Blad 28
Verslag van de raadsvergadering van 11 februari 2002
Een ander aspect was dat de vergelijking, die de heer Lubach
maakt, ten aanzien van een terreintje aan de rand van de stad, dat
op termijn automatisch volgebouwd zou worden, dat dat zich volgens
ons niet laat vergelijken met de situatie aan de Goutumerdyk. Het
gaat eerder op voor de rest van Goutum-Noord dan juist voor dit
gebiedje aan de Goutumerdyk.
Gelet op die aspecten kan de VVD-fractie zich niet vinden in de
voorstellen van het college. Wij hebben overwogen om met een motie
te komen, maar ik kan me voorstellen dat als het op stemmen aan
komt en een meerderheid van de raad zegt, we nemen het voorstel
van het college niet over, het college dan zegt: wij houden de
oorspronkelijke redenering, de oorspronkelijke eerste advisering,
van het SAOZ aan. Want in wezen vraagt u goedkeuring van ons als
raad voor het honoreren van de second opinion van professor
Lubach. Op het moment dat de meerderheid van de raad die mening
niet deelt, dan vindt de VVD-fractie zou je terug moeten vallen op
het eerste advies van de SAOZ, wat inhoudt dat 8 van de 9 appelan
ten alsnog een schadevergoeding, inclusief de wettelijk verschul
digde rente, krijgen.
De heer Jacobse: Voorzitter, ik kan kort zijn. Datgene wat ik zou
zeggen, zou voor een groot gedeelte overeenkomen met datgene wat
de heer Feenstra namens de CDA-fractie heeft gezegd. Ook wij zijn
van mening dat, gelet op de termijnen, gelet op de voorgeschiede
nis en gelet op de geldende juridische prudentie, u geen recht
doet aan belanghebbenden.
De heer Stoker: Bij de commissiebehandeling van dit onderwerp ver
telde een inspreker dat zijn verzoek tot het uitkeren van plan-
schade reeds jaren geleden is ingediend. Wij hoeven het dan ook
niet verwonderlijk te vinden dat er burgers zijn die roepen dat
het toch wel tijd is voor verbetering en verandering van de ge
meentelijk organisatie en haar dienstverlening. Nu stelt het col
lege voor om in deze af te wijken van het SAOZ advies en te hande
len overeenkomstig het tweede advies van professor Lubach. Wij
vinden dat niet verstandig. Het zou een zekere mate van rechtson
gelijkheid betekenen ten opzichte van deze aanvragers in vergelij
king met eerdere gevallen in hetzelfde gebied. Als overheid moet
je geloofwaardig zijn en ook recht doen. Men wekt nu sterk de in
druk in alle gevallen te kiezen voor een voor de gemeente zelf
meest voordelige oplossing. En dat op zich kan en mag niet het
uitgangspunt zijn.
Wij stellen dan ook voor het SAOZ advies te volgen en zijn dan ook
tegen het voorliggend voorstel.
De heer Boorsma: Voorzitter, in de commissie heb ik namens de SP-
fractie wat opmerkingen gemaakt over de ons inziens soms toch een
beetje inconsequente gang van zaken met betrekking tot dit onder
werp. De ene groep bewoners heeft in het verleden wel compensatie
gekregen, een andere groep niet. Er werden ons inziens argumenten
aangehaald die toch wat gezocht waren. Zo zou de buurt opknappen
met de bouw van dure huizen. Ik denk dat als je je uitzicht kwijt
Blad 29
Verslag van de raadsvergadering van 11 februari 2002
bent dat het op zich niet zoveel uitmaakt wat er komt. Dus voor
ons ging die vlieger ook niet zozeer op.
Aan de andere kant vindt mijn fractie ook dat er argumenten zijn
die toch wel billijk zijn. Het feit dat niemand inderdaad eeuwige
aanspraak kan maken op een open zicht en het feit dat het natuur
lijk niet ondenkbeeldig is dat er in het betreffende gebied ge
bouwd zou worden. Maar dat geldt dan ook weer voor anderen. Er
wordt nu gesteld, we moeten toch ook meer kijken naar zogenaamde
normale maatschappelijke ontwikkelingen. Ik vind dat het college
daar wat om de hete brij heeft heen gedraaid. Ik vind dit op zich
een argument wat je mee zou kunnen nemen, maar in de raadsbrief
hangt het er een beetje bij. Als het college meteen helder had
gezegd, dit is nu een nieuw argument en dit is onze lijn vanaf nu,
dan hadden we het ons voor kunnen stellen. Te meer ook gezien het
feit dat wat ons betreft daar prima over te spreken valt. Toch zit
je met het probleem dat de factor voor rechtsongelijkheid kan op
treden en dat is wat mijn fractie wel een beetje steekt. Wij zou
den ons ook voor kunnen stellen dat je deze nieuwe lijn, die in de
memo ook weer naar voren komt, in het vervolg meer als argument
naar voren gaat halen, maar dat je de gevallen die nu voorliggen
toch overeenkomstig het SAOZ advies gaat honoreren, ook gezien het
feit dat het al een hele tijd speelt. Ik wacht een antwoord even
tjes af.
Mevrouw Inberg: Mijn fractie heeft vreselijk gedubd over dit punt,
in uitgebreide discussies, 50% voor en 50% tegen. Het punt is dat
wij indertijd heel ontevreden waren over de SAOZ adviezen en wat
dat betreft ook de manier waarop niet eens de Vinex-wetgeving toen
werd toegepast in de adviezen. Wat dat betreft vinden we de argu
mentatie, die Lubach nu neerlegt op deze gevallen, ook heel plau
sibel. Alleen het ene punt blijft inderdaad staan, de andere par
tijen hebben dat ook al gezegd, er is in deze situatie in een
zelfde plangebied toch sprake van een zekere onrechtvaardigheid,
wanneer het in het ene geval wel toegekend zou zijn en in het an
dere geval niet, terwijl dan toch een vergelijkbare situatie op
treedt. We wijten het aan een overgangssituatie en wij vinden dat
we op die grond dus tegen het collegevoorstel moeten stemmen.
De heer Kruithof: Net als bij de D66-fractie hebben wij ook gedubd
hierover en is er sprake van een nog niet helemaal opgeloste ver
deeldheid. Wij zijn voorstander van het nieuwe beleid en we hebben
net als de andere partijen ernstige moeite met de rechtsongelijk
heid en de manier waarop dit gegaan is. Daarom zullen wij toch in
overgrote meerderheid tegen dit voorstel stemmen.
De heer Roekiman Voorzitter, het is bekend dat we niet altijd te
vreden zijn geweest over de SAOZ adviezen, vandaar dat we dus
overgestapt zijn naar een ander adviesbureau ter zake. Alleen in
het nabije verleden zijn wel SAOZ adviezen in die omgeving ge
bruikt. Wij vinden het allemaal een beetje lastig en een kwestie
van rechtsongelijkheid op een gegeven moment. Wij vinden dan toch
in dit geval, bij wijze van uitzondering, bij wijze van een over-