Blad 48 Verslag van de raadsvergadering van 11 februari 2002 Huizumerlaan, de Borniastraatdoorgetrokken tot over Huizum Dorp en een andere aftakking ook weer over de Potmarge, door Vegelin en ook weer naar het grote Tangent, wat er zou moeten komen. Een par keergarage op de terp van MinnemaZo zou ik nog een heleboel din gen kunnen noemen. Het Stadhuisplan, wil ik nog noemen, hoe de tijden toch zijn verschoven. We moeten er nu, want ik hoor soms weer geluiden van een brug bij de Oldehove, ontzettend voor oppas sen. Stadhuisplannen waarvan er één was van architect Talma, dat ook nog bejubeld werd, waarin eigenlijk het hele Raadhuisplein gesloopt zou worden, het Oranje Bierhuis en alles en daar zou een groot nieuw Stadskantoor komen. Door architectuurcriticus J.J. Vriend werd dat de hemel in geprezen. Nou god heeft ons gespaard, wat dat betreft. Het gaat niet over de stad, het gaat over Jan de Beer. Maar ik wil daarmee aangeven dat wij in een raad kwamen waar van alles aan de hand was. En dat was ook leuk. Er waren bezettingen in de stad bij de HAGO door de jongens van het kloppend hart. Er waren provo's, er waren avonden met inspraken in Zalen Schaaf, dat was ontzettend spannend en aardig. We werden echt scherp gehouden, wat dat be treft mis ik dat nog wel eens. We maakten mee dat de Klanderij Amacitia, de Nieuwe Doelen gesloopt werden, het Vliet gedempt, discussie over de Kazerne, de Lange Marktstraat verdween helemaal, maar ook andere punten zoals het opknappen van de Transvaalwijk. Het was een hectische tijd en een spannende tijd. Ik dacht toen, als dit allemaal voorbij is dan is Leeuwarden klaar en dan gaat het verder wel, maar Leeuwarden is gelukkig nooit klaar. Terug naar Jan de Beer, 1974, Jan werd raadslid, commissie voor zitter, fractievoorzitter, nestor, wethouder, dat was volgens mij een kroon op je werk, je genoot ervan. Daarnaast had je natuurlijk ook je eigen VVD. Ik heb net even gezien, ik vind het heel leuk, dat Bijkersma hier zit, Marijke Waalkers en wat schreef ik nog meer op, Klaas Weide, Schaafsma, Dubbelboer, wat heb je veel men sen meegemaakt. In die zin ook voor nieuwe raadsleden, het is bij de gemeente te koop, het boek van Kuipers 1965-1980. Wat is dat illustratief om dat nog eens te lezen en daar staan ook de namen in van een heleboel mensen. Je hebt burgemeester Brandsma meege maakt, Te Loo, Apotheker, Van Maaren-van Balen en nu De Boer. Jan, het is een afscheidsverhaaltje, niet een hagiografie. Dat zou ook niet bij je passen. Je hebt je 28 jaar voor de gemeente, voor de stad ingezet. Je hield van Leeuwarden en de Leeuwarders hielden van jou. Het moet je heel erg goed gedaan hebben toen je op een onverkiesbare plaats stond en met voorkeurstemmen toch in de raad gekozen werd. Je stond als een Amerikaanse toerist op affiches. Maar je was een toerist in je eigen stad, je genoot van die stad. Je vond, om het met Toon Hermans te zeggen - dat is overigens niet mijn favoriete dichter - Leeuwarden een stad om lief te hebben. Je moest Ome zeggen tegen de Oldehove. Je kon de stad niet missen. Ik weet dat het je nu, terwijl je 68 bent en ook ziek bent geweest, nog moeite kost om afscheid te nemen, want je genoot van dit werk. Daarom Jan, we zwaaien je uit, goede gezondheid toegewenst en be dankt Blad 49 Verslag van de raadsvergadering van 11 februari 2002 Als kleine attentie wil ik je dit boekje, waar al die mooie namen en die verhalen van het Vliet in staan, overhandigen. De Voorzitter: Beste Jan, ik wil graag een persoonlijk verhaal houden tegen je, maar toen ik me dat realiseerde, mijn voorberei ding trof, toen dacht ik: ja, ik ken je eigenlijk toch nauwelijks. Drie maanden ben ik hier en ik heb het gevoel dat ik we elkaar goed hebben leren kennen, zoals ik dat met een heleboel raadsleden heb, maar om nou een verhaal te presenteren met spannende anekdo tes, wat ook leuk is op zo'n avond, dat is er nog niet. Dus gaven mijn medewerkers teksten, die eerder uitgesproken waren, die ook allemaal heel boeiend waren, want je bent veel vaker in het zonne tje gezet. Dat vond ik toch mijn eer te na om die hier opnieuw te presenteren. Dus ik heb mij afgevraagd, de persoon Jan de Beer, die is in x74 in de raad gekomen en dan kun je als iemand die ook rond die tijd in een andere raad, in een ander deel van Nederland kwam, toch wel een aantal lijnen trekken, die synchroon lopen. Dat heeft Hendrik ten Hoeve net ook al even gedaan, alleen die heeft het dus echt over Leeuwarden. Jij kwam dus op 3 september 1974 hier in deze raad en als je dan die sportraad meetelt, kun je ook zeggen dat je in 1970 een be langrijke verantwoordelijkheid kreeg. Dat was in de zeventiger jaren. En weliswaar hebben we het altijd over de roaring sixties, dat in de zestiger jaren zoveel gebeurde, maar in wezen was het zo dat de zestiger jaren vooral belangrijk waren voor de activiteiten die te maken hadden met het studentenoproervoor zover je dat woord mag gebruiken. Maar de reboelje kwam voor de gewone mensen, voor de gewone raadsleden, eigenlijk veel meer in de zeventiger jaren. En dat maakte inderdaad het zitten in een raad in die peri ode buitengewoon interessant. Zo-even had Ten Hoeve het over be zettingen en over andere zaken, die toen een grote rol speelden. Ik moet zeggen dat het inderdaad in die tijd uitermate interessant was. De normen werden losser, het milieu raakte in en het gezag raakte uit. Nou wat wil je meer als een raadslid. Ik kan me herinneren dat in die tijd toen ik in de raad kwam er een ouder raadslid was, die nam afscheid, en die zei: meneer de voorzitter, wij stammen nog uit de tijd dat de lucht schoon was en seks vies. Dat was op dat ogenblik volstrekt anders, kan ik u ver tellen. En ik weet niet hoe dat nu is, maar toen was dat anders. Wij hebben dus te maken gehad met grote veranderingen, maar tege lijkertijd moet ik zeggen dat in die raadscultuurin die debat cultuur, toch niet zo erg veel veranderd is. Want toen ik het van avond vanuit een andere positie aankeek, dacht ik, is het in es sentie nou zoveel anders? Nee, in essentie is het niet zoveel an ders. De grootste verandering gaat eigenlijk nu plaatsvinden, de grootste verandering sinds Thorbecke. Want we gaan het dualisme invoeren. Ik ga daar niet een verhaal over houden, daar hoef je niet bang voor te zijn, maar het betekent wel dat wij op een ande re manier met elkaar om moeten gaan. Ik denk dat het ook niet toe vallig is dat je nu afscheid neemt van de raad, want die andere manier van omgaan met elkaar, waarbij raad en college veel meer tegenover elkaar komen te staan, is denk ik niet iets wat direct

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 25