden. Ik wil dat nagaan en ik zal erop terugkomen. Want als het zou kunnen op het Newtonpark, dan is dus de vraag, hoe wordt het daar geëxploiteerd. Ik kan niet bij voorbaat toezeggen dat de ini tiatiefnemers in Wytgaard dan een voorkeursbehandeling zullen krijgen. Die toezegging wil ik niet doen, ik wil het punt wel mee nemen en daar later op terugkomen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Mevrouw Inberg: Ik ben voor het plan, maar mag ik de aantekening dat we het rendementsonderzoek gemist hebben. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met de aantekening dat de leden van de NLP- fractie, de ChristenUnie-fractie, mevrouw Dolstra geacht willen worden te hebben tegengestemd en de aantekening van de D66-fractie dat zij het rendementsonderzoek gemist hebben. Punt 20 (bijlage nr. 37) De Voorzitter: Aan de orde is Verzoek om planschade van negen adressen aan de Goutumerdijk en omgeving de Goutum. De heer Feenstra: Voorzitter, ik wil eerst even opmerking plaatsen over het behandelvoorstelIk heb daar vanmiddag ook al over ge beld. Er staat in de samenvatting dat het SAOZ niet geadviseerd zou hebben om het niet te honoreren, maar het woordje "niet" had er niet in gemoeten. De CDA-fractie heeft in de commissievergadering van Bestuur en Middelen gesproken over een voorbehoud omtrent deze planschadever goeding. Inzake drie woningen, Brédyk 41, Goutumerdyk 53 en 75, hebben wij reeds een duidelijk standpunt ingenomen. De woningen hebben een behoorlijke waardevermindering gekregen door de plano logische verandering. Het direct uitzicht bestaat uit een pand van 2 etages met een puntdak. De ramen van de zijkant van dit pand hebben uitzicht in de woonkamers van de nu drie genoemde woningen. Reeds in 1996 hebben de wooneigenaren bezwaar ingediend tegen de bouwaanvraag van het kantoorpand Feikema. Helaas voor hen, heeft het niks opgeleverd. Echter hebben ze wel een claim ingediend op 12 januari 1998, dus ruim 4 jaar geleden, voor een planschadever goeding. Er is een taxatie uitgevoerd door een makelaar uit Grou en door de SAOZ. De conclusie van beide inspecties waren: waarde vermindering. Iets later volgden de overige bewoners met een zelf de claim. Het betreft hier dus duidelijk een jarenlopende zaak van Blad 27 Verslag van de raadsvergadering van 11 februari 2002 voor de notitie aanbeveling artikel 4 9 WRO, in september 2000 be sproken. De weilanden aan de noordkant van de Goutumerweg hadden een duidelijke agrarische bestemming. De voormalige eigenaar, de heer Hiemstra, heeft diverse keren getracht te mogen bouwen op zijn eigen land. Zelfs de bouw van een eigen woning werd afgewe zen. Later kwam er dus wel een planologische verandering en dit had helaas dan gevolgen omtrent een eventuele waardevermindering van de aangrenzende woningen op de zuidkant. De SAOZ heeft een advies gegeven over het honoreren van de planschade. De eerder genoemde panden tegenover het kantoorpand hadden een hogere claim dan de verder gelegen panden, die een beter uitzicht hebben gehou den door de laagbouw. Waarom er een second opinion moest worden aangevraagd is ons ei genlijk niet duidelijk. De CDA-fractie is dan ook tegen het voor stel van B&W en vindt dat alle 8 partijen een schadevergoeding uitgekeerd moeten hebben. Door de lange duur van deze zaak, zijn er door alle partijen veel kosten gemaakt. De gemeente zal professor Lubach moet betalen, bij een afwijzing van claims zullen de partijen wellicht doorgaan met hun juridische strijd en moet de gemeente maar afwachten wat de uitspraak van de rechter zal worden. Het eerste advies is posi tief, het tweede is negatief. Als gemeente hebben wij dus geen enkele zekerheid. Wij stellen dan ook voor om de partijen de scha declaim te geven. De heer Van Mourik: Wij zijn er de vorige vergadering heel erg van geschrokken, dat wij de enigste partij waren die de spreektijd overschreden heeft. We hebben er uitgebreid over gesproken in de fractie en we hebben ons voorgenomen dit proberen te vermijden. In de commissie is heel uitgebreid over dit onderwerp gediscussi eerd en er zijn een aantal aspecten aan de orde gekomen, die niet in het raadsvoorstel staan en die eigenlijk ook niet in het aan vullende memo worden genoemd, dat deze week door het college is verstrekt Het eerste aspect is het feit dat er voor het dorp Goutum van oudsher specifieke planologische omstandigheden golden. Er is in de jaren '60 gezegd: 'Goutum is af, het dorp zal niet meer worden uitgebreid'In het bestemmingsplan Wiardaburen uit 1979 is die lijn consistent gehandhaafd en pas bij het bestemmingsplan Goutum- Noord is van die lijn afgeweken. En die specifieke omstandigheden, dat is een hele andere situatie dan de beredenering van professor Lubach, die zegt: wanneer je aan de rand van een dorp woont of aan de rand van een stad zelfs, dan kun je logischerwijs verwachten dat er op termijn gebouwd wordt, dat zit ingecalculeerd in de vraagprijs van je woning, dus leid je ook veel minder schade. In de commissie heb ik gezegd dat hier juist het omgekeerde het geval was, het dorp Goutum was af, er zou niet meer worden gebouwd, dat veroorzaakte krapte op de woningmarkt van het dorp Goutum - een zeer gewilde woningmarkt - en daardoor hebben de mensen juist meer betaald. Dat is dus een volstrekt andere positie, dan de positie die in de advisering wordt geschetst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 14